HRM Blok 4 samenvatting: Performance - Advies & Implementatie

Samenvatting Blok 4
Performance: Advies en Implementatie
Week 1: Introductie & 6 componentenmodel
Literatuur
Adema, T., Samson, M., & Dusée, L. (2019). Bedrijfskundige aspecten van HRM
(2de editie). Noordhoff.
Hoofdstuk 3: Inspelen op de omgeving


Six Components Model
 Model waarmee op gestructureerde wijze de omgeving van een organisatie
gescand kan worden.
1. Externe algemene marktcontext
2. Externe populatie marktcontext
3. Externe algemene institutionele context
4. Externe populatie institutionele context
5. Configuratie
6. HR-strategie & HR-praktijken


Externe algemene
marktcontext Externe populatie
(macro-economische en marktcontext
arbeidsmarkt) (concurrentie, markt-
technologie producten)
1 1



HR-strategie en -praktijken
Configuratie
 Werving & selectie
(geschiedenis, cultuur  Training & ontwikkeling
eigenaarschap, technologie 3  Beoordeling en performancemanagement
en workforce)  Beloning
 Participatie 4



2
2
Externe populatie
institutionele context
Externe algemene
institutionele context (cao’s, vakbonden, sociale
partners, andere
Externe algemene marktcontext(wetgeving, normen en
stakeholders, wetten)
waarden)
Figuur 1: Six Components Model

,  Betrekking tot de markt en de economische context (algemene markt)
 Het land waarin bedrijf opereert  economische groei meest belangrijk
*Land in opkomst of stagnatie?
*Prijzen van benodigde grondstoffen?
 Algemene marktontwikkelingen
 Specifieke marktsverhoudingen
*Arbeidsmarkt betreft verhouding tussen vraag en aanbod
*Verhoudingen veranderen bij krapte of juist overschot van vraag en
aanbod
Externe populatie marktcontext
 Draait om de markt waarin de organisatie actief is
 Concurrenten op de markt
*Hoeveel zijn er en hoe presteren ze?
 Ontwikkeling van de markt zelf
*Groei of krimpmarkt?
*Wat rekenen we precies tot onze markt?
*Volwassenheid van de markt speelt een rol
 Vooruitzichten
*Wat zullen de concurrenten gaan doen?
*Wat zijn gevolgen voor het marktaandeel?
*Welke andere ontwikkelingen zijn te verwachten?


Externe algemene institutionele context
 Draait specifiek om het land waarin het bedrijf opereert op het gebied van
wet- en regelgeving en sociale normen.
 Wetgeving over werkomstandigheden
*Arbowet in Nederland
 Wettelijke situatie van de werknemer is van belang
*Bijvoorbeeld baanzekerheid
 Normen
*Gewoonten ten aanzien van zakendoen
*Welke normen bij bepaalde cultuur?
*Werk-privé-balans is hier een voorbeeld van
*Binnen bepaalde sectoren zijn bij bepaalde sectoren langere
werkdagen gebruikelijker dan anderen; bepaalt allemaal in hoge mate
HR-strategie van organisaties.
Externe populatie institutionele context
 Spelers die relevant zijn voor de sector waarin het bedrijf opereert
 Vakbonden en andere sociale partners
 Dynamiek tussen groeperingen is afhankelijk van de branche waarin
bedrijven opereren
 Personeelsregelingen geven hier door HR-praktijken in grote mate vorm
Configuratie
 Ook wel interne organisatiecontext

,  Principaal-agenttheorie  Het bestuur en eigendom van organisatie
vallen niet samen waardoor er een spanning tussen de twee factoren
ontstaat
*Eigenaar benoemd een agent voor besturen van de organisatie voor
hem (bijvoorbeeld aandeelhouders die bestuurders benoemen)
*Bestuurder zal moeten handelen in belang van de aandeelhouder,
maar dit kan niet goed gecontroleerd worden (informatiesymmetrie)
*Er zijn vele mechanismen die ingezet worden om dergelijke spanning
te minimaliseren, zoals rapportages
 Specifieke geschiedenis en cultuur van een organisatie zal in grote
mate bepalen hoe de organisatie op gebeurtenissen in de omgeving zal
reageren
*Soort mensen in dienst spelen een rol (opleidingsniveau, achtergrond,
leeftijd, etc.)
*Een bedrijf met vooral medewerkers uit één regio zal
hoogstwaarschijnlijk in die regio investeren, dan een multinational met
medewerkers van over de hele wereld.
X Alle interne factoren spelen een rol in hoe de organisatie zich
verhoudt tot de omgeving.
HR-strategie & HR-praktijken
 HR-strategie & HR-praktijken moeten aansluiten op de configuratie
 Volgens Boselie 5 HR-gebieden te weten:
 Werving en selectie
 Training en ontwikkeling
 Beoordeling en performancemanagement
 Beloning en participatie
 De verhouding tussen de zes componenten is de fit (Boselie)
 Strategische fit
*De relatie tussen externe marktcomponenten en de HR-strategie
 Institutionele fit
*Voor de specifieke relatie tussen de externe marktcomponenten en de
HR-strategie
 Organisatie fit
* De fit tussen de configuratie, HR-strategie en HR-praktijken
 Interne fit
* Verhouding tussen HR-strategie en HR-praktijken
 Consistentie
 Wat betreft HR-praktijken is consistentie ten aanzien van medewerkers
belangrijk
 Consistentie houdt in dat HR-praktijken voor alle medewerkers
hetzelfde zijn in vergelijkbare situaties
 Tijdelijke consistentie de stabiliteit van praktijken gedurende een
bepaalde periode
 Adaption fit
 Het aanpassen van de HR-strategie aan de veranderingen (extern of
intern)


Resource dependency theory