FM3 Financiële Economie
Hoofdstuk 1: rechtsvormen en balans
Op de debetzijde van de balans is de vermogensbehoefte weergegeven door duurzame en vlottende
activa en liquide middelen. Hier wordt de vraag beantwoordt hoeveel geld je nodig hebt. Op de
creditzijde van de balans is de vermogensvoorziening zien, door eigen vermogen, vreemd vermogen
kort en vreemd vermogen lang. Dit blijft altijd in balans doordat de investering moet worden betaald
met een middel dat credit staat.
Er zijn verschillende soorten rechtsvormen. Een rechtsvorm is de juridische vorm van de organisatie.
Globaal bestaan er twee rechtsvormen, namelijk een rechtspersoon met of zonder
rechtspersoonlijkheid. Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn natuurlijke personen. Dit zijn
personen net als ons allemaal en deze persoon heeft rechten en verplichtingen (belastingen over de
winst. Bij de rechtspersoonlijkheid met rechtspersoonlijkheid is de onderneming de persoon en die
draait dus op bij de aansprakelijkheid. Dit kun je herkennen aan een aandelenkapitaal en
winstreserve.
Rechtspersonen bij een NV of BV zijn de eigenaren de aandeelhouders. De BV of Nv heet
rechtspersoonlijkheid, naast verplichtingen (zoals belasting betalen over de winst) en rechten kan het
ook juridische bezittingen houden. De aandeelhouders is niet persoonlijk aansprakelijk met zijn
privébezittingen.
Persoonlijke rechtsvormen zijn bijvoorbeeld:
- Eenmanszaak, hier heeft één persoon een bedrijf. Op de balans kun je deze herkennen aan
het eigen vermogen.
- Vennootschap onder firma, hier hebben meerdere mensen samen een bedrijf. Op de balans
kun je dezze herkennen aan meerdere eigen vermogens.
- Commanditaire vennootschap (CV), hier heb je vennoten en een commanditaire vennoot.
Een commanditaire vennoot is iemand die geld investeert, maar geen zeggenschap heeft en
ook niet persoonlijk aansprakelijk is. Dit kun je herkennen op de balans aan de verschillende
eigen vermogens, maar ook een commanditaire vennoot.
- (Maatschap)
De kenmerken van rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn:
- Eigendom, zeggenschap en aansprakelijkheid zijn gekoppeld aan natuurlijke personen
- Er is geen juridische bedrijfsconstructie
- Belastingtechnisch: alle eigenaren betalen inkomstenbelasting over hun winstdeel. Het
betaalt geen belasting over de winst. Bij deze rechtsvormen wordt het deel van de winst, dat
niet privé wordt opgenomen, periodiek toegevoegd aan het oude eigen vermogen.
Op de balans heb je verschillende soorten balansposten, namelijk:
- Duurzame activa
o Materiële vaste activa: bezittingen > 1 jaar
o Immateriële vaste activa: activa die niet tastbaar zijn > 1 jaar, bijvoorbeeld goodwill
of rechten als patent
, - Vlottende activa: bezittingen die binnen 1 jaar om te zetten zijn in geld
- Liquide middelen: geld in de kassa of op de Rekening Courant van de bank. De rekening
courant bank is de betaalrekening, dit saldo kan te vorderen zijn of verschuldigd.
