Stappenplannen berekeningen
, WEEK 1: geen berekeningen.
WEEK 2
Tarief belasting toepassen (art. 24 lid 1 SW)
1) 128.751 x 10% of 30%
2) (Verkrijging – 128.751 – eventuele vrijstelling) x 20% of 40%
3) Beide bedragen optellen
Samenloop schenkbelasting en overdrachtsbelasting (art. 24 lid 2 SW)
Situatie 1: er is sprake van één schenking van een oz in een kalenderjaar
1) Grondslag schenkbelasting (waarde schenking – vrijstelling)
-------------------------------------------------------------------------------- x daadwerkelijk geheven OB
Grondslag overdrachtsbelasting
2) Verschuldigde schenkbelasting – uitkomst bij 1
Maatstaf heffing OB: WEV, dan wel de tegenprestatie voor zover dat meer is
Maatstaf schenkbelasting: WOZ-waarde
Situatie 2: er zijn in kalenderjaar 2 of meer schenkingen gedaan die worden opgeteld (art. 27 en 28
SW) waarbij t.a.v. de ene schenking wel OB is verschuldigd en t.a.v. de andere niet
De eventuele vrijstelling voor schenkbelasting moet naar evenredigheid van de schenking worden
toegerekend aan ieder van de afzonderlijke schenkingen.
1) Verschuldigde schenkbelasting: ((schenkingen bij elkaar optellen) – vrijstelling) x tarief
2) Toepassing art. 24 lid 2 SW:
- Vrijstelling toerekenen aan beide schenkingen naar evenredigheid
- Individuele schenking oz - toegerekende vrijstelling = grondslag schenkbelasting, zie verder
situatie 1
Verwerping/afstand van rechten (art. 30 en 31 SW)
1) Rekent uit hoeveel belasting er zou zijn betaald als er niet was verworpen/geen afstand van recht
was gedaan. Mag rekening houden met:
- Dat er een tekort in de nalatenschap is; en
- Dat iemand een aanspraak kan maken op een LP (ook al heeft hij daar nog geen beroep op
gedaan)
2) Rekent uit hoeveel belasting er wordt betaald bij verwerping/afstand
3) Hoogste bedrag is verschuldigd
Vrijstelling erfbelasting, pensioenimputatie (art. 32 lid 2, art. 20 lid 5 en 6 SW)
1) Gekapitaliseerde waarde pensioen/lijfrenteaanspraak:
jaarlijkse uitkering x leeftijdsafhankelijke factor (art. 21 lid 14 SW jo. art. 5 UB SW)
2) Partnervrijstelling – (50% van de waarde van het pensioen/lijfrenteaanspraak – IB-latentie van
30% van 50% van waarde)
Beperkingen:
- Af te trekken latentie is beperkt tot (671.910-173.580) x 30% = 149.499
- Minimale vrijstelling: 173.580
1