Bas Pakkert en Casper Verhaak
5V3
07-02-2020
KST
Inhoudsopgave
Inleiding P. 3
Onderzoeksvraag P. 3
1
, Theoretische verkenning P. 4
Hypothese P. 5
Werkwijze P. 6
Resultaten P. 7
Verwerking P. 8
Conclusie P. 10
Nabeschouwing P. 11
Logboek P. 12
Bronnenlijst P. 13
Inleiding
Wij hebben de proef van Melde uitgevoerd, we hebben voor deze proef gekozen omdat we het
interessant vonden dat een draad bij verschillende spankrachten op een andere manier trilt. Doordat
dit ons zo fascineerde hebben we voor deze proef gekozen. In de proef gaat het om het kwantitatief
verband tussen de golfsnelheid en de spankracht in een gespannen koord. Ofwel wat is het verband
2
, tussen de snelheid waarmee een golf zich voortbeweegt in een koord en de spanning in N die zich in
het koord bevindt.
Je kunt de proef van Melde ook gebruiken in de realiteit voor het meten van de spankracht in een
koord bij een bepaalde frequentie, wanneer je de proef in het groot uitvoert zou je bijvoorbeeld de
koorden van een brug kunnen berekenen, je zou het koord namelijk in trilling kunnen brengen en zo
kijken hoe de spankracht in het koord veranderd. Hiermee kun je dus kijken of het koord stevig
genoeg is en hoe hevig hij trilt onder verschillende omstandigheden.
Wij hopen van het experiment te leren wat het verband is tussen de golfsnelheid en de spankracht in
een gespannen koord en hoe we dit kunnen waarnemen en berekenen. Verder willen we graag de
formules begrijpen en deze zelf goed kunnen toepassen, bovendien willen wij van deze proef leren
wat de variabelen zijn en hoe deze zich in de proef gedragen.
De onderzoeksvraag die wij bij dit onderzoek willen beantwoorden luidt als volgt:
Wat is het kwantitatieve verband tussen de golfsnelheid en de spankracht in een gespannen koord?
Theoretische verkenning
Een snaar trilt met bepaalde eigenfrequenties. Deze eigenfrequenties hangen af van de dikte, het
materiaal, de spankracht en de lengte van de snaar.
Als de snaar met een eigenfrequentie trilt dan geldt voor het verband tussen de golflengte en de
lengte van de snaar: l = n X 0,5 X λ
In deze formule geldt: l = lengte van het koord
3