samenvatting motor control periode 1.3 fysiotherapie kennistoets (KT)

MTCL-1 posturale controle bij ouder wordende mens

De oudere groep is een heterogene groep. Er zijn mensen die heel oud en super fit zijn en jonge
mensen die eigenlijk door de ouderdom amper nog iets kunnen

Bepaalde factoren die hier invloed op hebben:

- Primaire factoren: genetische aanleg/ en verandering van DNA door mutaties
- Secondaire factoren:
 Voeding  overgewicht
 Stress
 Oefening  bevordert cardiovasculaire gezondheid
 Aandoeningen



Indicatoren voor vallen:

- Definitie van vallen ( echt vallen/balans). Je hebt verschillende definities van vallen. Je kun
vallen definiëren als echt vallen en terecht komen op de grond, stoel, enz. ( een vast punt).
Verder kun je vallen nog definiëren als de onmogelijkheid om zelf je balans te herstellen
zonder hulp. ( je hoeft dus niet echt te vallen)
- Risicofactoren voor vallen : intern/extern
 Spierzwakte
 Geschiedenis van vallen
 Afwijkingen in looppatroon
 Afwijkingen in balans
 Gebruik van rollator, wandelstok, enz.
 Afwijkingen in het visuele systeem
 Artritis
 ADLs
 Depressie
 Moeite met dubbeltaken
 Leeftijd boven 80
 Dingen in de omgeving : trap, tapijten, slecht licht, enz./

Steady state balance: tijdens het ouder worden, wordt het functionele balans slechter. Tijdens het
zitten en staan kunnen de ouderen minder ver een kant op buigen omdat ze dan hun balans
verliezen. Dit neemt dus af als ze ouder worden

Reactive balance:

- Ouderen gebruiken vaak eerder hun heup om hun balans te houden. Een reden hiervoor kan
zijn dat spieren rondom de enkel verzwakt zijn
- Ouderen zetten eerder een stap om balans te houden dan jongeren
- Het wordt steeds lastiger om je balans te vinden als je ouder wordt. Het duurt dus dan ook
langer om weer in balans te komen


Proactive balance

, Motorisch systeem:

Kracht neemt af. Uithoudingsvermogen blijft langer gespaard. Concentrische contracties nemen
meer af dan langzame contracties. Afname van op extensie gerichte activiteiten.

Het vermogen om kracht te produceren, coördineren en accuraat aan te passen voor balans controle.



Leeftijd gerelateerde veranderingen posturele controle:

- Musculoskeletaal systeem  beide type vezels nemen af van kwaliteit. Ontstaat combi
vezels.
- Neuromusculair systeem  Onsert delay  vertraging van een prikkel/ minder snelheid in
geleiding. Toename reactietijd
- Sensorisch systeem  neem af
- Anticipatoire posturale mogelijkheden  vermogen om te anticiperen neemt af
- Cognitieve issues en PC  dubbeltaken vaak lastig

Musculoskeletaal systeem:

- Druk komt meer naar achter te liggen in het lichaam vanwege verandering houding. Door de
ingezakte houding krijgt de patiënt het gevoel om voorover te buigen. ( gebruik rollator komt
van pas)
- Kracht neemt af
- Spieren worden kleiner met ouderdom ( meer in onderste extremiteit dan in bovenste
extremiteit ) De spiercellen die dood gaan worden vervangen met bindweefsel en vet.
- Uithoudingsvermogen gaat achteruit maar gaat niet zo sterk achteruit dan spierkracht.
- Tijdens ouderdom zijn er ook steeds minder motor units
- Verminderde mobiliteit


Neuromusculair systeem:

- Verandering in stilstaan
- Veranderingen in motorische strategieën
- Aangepaste bewegingen voor veranderde taken
- Tandem Romberg: veranderde situaties onder steady state balance
- Toename sway
- Staan op tenen