Samenvatting boek leidinggeven

Leidinggeven Karen Knispels



Hoofdstuk 1: leidinggeven
Leercirkel van Kolb
Als je leiderschapsvaardigheden wilt ontwikkelen is het handig om
terug te denken aan een concrete ervaring die jij hebt in het
aansturen van medewerkers. Bij reflectief observeren denk je aan
deze ervaring terug. Hoe pakte ik het aan? Bij abstract theoretiseren
ga je in de boeken kijken wat de theorie ervan zegt en als je gaat
experimenteren ga je vervolgens actief oefenen. Je kunt hierbij op
ieder moment van de cirkel instappen.

Leiders zijn resultaatgericht en nemen anderen daar graag in mee.
Zij hebben een visie op de toekomst, weten wat ze willen bereiken
en zien de weg om daar te komen.

Leidinggeven = doelgericht beïnvloeden van het gedrag van
medewerkers.
Bestaat uit twee aspecten:
1. Taakgerichtheid
2. Mensgerichtheid

Het mensgerichte aspect van leidinggeven bestaat uit het ondersteunen en ontwikkelen van
medewerkers, door onder andere naar hen te luisteren, hen te coachen, advies te geven en ruimte te
geven aan hun ambities en ontwikkeling.

Het taakgerichte aspect van leidinggeven bestaat uit het aansturen van medewerkers, zoals door te
plannen, te organiseren, te controleren en bij te sturen.

Stijlen van leiddinggeven
= het gedragspatroon van degene die leidinggeeft, zoals dat door anderen wordt ervaren

Verschillende leidinggevenden kunnen verschillende stijlen laten zien, maar één leidinggevende kan
ook variëren in zijn stijl. Ieder heeft een persoonlijke voorkeur voor stijl. Maar als leidinggevende
moet je zowel de taakgerichte- als menselijke kant ontwikkelen.

Hersey & Blanchard
Zij verdelen stijlen van leidinggeven in vier categorieën:


Stijl 1: vertellen (instrueren)
Een leidinggevende is sterk directief. Geeft duidelijk aan wat de
medewerker moet doen en hoe, wanneer en waar. Er is weinig
aandacht voor de medewerker zelf.
Sterk taakgericht

Stijl 2: verkopen (overtuigen)

,Een leidinggevende is directief. Hij is duidelijk wat hij van de medewerker verwacht en geeft input
over hoe en wat van de uitvoering van de taak. Daarbij heeft hij oog van de behoefte van de
medewerker.
Stijl 3: participeren (coachen)
Deze leider is sterk gericht op samenwerking en ontwikkeling van medewerkers. Hij geeft mensen
inzicht in de manier waarop zij samenwerken en besluiten nemen. Hij stelt zich op als coach.
Sluit aan bij medewerkers die voldoende inzicht in hun taak hebben en hun verantwoordelijkheden
kennen.

Stijl 4: delegeren (faciliteren)
Leider laat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering over aan zijn medewerkers. Hij geeft doelen
aan, maar laat andere vrij hoe zij deze doelen bereiken.
Geschikt voor ervaren en zelfstandige medewerkers

Niet elke stijl past bij iedere leider en bij iedere medewerker
Twee vragen stellen:
1. Kan de medewerker de taak uitvoeren? (bekwaam)
2. Wil de medewerker de taak uitvoeren ?(bereid)




Op basis van jouw inschatting kies je de juiste stijl van leidinggeven.




Visie ontwikkelen
Visie is vaak niets minder dan de kijk op een zaak.

Missie = geeft de kernactiviteiten van je bedrijf weer en vertelt iets over de markt waarin je actief
bent. Je benoemt hierbij ook de principes waar jij en het bedrijf voor staan.

Strategie = een (langetermijn) plan waarin je aangeeft wat je wilt doen en hoe je dat wilt bereiken.

Visie = geeft aan wat je wilt bereiken

Je visie is de basis voor al je acties. Visie is de manier waarop je als leider je doelen wilt bereiken. Een
visie kan om verschillende redenen waardevol zijn:

,  Een visie geeft richting
 Een visie is uitdagend
 Met een visie onderscheid je je van andere organisaties
 Een visie helpt je te overleven

Een visie ontwikkel je langzaam. Stappenplan:

1: Analyseer de situatie
Maak een situatieanalyse => SWOT

2: Stel kritische vragen
Stel kritische vragen => bijv. Wat valt mij op? Wat vind ik belangrijk?

3: Ontwikkel ideeën
Stel jezelf bewust open voor ideeën die nodig zijn om je visie te realiseren.

4: formuleer een visie
Kies voor krachtige bewoordingen en houd het kort.


Een leider heeft een visie nodig om mensen te kunnen inspireren en motiveren.


Hoofdstuk 2: Communiceren
Communicatie is overal van belang. Communicatie is de smeerolie in iedere relatie, zowel zakelijk als
privé. Je moet over de nodige communicatieve vaardigheden beschikken om te kunnen schakelen in
verschillende leiderschapsstijlen. Er wordt ingegaan op drie basisvaardigheden

Krachtig spreken
Als je leidinggeeft aan anderen is het belangrijk dat je goed duidelijk kunt maken wat je wilt. Je moet
krachtig verwoorden wat je van de andere verwacht. Er worden glasheldere formuleringen verwacht.
Hierbij formuleer je je uitspraken SMART:
- Specifiek
- Meetbaar
- Acceptabel
- Realistisch
- Tijdgebonden

Denk daarbij aan de verbale verpakking.
 Wees stellig
 Spreek in de ik-vorm
 Gebruik geen stopwaarden
 Geen twijfeltaal (misschien, eventueel)
 Geen verkleinwoorden
 Benadruk krachtig het belang
 Geef aan wat je wilt en waarom
 Spreek consequenties uit
 Formuleer positief en constructief
 Spreek vanuit gezamenlijkheid