Hoofdstuk 6
Par. 1
Je gezondheid wordt medebepaald door de inname van de juiste voedingsstoffen. Koolhydraten eiwitten en
vetten heb je nodig als brandstof/bouwstof.
Brandstoffen: leveren energie voor allerlei processen in het lichaam. Om te ademen, bewegen en lichaam op
temperatuur houden.
Koolhydraten: worden gebruikt als randstof er kan 40% tot 70% van de benodigde energie eruit halen. Er zijn
verteerbare(suiker/zetmeel) en niet-verteerbare(cellulosen) koolhydraten.
Eiwitten: bouwstoffen van je lichaam. Zonder eiwitten kan je lichaam geen enzymen, organen en spierweefsel
maken. Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten. Het teveel aan eiwitten dient als brandstof.
Vetten: dienen als bouw- en brandstoffen ze beschermen je organen en zijn nodig voor de opbouw van
lichaamscellen. Dierlijke vetten zijn verzadigden plantaardige vetten (beter voor je lichaam) zijn onverzadigd.
Mineralen: stoffen die fosfor, ijzer (hemoglobine in bloed), zink en calcium (botten) bevatten die
dienen als bouwstof.
Vitamines: heb je nodig voor veel processen in je lichaam .een teveel of tekort eraan kan voor
problemen zorgen. Vitamine B en C lossen op in water en het teveel eraan gaat via de nieren (urine)
uit het lichaam. De vitamines A/D/E/K lossen niet op in water maar in vet.
Bij de afbraak van suiker ontstaan glucose en fructose. Glucose wordt via je bloed naar alle cellen in
je lichaam gebracht. Formule afbraak suiker: C12H22O11 (aq) + H2O (l) > C6H12O6 (aq)+ C6H12O6 (aq)
Iemand met een voedselintolerantie kan bepaalde voedingsstoffen niet verteren.
Als je een voedselallergie hebt maakt je afweersysteem antistoffen tegen een bepaald eiwit die
allergenen worden genoemd.
Par. 2
Additieven: alle extra stoffen die aan de ingrediënten van een product zijn toegevoegd.
Goedgekeurde additieven van de EU zijn E-nummers.
ADI-waarde (aanvaardbare dagelijkse inname): aantal mg van een stof per kg lichaamsgewicht die
dagelijks is toegestaan.
Par. 1
Je gezondheid wordt medebepaald door de inname van de juiste voedingsstoffen. Koolhydraten eiwitten en
vetten heb je nodig als brandstof/bouwstof.
Brandstoffen: leveren energie voor allerlei processen in het lichaam. Om te ademen, bewegen en lichaam op
temperatuur houden.
Koolhydraten: worden gebruikt als randstof er kan 40% tot 70% van de benodigde energie eruit halen. Er zijn
verteerbare(suiker/zetmeel) en niet-verteerbare(cellulosen) koolhydraten.
Eiwitten: bouwstoffen van je lichaam. Zonder eiwitten kan je lichaam geen enzymen, organen en spierweefsel
maken. Er zijn dierlijke en plantaardige eiwitten. Het teveel aan eiwitten dient als brandstof.
Vetten: dienen als bouw- en brandstoffen ze beschermen je organen en zijn nodig voor de opbouw van
lichaamscellen. Dierlijke vetten zijn verzadigden plantaardige vetten (beter voor je lichaam) zijn onverzadigd.
Mineralen: stoffen die fosfor, ijzer (hemoglobine in bloed), zink en calcium (botten) bevatten die
dienen als bouwstof.
Vitamines: heb je nodig voor veel processen in je lichaam .een teveel of tekort eraan kan voor
problemen zorgen. Vitamine B en C lossen op in water en het teveel eraan gaat via de nieren (urine)
uit het lichaam. De vitamines A/D/E/K lossen niet op in water maar in vet.
Bij de afbraak van suiker ontstaan glucose en fructose. Glucose wordt via je bloed naar alle cellen in
je lichaam gebracht. Formule afbraak suiker: C12H22O11 (aq) + H2O (l) > C6H12O6 (aq)+ C6H12O6 (aq)
Iemand met een voedselintolerantie kan bepaalde voedingsstoffen niet verteren.
Als je een voedselallergie hebt maakt je afweersysteem antistoffen tegen een bepaald eiwit die
allergenen worden genoemd.
Par. 2
Additieven: alle extra stoffen die aan de ingrediënten van een product zijn toegevoegd.
Goedgekeurde additieven van de EU zijn E-nummers.
ADI-waarde (aanvaardbare dagelijkse inname): aantal mg van een stof per kg lichaamsgewicht die
dagelijks is toegestaan.