Er zijn twee kengetallen met betrekking tot vorderingen op debiteuren en schulden aan crediteuren:
- Gemiddelde kredietduur van debiteuren
(In de praktijk wordt i.p.v. de totale betalingen vaak de totale omzet op rekening genomen)
- Gemiddelde kredietduur van crediteuren
(in de praktijk wordt de i.p.v. de betalingen vaak het totaal van de inkopen op rekening genomen)
Opdrachten 1 t/m 10
Vraag 1
Debet Credit
Vlottende activa Eigen vermogen
Voorraad 40.000 Eigen vermogen 25.000
Inventaris 19.000 Vreemd vermogen lang
Waarborg 3.000 Lening Senior 35.000
Te vorderen Btw 12.390 Vreemd vermogen kort
Liquide middelen Handelscrediteuren 5.000
Liquide middelen 4.610 Overige crediteuren 14.000
Vraag 2
Pieter zal op korte termijn de crediteuren moeten betalen van een bedrag van 19.000. Dit kan hij
doen door de liquide middelen te gebruiken, de te vorderen btw te vorderen en door de voorraad te
verkopen. Dus zal hij op korte termijn niet in de problemen komen.
Vraag 3
Resultatenbegroting
IWO 119.000 Omzet excl. btw 180.000
Huurkosten 13.200
Overige bedrijfskosten 54.000 Verlies 6.200
186.200 186.200
Vraag 4
Kwartaal Beginvoorraad Eindvoorraad
, 1e kwartaal 10.000 25.000
2e kwartaal 25.000 17.500
3e kwartaal 17.500 22.500
4e kwartaal 22.500 + 12.500 +
75.000 77.500
Gemiddelde voorraad: (75.000+77.500)/ 8 = 19.063
Vraag 5
Omzetsnelheid = (49.000 X 1,21)/ 19.063 = 3,11
Vraag 6
Kwartaal Beginvoorraad Eindvoorraad
1e kwartaal 80.000 89.000
2e kwartaal 89.000 94.000
3e kwartaal 94.000 86.000
4e kwartaal 86.000 + 82.000 +
349.000 351.000
(349.000 + 351.000)/ 8 = 87.500
Vraag 7
Kredietduur van handelscrediteuren: 87..000 X 360 = 52 dagen
Vraag 8
25.000 – 6.200 = 18.800 – 15.000 = 3.800 aan privé opnames
Vraag 9
19.000 – 3.800 = 20.800 – 18.000 = 2.800 euro is er geïnvesteerd
Vraag 10
Hoofdstuk 1: rechtsvormen en balans
Op de debetzijde van de balans is de vermogensbehoefte weergegeven door duurzame en vlottende
activa en liquide middelen. Hier wordt de vraag beantwoordt hoeveel geld je nodig hebt. Op de
creditzijde van de balans is de vermogensvoorziening zien, door eigen vermogen, vreemd vermogen
kort en vreemd vermogen lang. Dit blijft altijd in balans doordat de investering moet worden betaald
met een middel dat credit staat.
Er zijn verschillende soorten rechtsvormen. Een rechtsvorm is de juridische vorm van de organisatie.
Globaal bestaan er twee rechtsvormen, namelijk een rechtspersoon met of zonder
rechtspersoonlijkheid. Rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn natuurlijke personen. Dit zijn
personen net als ons allemaal en deze persoon heeft rechten en verplichtingen (belastingen over de
winst. Bij de rechtspersoonlijkheid met rechtspersoonlijkheid is de onderneming de persoon en die
draait dus op bij de aansprakelijkheid. Dit kun je herkennen aan een aandelenkapitaal en
winstreserve.
Rechtspersonen bij een NV of BV zijn de eigenaren de aandeelhouders. De BV of Nv heet
rechtspersoonlijkheid, naast verplichtingen (zoals belasting betalen over de winst) en rechten kan het
ook juridische bezittingen houden. De aandeelhouders is niet persoonlijk aansprakelijk met zijn
privébezittingen.
Persoonlijke rechtsvormen zijn bijvoorbeeld:
- Eenmanszaak, hier heeft één persoon een bedrijf. Op de balans kun je deze herkennen aan
het eigen vermogen.
- Vennootschap onder firma, hier hebben meerdere mensen samen een bedrijf. Op de balans
kun je dezze herkennen aan meerdere eigen vermogens.
- Commanditaire vennootschap (CV), hier heb je vennoten en een commanditaire vennoot.
