Houttechnologie
1. Hout: ecologie en technologie verzoend:
1.1. Bosfuncties:
Ecologische functie:
o Vermindering van broeikasgas effecten
o Bodembescherming
o Behoud van natuurlijke habitat
Sociale functie:
o Wandellen
o Markten naast bossen
Economische functie:
o Verkopen van gekapt hout
1.2. Belang van houtgebruik:
Groot belang
1.3.Voordelen hout:
Enige grondstof die aangroeit
Warmte technische eigenschappen zeer goed
Vochtregulerend materiaal
Minder nadelige gevolgen bij brand
Zeer sterk in verhouding tot zijn massa
Woonpsychologie: hout voelt aangenaam, warm, veel hout in huis bewezen gezonder
Minder vervuilend bij afbraak of vernietiging
2. Certificeren en labelen van bos en hout:
2.1.Hout is ok indien:
Duurzaam bosbeheer:
o Certificeringssystemen duurzaam bosbeheer:
FSC (wereldwijd) Forest Stewardship Council
PEFC (voornamelijk Europa) controle iets minder dan FSC
Duurzame verwerking
Duurzame bosexploitatie
Legaal:
o Conform nationale wetten (gezondheidswet, transportwet, boswetgeving, …)
o In overeenstemming met CITES lijst (lijst die handel regelt van bedreigde en
beschermde houtsoorten.
o Moet bewijsbaar legaal zijn
EUTR wetgeving (EU Timber Regulations): legaliteit van hout verzekert
Legaliteit geen garantie voor duurzaamheid (legaal + duurzaam bosbeheer
nog beter)
Flegt: helpen de importeurs met het nakomen van de wetten
SGS: kunnen een certificaat van legaliteit toekennen: VLC
Controle van legaliteit en duurzaamheid: Chain of Custody (COC nummer);
traceerbaarheid tot de bron
Certificeringssystemen: OLB (Afrika), SVLK (Indonesië), TLTV (wereldwijd)
1
, 2.2. FSC-label:
FSC (wereldwijd) Forest Stewardship Council:
Verantwoord bosbeheer overal ter wereld.
Duidelijk maken dat het hout uit een legaal en duurzaam bos komt
FSC principes
o Respect voor rechten lokale bevolking, wetten, sociaal en economisch welzijn van de
bosarbeiders
o Beschermen van de bossen
o Ecologische functie van het bos
2.3. Belang kennen van LKTS (Lesser know timber species):
Bos in diversiteit gebruiken en behouden
Minder gekende houtsoorten ook gebruiken
Niet alles verkrijgbaar? anders denken
o Kennen van alternatieve soorten
o Rekening houden met levertermijnen, rendementen bij verwerken
o Houteigenschappen niet zien als fouten
3. Houtanatomie:
3.1. De boom:
60 000 boomsoorten 10 000 houtsoorten
3.1.1. Ontstaan:
Naaldboom: eerst
Loofboom: later
Loofhout complexer in opbouw
3.1.2. Definitie:
Lang levende verhouttende plant
Jaarlijks hoger en dikker
Krachtig wortelgestel
Min of meer hoge stam > 3m
2
, 3.1.3. Vorm: afhankelijk van groeiomstandigheden
Boom:
o Wortelgedeelte
o Stamgedeelte
o Kroon:
Vertakking heeft invloed op
vorm van kwasten
Stam:
o Cilinder (A)
o Paraboloïde (B)
o Kegel (C)
o Neloïde (D)
3.1.4. Stamdiameter:
Gemeten op 1.3 meter boven het maaiveld
3.1.5. Boomouderdom:
Kaprijpe leeftijd:
o Leeftijd dat de boom niet/niet veel meer gaat groeien, dus geen hout
meer bij maakt.
o Op deze leeftijd kappen zorgt voor een goede verjonging van het bos.
3.2. Chemische samenstelling van hout:
3.2.1. Hoofdbestanddelen:
Bouwen de celwand op, zorgen voor stevigheid van het hout.
