Tractus locomotorius / bewegingsapparaat
Omvat het skelet, de gewrichten en ligamenten en de dwarsgestreepte spieren van het
lichaam.
Zowel de bovenste als de onderste extremiteiten zijn opgebouwd uit een proximaal bot en 2
distale botten.
Het axiale skelet
De columna vertebralis kan in een aantal regio’s worden verdeeld (tafel 161 netter). Een
mens heeft normaal 7 cervicale (hals) wervels, 12 thoracale (borst) wervels en 5 lumbale
(lende) wervels.
Het sacrum is opgebouwd uit 5 gefuseerde wervels, en als laatst heeft de mens 3 tot 5
rudimentaire coccygeale (staart) wervels.
, De bewegingsmogelijkheden van een gewricht worden bepaald door de
vorm van de gewrichtsvlakken, maar ook door de aanwezigheid van
ligamenten en spieren.
Een kogelgewricht (bv. Articulatio coxofemoralis en articulatio humeri)
staat beweging toe in 3 vlakken.
Abductie en adductie is mogelijk om een sagittale as. Deze beweging vindt plaats in een
frontaal / coronaal vlak.
Anneflexie en retroflexie is mogelijk om een transversale as. Deze beweging vindt plaats in
een sagittaal vlak.
Endorotatie en exorotatie is mogelijk om een longitudinale as. Deze beweging vindt plaats in
een transversaal vlak.
Omvat het skelet, de gewrichten en ligamenten en de dwarsgestreepte spieren van het
lichaam.
Zowel de bovenste als de onderste extremiteiten zijn opgebouwd uit een proximaal bot en 2
distale botten.
Het axiale skelet
De columna vertebralis kan in een aantal regio’s worden verdeeld (tafel 161 netter). Een
mens heeft normaal 7 cervicale (hals) wervels, 12 thoracale (borst) wervels en 5 lumbale
(lende) wervels.
Het sacrum is opgebouwd uit 5 gefuseerde wervels, en als laatst heeft de mens 3 tot 5
rudimentaire coccygeale (staart) wervels.
, De bewegingsmogelijkheden van een gewricht worden bepaald door de
vorm van de gewrichtsvlakken, maar ook door de aanwezigheid van
ligamenten en spieren.
Een kogelgewricht (bv. Articulatio coxofemoralis en articulatio humeri)
staat beweging toe in 3 vlakken.
Abductie en adductie is mogelijk om een sagittale as. Deze beweging vindt plaats in een
frontaal / coronaal vlak.
Anneflexie en retroflexie is mogelijk om een transversale as. Deze beweging vindt plaats in
een sagittaal vlak.
Endorotatie en exorotatie is mogelijk om een longitudinale as. Deze beweging vindt plaats in
een transversaal vlak.