Hoofdstuk 5
Par. 1
Natuurlijke materialen: materialen gemaakt van stoffen uit de natuur. Je had dan keuze uit:katoen, wol of zijde.
Kunstzijde wordt gemaakt van cellulose uit hout en een oplosmiddel. Het wordt door een holle naald in een zuur gespoten waardoor er draden ontstaan.
Rubber is natuurlijk materiaal en wordt gemaakt uit emuksiesap van een rubberboom die ookwel latex wordt genoemd. Door deze met zuur te behandelen
gaat het opgeloste rubber stollen. Bankeliet was de allereerste kunststof waarna piepschuim, pvc, perspex en nylon kwamen.
Kunststoffen: door reacties gevormde stoffen met eigenschappen die lijken op natuurlijke materialen en zijn synthetische materialen omdat ze door de mens
zijn gemaakt.
Macroniveau:
Kunststof is waterbestendig en bestand tegenzuren ook wegen ze licht maar ze kunnen niet tegen hitte. Ze smelten/verwarmen. Hierdoor wordt het plastic
genoemd, afgeleid van plastisch; ander woord voor week/vervormbaar.
Thermoplasten: kunststoffen die bij verhitten week worden en smelten.
Thermharders: kunststoffen die bij verhitten niet week worden maar ontleden.
Er bestaan harde en zachte kunststoffen.
Microniveau:
Een kunststof bestaat uit macromoleculen: zeer grote en lange moleculen die ontstaan als een groot aantal zelfde moleculen koppelen. De kleinen moleculen
zijn bouwstenen van een macromolecuul.
Stoffen die bestaan ui de bouwstenen van een macromolecuul heten monomeren
Polymerisatie: reactie waarbij uit monomeermoleculen macromoleculen ontstaan.
Polymeer: stof die opgebouwd is uit macromoleculen, kan ook ontstaan meer monomeren. Benaming is de naam van de monomeer met poly als voorvoegsel.
Lineaire moleculen: macromoleculen van een thermoplast waarbij de moleculen in een vaste toestand kriskras door elkaar liggen, bij verwarmen glijden ze
makkelijker langs elkaar
Netwerk moleculen: macromoleculen van thermoharders. Waartussen dwarsverbindingen zitten. Bij verhitting houdt het vorm waardoor thermoharders niet
vervormen.
Polymeren zijn licht omdat er veel ruimte tussen macromoleculen is en regeren niet met water zuren en zuurstof omdat de koppeling tussen monomeren sterk
is. Uv-straling kan wel de koppeling tussen monomeermoleculen in kunststoffen verbreken.
Granulaat: kunststofkorrels van enkele mm groot(thermoplast) het is een halffabricaat.
Biopolymeren: polymeren uit biomassa.
Biologisch afbreekbaar: biopolymeren die oplosbaar in water zijn.
Par. 3
Legering/alliage: homogeen mengsel van metalen die ander eigenschappen heeft dan de beginmetalen.
Staal: legering met ijzer als belangrijkste bestandsdeel
Implantaten: schroeven en platen die in het lichaam worden geplaatst. Implantaten van chirurg staal moet binnen een jaar weer verwijderd worden.
Geheugenmetaal: ookwel nitinol is een legering van nikkel en titaan die een geheugen voor de vorm heeft. Je kan het tijdelijk vervormen maar uiteindelijk gaat
het weer terug naar zijn originele vorm.
Alleen edele metalen zijn als element in de aardbodem aanwezig. De aardbodem bevat
Par. 1
Natuurlijke materialen: materialen gemaakt van stoffen uit de natuur. Je had dan keuze uit:katoen, wol of zijde.
Kunstzijde wordt gemaakt van cellulose uit hout en een oplosmiddel. Het wordt door een holle naald in een zuur gespoten waardoor er draden ontstaan.
Rubber is natuurlijk materiaal en wordt gemaakt uit emuksiesap van een rubberboom die ookwel latex wordt genoemd. Door deze met zuur te behandelen
gaat het opgeloste rubber stollen. Bankeliet was de allereerste kunststof waarna piepschuim, pvc, perspex en nylon kwamen.
Kunststoffen: door reacties gevormde stoffen met eigenschappen die lijken op natuurlijke materialen en zijn synthetische materialen omdat ze door de mens
zijn gemaakt.
Macroniveau:
Kunststof is waterbestendig en bestand tegenzuren ook wegen ze licht maar ze kunnen niet tegen hitte. Ze smelten/verwarmen. Hierdoor wordt het plastic
genoemd, afgeleid van plastisch; ander woord voor week/vervormbaar.
Thermoplasten: kunststoffen die bij verhitten week worden en smelten.
Thermharders: kunststoffen die bij verhitten niet week worden maar ontleden.
Er bestaan harde en zachte kunststoffen.
Microniveau:
Een kunststof bestaat uit macromoleculen: zeer grote en lange moleculen die ontstaan als een groot aantal zelfde moleculen koppelen. De kleinen moleculen
zijn bouwstenen van een macromolecuul.
Stoffen die bestaan ui de bouwstenen van een macromolecuul heten monomeren
Polymerisatie: reactie waarbij uit monomeermoleculen macromoleculen ontstaan.
Polymeer: stof die opgebouwd is uit macromoleculen, kan ook ontstaan meer monomeren. Benaming is de naam van de monomeer met poly als voorvoegsel.
Lineaire moleculen: macromoleculen van een thermoplast waarbij de moleculen in een vaste toestand kriskras door elkaar liggen, bij verwarmen glijden ze
makkelijker langs elkaar
Netwerk moleculen: macromoleculen van thermoharders. Waartussen dwarsverbindingen zitten. Bij verhitting houdt het vorm waardoor thermoharders niet
vervormen.
Polymeren zijn licht omdat er veel ruimte tussen macromoleculen is en regeren niet met water zuren en zuurstof omdat de koppeling tussen monomeren sterk
is. Uv-straling kan wel de koppeling tussen monomeermoleculen in kunststoffen verbreken.
Granulaat: kunststofkorrels van enkele mm groot(thermoplast) het is een halffabricaat.
Biopolymeren: polymeren uit biomassa.
Biologisch afbreekbaar: biopolymeren die oplosbaar in water zijn.
Par. 3
Legering/alliage: homogeen mengsel van metalen die ander eigenschappen heeft dan de beginmetalen.
Staal: legering met ijzer als belangrijkste bestandsdeel
Implantaten: schroeven en platen die in het lichaam worden geplaatst. Implantaten van chirurg staal moet binnen een jaar weer verwijderd worden.
Geheugenmetaal: ookwel nitinol is een legering van nikkel en titaan die een geheugen voor de vorm heeft. Je kan het tijdelijk vervormen maar uiteindelijk gaat
het weer terug naar zijn originele vorm.
Alleen edele metalen zijn als element in de aardbodem aanwezig. De aardbodem bevat
