Samenvatting Voorbereiding M&O periode 3 ORM jaar 2

Samenvatting M&O periode 3 jaar 2

Organisatiegedrag

Waarom zijn medewerkers ontevreden?
1. Slecht management
2. De passie is er niet meer
3. Ze worden niet uitgedaagd
4. Er is te veel bureaucratie
5. Ze zijn ontevreden over het salaris
6. Er is geen ruimte voor persoonlijke ontwikkeling
7. Baanonzekerheid
8. Ze voelen zich niet gewaardeerd
9. Hun waarden zijn niet hetzelfde als die van het bedrijf
10. Ze denken dat ze het bij een andere werkgever beter zullen treffen.

Organisatiegedrag; een van de moeilijkste taken van een manager is het (1.) waarnemen en
(2.) begrijpen van het gedrag van medewerkers. Je moet inzicht krijgen in;
1. De drijfveren en persoonlijkheid van medewerkers.
2. Inzicht in de verborgen aspecten van de organisatie.
Organisatiegedrag verklaar hetgeen wat niet direct zichtbaar is  zo kan je het voorspellen.

Ijsberg, onder water veel breder en groter dan wat je ziet;

,2 gebieden van organisatiegedrag

Organisatiegedrag richt zich op 2 gebieden;
1. Individueel gedrag; persoonlijkheid, attitudes, emoties en emotionele intelligentie.
2. Groepsgedrag; teambuilding, leiderschap, conflicten.

Individueel gedrag;
1. Persoonlijkheid; een unieke combinatie van emotionele patronen, gedachtepatronen en
gedragspatronen die beïnvloed hoe iemand reageert en met anderen omgaat. Het is onze
natuurlijke manier hoe we dingen doen en omgaan met andere. We typeren iemand op
basis van onze ervaringen of dingen die we hebben gehoord. Kennis van persoonlijkheid is
van belang, omdat;
1. Om effectief te kunnen samenwerken, moet je elkaar begrijpen.
2. Het is belangrijk om een fit tussen kenmerken van persoon en functie te hebben.

Het voorspellen van gedrag kan door drie modellen;
Enneagram; 9 verschillende basisstypen. Buik, hart en hoofd.
Myers-Briggs Type indicator (MBTI); typeert iemand in een codehokje die kenmerken heeft.




Big Five-model; geeft
typeringen aan van iemands persoonlijkheid.
1. Openheid voor ervaringen - de mate waarin je openstaat om nieuwe dingen te
ervaren: dit kan variëren van een nieuwsgierige tot een voorzichtige houding.
2. Gewetensvolheid - de mate waarin je georganiseerd en zelfgedisciplineerd bent of
juist onbetrouwbaar en zorgeloos met je verantwoordelijkheden omgaat.
3. Extraversie - de mate waarin je op de voorgrond treedt of meer de kat uit de boom
kijkt.
4. Behulpzaam - de mate waarin je mensgericht, attent of meer zakelijk en direct bent.
Ben je gericht op samenwerken of meer op concurreren?
5. Emotionele stabiliteit - de mate waarin je omgaat met stress en gevoelig bent voor
bepaalde emoties.

, 2. Attitudes; je houding ten opzichte van zaken, mensen, situaties of gebeurtenissen.
Gevormd door iemand overtuigingen, meningen, ervaringen, kennis, emoties en intenties.
Een attitude heeft 3 aspecten; affectieve aspect neemt vaak de overhand.
1. Cognitief aspect (kennis)
2. Affecties aspect (gevoelens en emoties)
3. Gedragsaspect

3. Emoties en emotionele intelligentie; hoe wij emotioneel reageren hoe we met onze
emoties omgaan, is een onderdeel van onze persoonlijkheid. 6 universele basis-emoties;
woede, angst, verdriet, geluk, afschuw en verassing.

Emotionele intelligentie; hoe iemand omgaat met emoties van zichzelf en van anderen en
hoe iemand reageert op bepaalde situaties. EQ is een betere graadmeter voor succes van IQ.
De 5 belangrijkste EQ-eigenschappen zijn;
1. Zelfkennis (of zelfbewustzijn); bewust zijn van wat je voelt.
2. Optimisme (of persoonlijke motivatie); het vermogen om vol te kunnen houden bij
tegenslag of mislukking.
3. Kunnen afzien (of zelfbeheersing); het vermogen om je emoties en impulsen onder
controle te houden.
4. Empathie; je in het gevoelsleven van andere in kunnen leven.
5. Sociale vaardigheden; het vermogen om met de moties van ander om te gaan
(bekenden en vreemden).