VERSLAGGEVING 2.
UITWERKINGEN TENTAMENSTOF
,Inhoudsopgave
H13. Historische kostenstelsel..................................................................................................................................3
Voorbeeld FIFO......................................................................................................................................................4
Voorbeeld LIFO......................................................................................................................................................5
Voorbeeld gemiddelde inkoopprijs.......................................................................................................................6
Voorbeeld ijzeren voorraadstelsel........................................................................................................................7
H14. Vervangingswaardestelsel................................................................................................................................8
Voorbeeld vervangingswaardestelsel...................................................................................................................9
H16. Kapitaalbelangen............................................................................................................................................10
Voorbeelden mogelijke waarderingsgrondslagen..............................................................................................11
Waarderingsgrondslag = aanschafprijs...........................................................................................................11
Waarderingsgrondslag = actuele waarde.......................................................................................................12
Waarderingsgrondslag = reëele waarde.........................................................................................................12
Waarderingsgrondslag = nettovermogenswaarde..........................................................................................13
Waarderingsgrondslag = equitymethode.......................................................................................................14
Voorbeeld kapitaalbelang...................................................................................................................................14
H17. Consolidatie....................................................................................................................................................17
Voorbeeld consolidatieproces.............................................................................................................................21
H18. Vreemde valuta...............................................................................................................................................22
Voorbeeld transactie vreemde valuta.................................................................................................................23
Voorbeeld niet afgewikkelde transactie vreemde valuta...................................................................................23
Voorbeeld termijnmarkttransactie en aankoop callopties.................................................................................24
Voorbeeld volgens IASB en de RJ........................................................................................................................25
Voorbeeld netto monetaire positie.....................................................................................................................27
H19. Winstbelasting................................................................................................................................................28
Voorbeeld carry back en carry forward..............................................................................................................29
Voorbeeld tijdelijke verschillen...........................................................................................................................31
Voorbeeld belasting............................................................................................................................................33
,H13. HISTORISCHE KOSTENSTELSEL
Toepassing van historische kosten op de vaste activa:
Het historische kostenstelsel baseert zich op werkelijk betaalde prijzen en is vrij van schattingen.
Bij duurzame productiemiddelen levert toepassing van dit stelsel weinig problemen op. De waardering
gebeurt tegen de oorspronkelijk betaalde prijs verminderd met de (op die prijs gebaseerde) gedane
afschrijvingen. Eventuele stijgingen van actuele inkoopprijzen worden niet via hogere afschrijvingen in
mindering op de winst gebracht; het resultaat wordt dan ook op nominalistische wijze berekend.
Toepassing van historische kosten op de voorraden:
Bij de voorraden is de uitwerking van het historische kostenstelsel complexer.
De volgende varianten zijn ontwikkeld:
FIFO (= First In First Out)
GIP (= Gemiddelde Inkooprijs)
LIFO (= Last In First Out)
Minimumwaarderingsregel bij voorraden:
Bij dalende prijzen kan het historische kostenstelsel niet op eenzelfde manier als bij prijsstijgingen worden
toegepast vanwege de minimumwaarderingsregel.
De balanswaardering op basis van historische kosten moet naar beneden toe worden bijgesteld als de
verwachte opbrengstwaarde lager is. Stel dat de vraag naar het goed Q ineens zodanig vermindert, dat de zich
per ‘’datum’’ op de balans bevindende voorraad slechts voor naar schatting € 10 per stuk kan worden verkocht.
De voorraad moet dan afgewaardeerd worden naar ‘’aantal stuks’’ × € 10 = €‘’waardering’’. Deze afboeking
komt ten laste van het resultaat.
Minimumwaarderingsregel bij vaste activa:
De minimumwaarderingsregel geldt ook voor vaste activa; die zijn echter niet bestemd om verkocht te worden.
Afboeking naar lagere directe opbrengstwaarde is daarom niet relevant, tenzij die hoger is dan de indirecte
opbrengstwaarde.
, VOORBEELD FIFO
Uit dit voorbeeld krijg je de volgende uitwerking:
Inkoop: Verkoop:
1 jan 500 tv’s á €1000,- 1 mrt 600 tv’s á €1300,-
1 feb 500 tv’s á €950,-
Verkoopwaarde = 600 x €1300 = €780.000
Inkopen = 500 x €1000 = €500.000 (-) Hier pak je de eerste inkoop.
Inkopen = (600 - 500) x €950 = € 95.000 (-) Hier het gedeelte wat nog over is.
-------------
Winst = €185.000