Sectorexploratie
1 Omgeving
Milieu:
- Abiotische bouwstenen:
o Kwaliteit bodem, lucht en water
o Ordening van de bouwstenen
- Biotische bouwstenen
o Kwantiteit / hoeveelheid variatie
o Kwaliteit / vitaliteit en conditie
Samenhangende relaties tussen de verschillende bouwstenen: ecosysteem
Uitwisseling biomassa en energie:
- Noodzaak: toevoer zonne-energie: fotosynthese
- Voedingspiramide: elk organisme eet een organisme van een lager niveau op
- Alles gereduceerd naar oorspronkelijke bouwstoffen
Voedselketen toont relaties tussen organismen en overdracht materie en energie
Ecosysteem = complexe relaties en samenhang tussen de biotische en abiotische
bouwstenen met elk zijn belangrijke functie.
Kenmerken:
o Bufferend vermogen
Capaciteit om stoffen op te slaan of weg te werken (zelfreinigend
vermogen)
Opslagcapaciteit = oneindig
Herstel mogelijk bij overschrijden kritische grens
o Regulerend vermogen
Vermogen tot stabiliteit en evenwicht
Evenwicht: geen sterke veranderingen, schommelingen kan
maar binnen bepaalde grenzen
Terugkoppelingsprocessen reguleren evenwicht
Terugkoppelingsmechanisme kan evenwicht niet herstellen bij
overschrijden kritische grens
Ecosysteemdiensten (ESD): ecosysteem als leverancier van goederen en diensten
o Gratis aan de maatschappij worden geleverd door ecosysteem
Producerende diensten
Leveren materiële producten: voedsel, drinkwater =>
natuurlijke bronnen
Regulerende diensten
Processen zoals waterzuivering, regulatie klimaat of bestuiving
Culturele diensten
De te bieden mogelijkheden van recreatie, ontspanning, ...
Ondersteunende diensten
o Dragen bij aan welvaart
, ESD: voedselproductie
Productie van plantaardige en dierlijke biomassa die rechtstreeks of na verwerking,
gebruikt wordt voor het voorzien in menselijke voedingsbehoeften.
- Economische sector (land- en tuinbouw): voor menselijke consumptie
- Extra input doen voedselproductie sterk toenemen
o Kunstmest, bestrijdingsmiddelen, schaalvergroting, mechanisering, ...
Toename voedselproductie
Gesloten stofkringlopen
De bouwstenen van een ecosysteem komen in verschillende chemische of fysische
toestanden voor
- Opgeslagen in reservoirs en staan met elkaar in verbinding via stromen.
o Stromen vormen gesloten kringlopen binnen ecosysteem
Stofkringlopen: ecologische kringlopen waar biologische, geologische en chemische
processen plaats vinden.
- Openbreken van een stofkringloop: economische activiteiten exploiteren
grondstoffen.
Emissieregelaar: regelt omvang en aard van de afvalstoffen naar het
milieu
Hergebruikregelaar: bevorderen dat afvalstromen worden
teruggebracht naar productie en consumptie
Grondstoffenregelaar: grijpt aan op hoeveelheid en aard van de
grondstoffen die worden gebruikt in het economisch systeem
Productenregelaar: snelheid en de wijze van consumptie en productie
bevat een sturingselement
Capaciteit of draagkracht van de aarde
Herstelregelaar: gerichte beheermaatregelen kunnen de voorraad
hernieuwbare grondstoffen in bepaalde gevallen vergroten
- Lekverliezen: opeenstapeling van afval en polluenten op het verkeerde moment, op
de verkeerde plaats of in de verkeerde vorm (komen op verkeerde plaats en
verkeerde moment in het milieu)
- Milieuprobleem: afname van de kwaliteit en/of kwantiteit van de ESD (de natuurlijke
bronnen, producten en diensten) afneemt
- Antropologische oorzaak?
Schaalniveaus:
De milieuproblemen worden afgewenteld naar een ander schaalniveau of naar een
ander tijdstip en generatie
o Afwentelingsmechanismen kost de maatschappij handenvol geld.
