Preventieve interventie:
Het handhaven van een streefwaarde <130/80
mmHg bij nierpatiënten met hypertensie.
Literatuur
Onderzoek van Vaes et al. (2015) laat zien dat 1130 patiënten van de 8636 patiënten
jaarlijkse achteruitgang van de nierfunctie laten zien. Dit maakt dat hypertensie een
sterk risicofactor is voor de achteruitgang van de nierfunctie. De functiedaling vind plaats
in alle leeftijdscategoriën, wat maakt dat de achteruitgang van nierfunctie niet
leeftijdsgebonden is. (Vaes et al., 2015)
Daarbij schrijft Nederlandse Huisartsen Gemeenschap (2018) dat patiënten met
chronische nierschade behandeld dienen te worden voor hypertensie, waarbij een
streefwaarde van
<130/80 mmHg van belang is. Daarentegen is individualisering van de streefwaarden in
samenspraak met de patiënt mogelijk. Kijkend naar leeftijd, aard van nierziekte en
comorbiditeit kan worden bepaald of het beleid werkelijk zo strikt moet worden genomen
of juist een strikter beleid indien verhoogde albuminurie of specifieke nierziekten.
(Nederlandse Huisartsen Gemeenschap, 2018)
Ook zorgt hypertensie voor schade aan anderen organen, denk hierbij aan hart- en
vaatziekten als een hartinfarct of hartfalen of retinopathie aan de ogen. De hypertensie
zorgt ervoor dat de vaten steeds onder een erg hoge druk staan, met schade aan
organen tot gevolg. Bij 9 van de 10 mensen is geen precieze oorzaak aan te wijzen voor
hypertensie. (De Nederlandse Hartstichting, z.d.) Dit maakt dat het van belang is dat er
interventies worden ingezet om schade aan de organen te voorkomen.
Afdeling H3
De afdeling Interne Geneeskunde H3 is gespecialiseerd in nefrologie. Dit maakt dat ik op
de afdeling veel patiënten voorbij zie komen met nierproblemen zoals nierinsufficiëntie.
Bij deze patiënten is het belangrijk dat de bloeddruk gehandhaafd wordt om
achteruitgang van nierproblemen te voorkomen.
Tensie meten
Op de afdeling H3 worden voorafgaand aan de medicatieronde in de ochtend de vitale
functies gemeten, waaronder hartfrequentie en tensie. Het meten van de vitale functies
zijn van belang voor het handhaven van de tensie en het aanbieden van medicatie.
Wanneer er sprake is van hypertensie wordt gedurende de ochtend de tensie nogmaals
gemeten om te controleren of de getroffen interventies het gewenste resultaat hebben
opgeleverd.
Elke ochtenddienst ben ik verantwoordelijk voor het meten van de vitale functies en het
bewaken van de tensie bij patiënten met nierproblemen. Door het meten van de vitale
functies krijg ik een beeld hoe mijn patiënt er klinisch aan toe is. Vervolgens kan ik in
overleg met een begeleider bepalen of mijn patiënt de bloeddrukmedicatie wel of niet
mag krijgen. Indien er sprake is van hypertensie meet ik later in de ochtend de tensie
nogmaals over, om te kijken of de medicatie het gewenste resultaat heeft geleverd door
de tensie te laten dalen.
Mijn doel van het meten van de tensie is om de tensie onder de streefwaarde te krijgen
en behouden, zodat op die manier achteruitgang van de nieren niet kan optreden.
Het handhaven van een streefwaarde <130/80
mmHg bij nierpatiënten met hypertensie.
Literatuur
Onderzoek van Vaes et al. (2015) laat zien dat 1130 patiënten van de 8636 patiënten
jaarlijkse achteruitgang van de nierfunctie laten zien. Dit maakt dat hypertensie een
sterk risicofactor is voor de achteruitgang van de nierfunctie. De functiedaling vind plaats
in alle leeftijdscategoriën, wat maakt dat de achteruitgang van nierfunctie niet
leeftijdsgebonden is. (Vaes et al., 2015)
Daarbij schrijft Nederlandse Huisartsen Gemeenschap (2018) dat patiënten met
chronische nierschade behandeld dienen te worden voor hypertensie, waarbij een
streefwaarde van
<130/80 mmHg van belang is. Daarentegen is individualisering van de streefwaarden in
samenspraak met de patiënt mogelijk. Kijkend naar leeftijd, aard van nierziekte en
comorbiditeit kan worden bepaald of het beleid werkelijk zo strikt moet worden genomen
of juist een strikter beleid indien verhoogde albuminurie of specifieke nierziekten.
(Nederlandse Huisartsen Gemeenschap, 2018)
Ook zorgt hypertensie voor schade aan anderen organen, denk hierbij aan hart- en
vaatziekten als een hartinfarct of hartfalen of retinopathie aan de ogen. De hypertensie
zorgt ervoor dat de vaten steeds onder een erg hoge druk staan, met schade aan
organen tot gevolg. Bij 9 van de 10 mensen is geen precieze oorzaak aan te wijzen voor
hypertensie. (De Nederlandse Hartstichting, z.d.) Dit maakt dat het van belang is dat er
interventies worden ingezet om schade aan de organen te voorkomen.
Afdeling H3
De afdeling Interne Geneeskunde H3 is gespecialiseerd in nefrologie. Dit maakt dat ik op
de afdeling veel patiënten voorbij zie komen met nierproblemen zoals nierinsufficiëntie.
Bij deze patiënten is het belangrijk dat de bloeddruk gehandhaafd wordt om
achteruitgang van nierproblemen te voorkomen.
Tensie meten
Op de afdeling H3 worden voorafgaand aan de medicatieronde in de ochtend de vitale
functies gemeten, waaronder hartfrequentie en tensie. Het meten van de vitale functies
zijn van belang voor het handhaven van de tensie en het aanbieden van medicatie.
Wanneer er sprake is van hypertensie wordt gedurende de ochtend de tensie nogmaals
gemeten om te controleren of de getroffen interventies het gewenste resultaat hebben
opgeleverd.
Elke ochtenddienst ben ik verantwoordelijk voor het meten van de vitale functies en het
bewaken van de tensie bij patiënten met nierproblemen. Door het meten van de vitale
functies krijg ik een beeld hoe mijn patiënt er klinisch aan toe is. Vervolgens kan ik in
overleg met een begeleider bepalen of mijn patiënt de bloeddrukmedicatie wel of niet
mag krijgen. Indien er sprake is van hypertensie meet ik later in de ochtend de tensie
nogmaals over, om te kijken of de medicatie het gewenste resultaat heeft geleverd door
de tensie te laten dalen.
Mijn doel van het meten van de tensie is om de tensie onder de streefwaarde te krijgen
en behouden, zodat op die manier achteruitgang van de nieren niet kan optreden.