3.2.1.1. Cellulose:
35-50 %
Isolatie uit hout
Niet resistent tegen zuren
Fotosynthese:
o Vormen van glucose glucose – water = cellulose
o Enkel met licht doorgaan dagelijkse periodiciteit groei verloopt
Schoksgewijs erfelijk patroon
3.2.1.2. Hemicellulose:
20-35 %
Reservegrondstof
Samen met cellulose het skelet van de celwand
Heeft invloed op de plasticiteit van het hout hoe meer hemicellulose hoe
plastischer/buigzamer het hout
3.2.1.3. Lignine:
15-35 %
Belangrijk voor sterkte, brandwaarde van hout
Meer lignine beter bestand tegen zuren
Als cement van het hout
3D netwerk rond holocellulose
Verstijven van de celwand beter voor de druksterkte
3
1. Hout: ecologie en technologie verzoend:
1.1. Bosfuncties:
Ecologische functie:
o Vermindering van broeikasgas effecten
o Bodembescherming
o Behoud van natuurlijke habitat
Sociale functie:
o Wandellen
o Markten naast bossen
Economische functie:
o Verkopen van gekapt hout
1.2. Belang van houtgebruik:
Groot belang
1.3.Voordelen hout:
Enige grondstof die aangroeit
Warmte technische eigenschappen zeer goed
Vochtregulerend materiaal
Minder nadelige gevolgen bij brand
Zeer sterk in verhouding tot zijn massa
Woonpsychologie: hout voelt aangenaam, warm, veel hout in huis bewezen gezonder
Minder vervuilend bij afbraak of vernietiging
2. Certificeren en labelen van bos en hout:
2.1.Hout is ok indien:
Duurzaam bosbeheer:
o Certificeringssystemen duurzaam bosbeheer:
FSC (wereldwijd) Forest Stewardship Council
PEFC (voornamelijk Europa) controle iets minder dan FSC
Duurzame verwerking
Duurzame bosexploitatie
Legaal:
o Conform nationale wetten (gezondheidswet, transportwet, boswetgeving, …)
o In overeenstemming met CITES lijst (lijst die handel regelt van bedreigde en
beschermde houtsoorten.
o Moet bewijsbaar legaal zijn
EUTR wetgeving (EU Timber Regulations): legaliteit van hout verzekert
Legaliteit geen garantie voor duurzaamheid (legaal + duurzaam bosbeheer
nog beter)
Flegt: helpen de importeurs met het nakomen van de wetten
SGS: kunnen een certificaat van legaliteit toekennen: VLC
Controle van legaliteit en duurzaamheid: Chain of Custody (COC nummer);
traceerbaarheid tot de bron
Certificeringssystemen: OLB (Afrika), SVLK (Indonesië), TLTV (wereldwijd)
1
, 2.2. FSC-label:
FSC (wereldwijd) Forest Stewardship Council:
Verantwoord bosbeheer overal ter wereld.
Duidelijk maken dat het hout uit een legaal en duurzaam bos komt
FSC principes
o Respect voor rechten lokale bevolking, wetten, sociaal en economisch welzijn van de
bosarbeiders
o Beschermen van de bossen
o Ecologische functie van het bos
2.3. Belang kennen van LKTS (Lesser know timber species):
Bos in diversiteit gebruiken en behouden
Minder gekende houtsoorten ook gebruiken
Niet alles verkrijgbaar? anders denken
o Kennen van alternatieve soorten
o Rekening houden met levertermijnen, rendementen bij verwerken
o Houteigenschappen niet zien als fouten
3. Houtanatomie:
3.1. De boom:
60 000 boomsoorten 10 000 houtsoorten
3.1.1. Ontstaan:
Naaldboom: eerst
Loofboom: later
Loofhout complexer in opbouw
3.1.2. Definitie:
Lang levende verhouttende plant
Jaarlijks hoger en dikker
Krachtig wortelgestel
Min of meer hoge stam > 3m
2
, 3.1.3. Vorm: afhankelijk van groeiomstandigheden
Boom:
o Wortelgedeelte
o Stamgedeelte
o Kroon:
Vertakking heeft invloed op
vorm van kwasten
Stam:
o Cilinder (A)
o Paraboloïde (B)
o Kegel (C)
o Neloïde (D)
3.1.4. Stamdiameter:
Gemeten op 1.3 meter boven het maaiveld
3.1.5. Boomouderdom:
Kaprijpe leeftijd:
o Leeftijd dat de boom niet/niet veel meer gaat groeien, dus geen hout
meer bij maakt.
o Op deze leeftijd kappen zorgt voor een goede verjonging van het bos.
3.2. Chemische samenstelling van hout:
3.2.1. Hoofdbestanddelen:
Bouwen de celwand op, zorgen voor stevigheid van het hout.
3.2.1.1. Cellulose:
35-50 %
Isolatie uit hout
Niet resistent tegen zuren
Fotosynthese:
o Vormen van glucose glucose – water = cellulose
o Enkel met licht doorgaan dagelijkse periodiciteit groei verloopt
Schoksgewijs erfelijk patroon
3.2.1.2. Hemicellulose:
20-35 %
Reservegrondstof
Samen met cellulose het skelet van de celwand
Heeft invloed op de plasticiteit van het hout hoe meer hemicellulose hoe
plastischer/buigzamer het hout
3.2.1.3. Lignine:
15-35 %
Belangrijk voor sterkte, brandwaarde van hout
Meer lignine beter bestand tegen zuren
Als cement van het hout
3D netwerk rond holocellulose
Verstijven van de celwand beter voor de druksterkte
3