- Lokaalniveau: zwerfvuil
- Regionaal niveau: verdroging, verzuring (grondwatertafel daalt)
o Oppompen uit diepe grondwaterlagen, snel afvoeren in waterlopen, meer
verharde oppervlakten
- Fluviaal niveau: opstapeling milieuvervuilende stoffen (Noordzee)
o Accidentele lozingen: grote hoeveelheden
o Stelselmatige lozingen: verboden te lozen in Noordzee
- Continentaal niveau: verdroging (verwoestijning)
1 Omgeving
Milieu:
- Abiotische bouwstenen:
o Kwaliteit bodem, lucht en water
o Ordening van de bouwstenen
- Biotische bouwstenen
o Kwantiteit / hoeveelheid variatie
o Kwaliteit / vitaliteit en conditie
Samenhangende relaties tussen de verschillende bouwstenen: ecosysteem
Uitwisseling biomassa en energie:
- Noodzaak: toevoer zonne-energie: fotosynthese
- Voedingspiramide: elk organisme eet een organisme van een lager niveau op
- Alles gereduceerd naar oorspronkelijke bouwstoffen
Voedselketen toont relaties tussen organismen en overdracht materie en energie
Ecosysteem = complexe relaties en samenhang tussen de biotische en abiotische
bouwstenen met elk zijn belangrijke functie.
Kenmerken:
o Bufferend vermogen
Capaciteit om stoffen op te slaan of weg te werken (zelfreinigend
vermogen)
Opslagcapaciteit = oneindig
Herstel mogelijk bij overschrijden kritische grens
o Regulerend vermogen
Vermogen tot stabiliteit en evenwicht
Evenwicht: geen sterke veranderingen, schommelingen kan
maar binnen bepaalde grenzen
Terugkoppelingsprocessen reguleren evenwicht
Terugkoppelingsmechanisme kan evenwicht niet herstellen bij
overschrijden kritische grens
Ecosysteemdiensten (ESD): ecosysteem als leverancier van goederen en diensten
o Gratis aan de maatschappij worden geleverd door ecosysteem
Producerende diensten
Leveren materiële producten: voedsel, drinkwater =>
natuurlijke bronnen
Regulerende diensten
Processen zoals waterzuivering, regulatie klimaat of bestuiving
Culturele diensten
De te bieden mogelijkheden van recreatie, ontspanning, ...
Ondersteunende diensten
o Dragen bij aan welvaart
, ESD: voedselproductie
Productie van plantaardige en dierlijke biomassa die rechtstreeks of na verwerking,
gebruikt wordt voor het voorzien in menselijke voedingsbehoeften.
- Economische sector (land- en tuinbouw): voor menselijke consumptie
- Extra input doen voedselproductie sterk toenemen
o Kunstmest, bestrijdingsmiddelen, schaalvergroting, mechanisering, ...
Toename voedselproductie
Gesloten stofkringlopen
De bouwstenen van een ecosysteem komen in verschillende chemische of fysische
toestanden voor
- Opgeslagen in reservoirs en staan met elkaar in verbinding via stromen.
o Stromen vormen gesloten kringlopen binnen ecosysteem
Stofkringlopen: ecologische kringlopen waar biologische, geologische en chemische
processen plaats vinden.
- Openbreken van een stofkringloop: economische activiteiten exploiteren
grondstoffen.
Emissieregelaar: regelt omvang en aard van de afvalstoffen naar het
milieu
Hergebruikregelaar: bevorderen dat afvalstromen worden
teruggebracht naar productie en consumptie
Grondstoffenregelaar: grijpt aan op hoeveelheid en aard van de
grondstoffen die worden gebruikt in het economisch systeem
Productenregelaar: snelheid en de wijze van consumptie en productie
bevat een sturingselement
Capaciteit of draagkracht van de aarde
Herstelregelaar: gerichte beheermaatregelen kunnen de voorraad
hernieuwbare grondstoffen in bepaalde gevallen vergroten
- Lekverliezen: opeenstapeling van afval en polluenten op het verkeerde moment, op
de verkeerde plaats of in de verkeerde vorm (komen op verkeerde plaats en
verkeerde moment in het milieu)
- Milieuprobleem: afname van de kwaliteit en/of kwantiteit van de ESD (de natuurlijke
bronnen, producten en diensten) afneemt
- Antropologische oorzaak?
Schaalniveaus:
De milieuproblemen worden afgewenteld naar een ander schaalniveau of naar een
ander tijdstip en generatie
o Afwentelingsmechanismen kost de maatschappij handenvol geld.
- Lokaalniveau: zwerfvuil
- Regionaal niveau: verdroging, verzuring (grondwatertafel daalt)
o Oppompen uit diepe grondwaterlagen, snel afvoeren in waterlopen, meer
verharde oppervlakten
- Fluviaal niveau: opstapeling milieuvervuilende stoffen (Noordzee)
o Accidentele lozingen: grote hoeveelheden
o Stelselmatige lozingen: verboden te lozen in Noordzee
- Continentaal niveau: verdroging (verwoestijning)