Naam:
Studentnummer:
Klas:
Inleverdatum:
1
,Voorwoord
Voor u ligt mijn verslaglegging van wereldoriëntatie. Een verslag waar ik, gekeken naar de structuur
erg trots op ben. Ik (naam) heb als eerste jaar pabo student op de Hogeschool InHolland soms moeite
met het structureren van mijn bewijsdossiers, dit komt door de vele eisen die aan sommige
opdrachten zitten. In dit verslag zit voor mijn idee een mooie opbouw met goede onderbouwing per
indicator, vak en onderdeel van de les.
Voor mijn bewijsdossier wil ik de docenten (naam) en (naam) bedanken, zij hebben ervoor gezocht
dat ik goed wist wat er voor de les en het bewijsdossier van mij verwacht werd. Ik wil mijn
stagebegeleider bedanken voor de tijd en feedback die zij mij gegeven heeft voor deze lessen. Als
laatste wil ik mijn medestudent (naam) bedanken voor de feedback op mijn verslag.
(naam)
(datum), (plaats)
2
, Inhoud
Voorwoord.............................................................................................................................................2
Verklaring vormvereisten.......................................................................................................................5
Verwijswijzer..........................................................................................................................................6
Inleiding..................................................................................................................................................8
Indicator 1 – Werken met SLO Tule doelen............................................................................................9
1a.Je benoemt de relevante SLO/Tule kerndoelen in je LVF...........................................................9
1b. In je reflectieverslag evalueer je of je lesontwerp passend was bij de gestelde SLO/Tule
doelen.............................................................................................................................................9
Indicator 2 – Aardrijkskunde les...........................................................................................................10
2a. Je benoemt en past de zeven bouwstenen van een goede aardrijkskundeles toe in je les en
geeft een reflectie in het verslag..................................................................................................10
2b. Je ontwerpt een onderdeel van een les waarin de leerlingen aan de slag gaan met
kaartvaardigheden passend bij de doelgroep en je geeft dit aan in je reflectie...........................12
Indicator 3 – Geschiedenis les..............................................................................................................13
3a. Je benoemt en past de acht kenmerken van een goede geschiedenisles toe in je les en geeft
een reflectie in het verslag...........................................................................................................13
3b. Je ontwerpt bewust onderdelen in je les waarin de leerlingen actief werken met het
bevorderen van historisch tijdsbesef passend bij de doelgroep en geeft dit aan in je
reflectieverslag.............................................................................................................................13
Indicator 4 – Natuur en techniek les(sen).............................................................................................14
Natuur..............................................................................................................................................14
Techniek...........................................................................................................................................17
4b. Je geeft, ontwerpt of verrijkt een les waarin de leerlingen werken vanuit een probleem met
een technische oplossing en; reflecteert......................................................................................17
4c. Je geeft, ontwerpt of verrijkt een les waarin je werkt met de stappen van de onderzoek
cyclus............................................................................................................................................17
Indicator 5 – ICT....................................................................................................................................19
5a. Je werkt met het aanwezige digibord.....................................................................................19
5b. Je zet het digibord op een interactieve manier in tijdens je les..............................................19
5c. Je reflecteert op basis van de theorie van Beauchamp...........................................................19
Indicator 6 – evaluatie..........................................................................................................................21
Je evalueert de gegeven lessen op basis van de vakdidactiek van aardrijkskunde, geschiedenis,
natuur & techniek in het reflectieverslag en je verwijst naar de literatuur..................................21
Bronnen................................................................................................................................................22
Bijlagen.................................................................................................................................................23
Bijlage 1 – lesvoorbereidingen..............................................................................................................24
3