Representatie
Representatief
Sociale cohesie
Sociale institutie
Politieke institutie
Groepsvorming
Cultuur
Vier typen bindingen
o Economische bindingen (afhankelijkheden die te maken hebben met de productie en
distributie van schaarse goederen)
o Politieke bindingen (afhankelijkheden die te maken hebben met de politieke macht
die mensen hebben en met het feit dat er collectief zaken geregeld moeten zijn o.a.
verdeling van collectieve goederen)
o Cognitieve bindingen (afhankelijkheden die te maken hebben met het feit dat
mensen van en aan elkaar leren)
o Affectieve bindingen (afhankelijkheden die te maken hebben met positieve en
negatieve gevoelens van mensen voor elkaar)
Vijf belangrijke aspecten voor het wij-gevoel in een groep
o Gedeelde ervaringen
o Gemeenschappelijke waarden
o Interesses
o Verwachtingen
o Loyaliteit
Vijf fases van de ontwikkeling van nieuwe groepen
o Oriëntatiefase (onzekerheid over manier van omgaan)
o Conflictfase (verschillen in opvattingen)
o Integratiefase (een zeker evenwicht komt tot stand)
o Uitvoeringsfase (samenwerking in de groep verloopt ongestoord)
, o Ordefase (institutionalisering van de groepssamenwerking)
Zes soorten groepen
o Formele groepen (doelen, regels en procedures, rollenstructuur en hiërarchie)
o Informele groepen (zonder)
o Primaire groepen (persoonlijke en emotionele band, micro- en mesoniveau)
o Secundaire groepen (onpersoonlijk, macroniveau en sociale controle)
o Ingroup (geeft sociale binding en identiteit)
o Outgroup (afwijzend of competitieve gevoelens)
Sociale categorie= een aanduiding voor mensen met dezelfde achtergrondvariabelen of
culturele variabelen, maar die interactie noch gedeelde waarden en normen kennen
Sociale controle= de beheersing van het gedrag van individuen en groepen door de
samenleving
Drie situaties waardoor mensen niet langer bij een groep horen
o Er niet meer bij willen horen (dropping out en opting out)
o Er niet meer bij mogen horen (uitsluiting en discriminatie)
o Er niet meer bij kunnen horen (armoede, werkeloosheid)
Drie factoren die de sociale cohesie kunnen bevorderen
o Wederzijdse afhankelijkheid (of eigenbelang)
o Dwang (of macht)
o Gedeelde waarden en normen (saamhorigheidsbesef)
Twee aspecten die de samenleving bijeen houden en de sociale cohesie waarborgen
o Socialisatie
o Acculturatie
Twee soorten samenlevingen van Durkheim o.b.v. solidariteit en arbeidsverdeling
o Traditionele samenleving
o Moderne samenleving