MCTRL-1 motorisch leren en herstel van functie
Declaratief/ expliciet geheugen: het vermogen om kennis van feiten en gebeurtenissen te herinneren
Nondeclaratief/impliciet leren
- Nonassociatief
- Associatief
- Procedureel leren
Nonassociatief geheugen:
- Habituatie en sensitisatie
Gewenning: afname mate van respons als gevolg van herhaalde blootstelling aan niet pijnlijke
stimulus
Sensitisatie: toename van respons op een gevaarlijke of schadelijke stimulus.
Associatief leren
Associatief leren: leren voorspellen verhouding tussen twee stimuli (klassieke conditionering) of
iemands gedrag en de consequentie (operante conditionering)
Procedureel leren:
- Herhaaldelijk oefenen onder wisselende omstandigheden
- Analogie leren
Procedureel leren: taken leren die automatisch uitgevoerd kunnen worden zonder aandacht of
bewuste gedachten.
Veel herhaling onder wisselende omstandigheden (zonder aandacht) leidt tot procedureel leren
Analogie leren: zwanenhals basketbal frisbee werpen tafeltennis
Impliciet leren beklijft beter ook onder stressvolle situaties.
Analogie leren
Analogie leren: Er wordt op het moment onderzoek gedaan naar de analogie: ‘doe alsof je de
stappen in het zand volgt’ en ‘doe alsof je op de witte strepen van het zebrapad stapt’.
Deze analogie lijkt wisselend te werken voor mensen na CVA. Het blijkt zo te zijn dat de analogie
bekend moet zijn en goed voor te stellen. Daarnaast moet het haalbaar zijn (niet het gevoel hebben
te grote stappen te moeten zetten).
Bij mensen die het zich goed voor kunnen stellen verbetert de paslengte en loopsnelheid. De
neurologiepatient moet natuurlijk een voldoende werkgeheugen en voorstellingsvermogen hebben
, hiervoor. Anders moet je met andere vormen werken (denk aan observatie). retentie? Bij de
mensen voor wie het werkt blijkt de retentie ook goed te zijn.
Theorieën motorisch leren:
- Schmidt’s schema theorie
- Ecologische theorie
- Fitts en posners three stage model
- Bernsteins three stage benadering
Schmidt’s schema theory:
- Selecteer een gewenste uitkomst en daarbij horende condities
- Bepaal de verwachte sensorische gevolgen
- Feedback sensorische gevolgen en KR
Volgens Schmidt is er een recall schema en een recognition schema
Recall schema: selecteren van respons (voorspellen uitkomst) herhaalde bewegingen met
verschillende parameters veroorzaken verschillende uitkomsten. Er wordt een relatie gecreëerd
tussen de parametergrootte en de uitkomst van de beweging. Deze relatie wordt vervolgens
opgeslagen in het recall schema. vorm van impliciete kennis. Relatie blijkt niet meer bekend te zijn
wanneer iemand expliciet heeft geleerd en dan onder druk moet presteren.
Recognition schema: evaluatie respons. Sensorische consequenties en uitkomsten van eerdere
vergelijkbare bewegingen worden gekoppeld.
Klinische toepassingen:
- Verschillende condities oefenen
- Recall schema: kennis, regels/relaties ontwikkelen
- Recognition schema: sensorisch
Beperkingen:
- Variatie werkt beter bij kinderen
Ecologische theorie:
- Niet alleen de optimale motorische reactie
- Ook de optimale reactie in combinatie met taak- en omgevingsbeperkingen
- Optimale motorische reactie rekening houdend met taak (scoren, buitenspel wel/niet),
omgeving (gewoon gras, kunstgras), individu (tweebenig?, snel/langzaam?)
Declaratief/ expliciet geheugen: het vermogen om kennis van feiten en gebeurtenissen te herinneren
Nondeclaratief/impliciet leren
- Nonassociatief
- Associatief
- Procedureel leren
Nonassociatief geheugen:
- Habituatie en sensitisatie
Gewenning: afname mate van respons als gevolg van herhaalde blootstelling aan niet pijnlijke
stimulus
Sensitisatie: toename van respons op een gevaarlijke of schadelijke stimulus.
Associatief leren
Associatief leren: leren voorspellen verhouding tussen twee stimuli (klassieke conditionering) of
iemands gedrag en de consequentie (operante conditionering)
Procedureel leren:
- Herhaaldelijk oefenen onder wisselende omstandigheden
- Analogie leren
Procedureel leren: taken leren die automatisch uitgevoerd kunnen worden zonder aandacht of
bewuste gedachten.
Veel herhaling onder wisselende omstandigheden (zonder aandacht) leidt tot procedureel leren
Analogie leren: zwanenhals basketbal frisbee werpen tafeltennis
Impliciet leren beklijft beter ook onder stressvolle situaties.
Analogie leren
Analogie leren: Er wordt op het moment onderzoek gedaan naar de analogie: ‘doe alsof je de
stappen in het zand volgt’ en ‘doe alsof je op de witte strepen van het zebrapad stapt’.
Deze analogie lijkt wisselend te werken voor mensen na CVA. Het blijkt zo te zijn dat de analogie
bekend moet zijn en goed voor te stellen. Daarnaast moet het haalbaar zijn (niet het gevoel hebben
te grote stappen te moeten zetten).
Bij mensen die het zich goed voor kunnen stellen verbetert de paslengte en loopsnelheid. De
neurologiepatient moet natuurlijk een voldoende werkgeheugen en voorstellingsvermogen hebben
, hiervoor. Anders moet je met andere vormen werken (denk aan observatie). retentie? Bij de
mensen voor wie het werkt blijkt de retentie ook goed te zijn.
Theorieën motorisch leren:
- Schmidt’s schema theorie
- Ecologische theorie
- Fitts en posners three stage model
- Bernsteins three stage benadering
Schmidt’s schema theory:
- Selecteer een gewenste uitkomst en daarbij horende condities
- Bepaal de verwachte sensorische gevolgen
- Feedback sensorische gevolgen en KR
Volgens Schmidt is er een recall schema en een recognition schema
Recall schema: selecteren van respons (voorspellen uitkomst) herhaalde bewegingen met
verschillende parameters veroorzaken verschillende uitkomsten. Er wordt een relatie gecreëerd
tussen de parametergrootte en de uitkomst van de beweging. Deze relatie wordt vervolgens
opgeslagen in het recall schema. vorm van impliciete kennis. Relatie blijkt niet meer bekend te zijn
wanneer iemand expliciet heeft geleerd en dan onder druk moet presteren.
Recognition schema: evaluatie respons. Sensorische consequenties en uitkomsten van eerdere
vergelijkbare bewegingen worden gekoppeld.
Klinische toepassingen:
- Verschillende condities oefenen
- Recall schema: kennis, regels/relaties ontwikkelen
- Recognition schema: sensorisch
Beperkingen:
- Variatie werkt beter bij kinderen
Ecologische theorie:
- Niet alleen de optimale motorische reactie
- Ook de optimale reactie in combinatie met taak- en omgevingsbeperkingen
- Optimale motorische reactie rekening houdend met taak (scoren, buitenspel wel/niet),
omgeving (gewoon gras, kunstgras), individu (tweebenig?, snel/langzaam?)