Een commanditaire vennoot is iemand die geld investeert, maar geen zeggenschap heeft en
ook niet persoonlijk aansprakelijk is. Dit kun je herkennen op de balans aan de verschillende
eigen vermogens, maar ook een commanditaire vennoot.
- (Maatschap)
De kenmerken van rechtsvormen zonder rechtspersoonlijkheid zijn:
- Eigendom, zeggenschap en aansprakelijkheid zijn gekoppeld aan natuurlijke personen
- Er is geen juridische bedrijfsconstructie
- Belastingtechnisch: alle eigenaren betalen inkomstenbelasting over hun winstdeel. Het
betaalt geen belasting over de winst. Bij deze rechtsvormen wordt het deel van de winst, dat
niet privé wordt opgenomen, periodiek toegevoegd aan het oude eigen vermogen.
Op de balans heb je verschillende soorten balansposten, namelijk:
- Duurzame activa
o Materiële vaste activa: bezittingen > 1 jaar
o Immateriële vaste activa: activa die niet tastbaar zijn > 1 jaar, bijvoorbeeld goodwill
of rechten als patent
, - Vlottende activa: bezittingen die binnen 1 jaar om te zetten zijn in geld
- Liquide middelen: geld in de kassa of op de Rekening Courant van de bank. De rekening
courant bank is de betaalrekening, dit saldo kan te vorderen zijn of verschuldigd.
Er zijn twee kengetallen met betrekking tot vorderingen op debiteuren en schulden aan crediteuren:
- Gemiddelde kredietduur van debiteuren
(In de praktijk wordt i.p.v. de totale betalingen vaak de totale omzet op rekening genomen)
- Gemiddelde kredietduur van crediteuren
(in de praktijk wordt de i.p.v. de betalingen vaak het totaal van de inkopen op rekening genomen)
Opdrachten 1 t/m 10
Vraag 1
Debet Credit
Vlottende activa Eigen vermogen
Voorraad 40.000 Eigen vermogen 25.000
Inventaris 19.000 Vreemd vermogen lang
Waarborg 3.000 Lening Senior 35.000
Te vorderen Btw 12.390 Vreemd vermogen kort
Liquide middelen Handelscrediteuren 5.000
Liquide middelen 4.610 Overige crediteuren 14.000
Vraag 2
Pieter zal op korte termijn de crediteuren moeten betalen van een bedrag van 19.000. Dit kan hij
doen door de liquide middelen te gebruiken, de te vorderen btw te vorderen en door de voorraad te
verkopen. Dus zal hij op korte termijn niet in de problemen komen.
Vraag 3
Resultatenbegroting
IWO 119.000 Omzet excl. btw 180.000
Huurkosten 13.200
Overige bedrijfskosten 54.000 Verlies 6.200
186.200 186.200
Vraag 4
Kwartaal Beginvoorraad Eindvoorraad
, 1e kwartaal 10.000 25.000
2e kwartaal 25.000 17.500
3e kwartaal 17.500 22.500
4e kwartaal 22.500 + 12.500 +
75.000 77.500
Gemiddelde voorraad: (75.000+77.500)/ 8 = 19.063
Vraag 5
Omzetsnelheid = (49.000 X 1,21)/ 19.063 = 3,11
Vraag 6
Kwartaal Beginvoorraad Eindvoorraad
1e kwartaal 80.000 89.000
2e kwartaal 89.000 94.000
3e kwartaal 94.000 86.000
4e kwartaal 86.000 + 82.000 +
349.000 351.000
(349.000 + 351.000)/ 8 = 87.500
Vraag 7
Kredietduur van handelscrediteuren: 87..000 X 360 = 52 dagen
Vraag 8
25.000 – 6.200 = 18.800 – 15.000 = 3.800 aan privé opnames
Vraag 9
19.000 – 3.800 = 20.800 – 18.000 = 2.800 euro is er geïnvesteerd
Vraag 10