Endodontologie houdt zich bezig met de weke kern ( de pulpa ). Heeft als doel ziekten te
voorkomen aan de structuren of zo te behandelen dat het element functioneel blijft
Endodontium:
- Tandpulpa
- Uitlopers van de odontoblasten in dentinetubuli
- Parodontale weefsel
Het pulpaweefsel:
- Zenuwvaten
- Af- en aanvoerende bloedvaten
- Lymfevaten
- Cellen
- Fibroblasten, over gehele pulpaholte. Produceren tussencelstof en
vezels.
- Odontoblasten, dunne laag tegen dentine. Uitlopers in dentinetubuli
oftewel kanaaltjes van Tomes. Vormt dentine.
- Macrofagen (afweercellen), liggen tegen bloedvaten en komen in actie
wanneer ontsteking ontstaan
- Bindweefsel
De pulpaholte wordt onderverdeeld in de pulpakamer en het wortelkanaal. Bij elementen met
1 kanaal is dit meestal niet zo duidelijk.
De bodem van de pulpakamer bevindt zich altijd apicaal van de glazuur-cementgrens.
Het wortelkanaal is het deel van de pulpaholte dat zich in de wortel bevindt. Hij kan
aftakkingen en bochten hebben = laterale kanalen.
Apicaal is er meestal een hoofd opening = foramen apicale, hierdoor komen een lymfevat,
bloedvat en zenuwstreng het element binnen vanaf de nervus trigeminus.
Furcatie (accessorisch kanaal) = ruimte tussen wortels van een kies. Is normaal gevuld met
bot en bedekt met tandvlees. Bij parodontitis wordt deze ruimte toegankelijk.
Dentikels (pulpa steentjes) = Dit zijn groepjes pulpa cellen die verkalkt zijn. Komt voor in
oudere pulpa’s.
Functie tandpulpa:
- Vormende (formatieve) functie = cellen van pulpa vormen vezels en spelen rol bij
dentine.
- Voedende functie = bestaat uit levend weefsel.
- Sensorische functie = registratie en regulering van de kauwdruk.
- Afweerfunctie = Bij een ontsteking verzorgen macrofagen en lymfecellen de afweer.
Eruptie = Nog niet geheel volgroeide pulpaholte.
Wanneer het element ouder wordt (3jr), zal de pulpakamer kleiner worden en de
wortelkanalen smaller worden of zelfs geheel dichtslibben (obliteren). Dit gebeurd door
afzetting van secundair dentine en algehele verkalking.
, 6.3
De oorzaken (etiologie) van pulpa-aandoeningen:
- Bacteriële irritatie:
- Bacteriën die pulpa bereiken door bijv cariës of fractuur.
- Mechanische irritatie:
- Trauma
- Preparatie en restauratie
- Bruxisme (knarsen)
- Thermische irritatie:
- De hitte die kan ontstaan door onvoldoende koeling tijdens behandeling
- Diepe restauratie zonder isolerende cementlaag
- Chemische irritatie:
- Gevolge van bepaalde vulmaterialen
Reversibele pulpitis
Bij een asymptomatische (pijnloze) reversibele pulpitis:
- Geen klachten
- Geen duidelijke afwijking te zien, pulpa is zacht weefsel
Bij een symptomatische (pijnlijke) reversibele pulpitis:
- Klachten bij koud- of wartme prikkel
- De pijn van de prikkel is heftig, maar trekt snel weer weg
- Klachten gaan meestal snel over nadat de oorzaak verholpen is, bijv. diepe cariës
Bij een asymptomatische irreversibele pulpitis:
- Weinig klachten
- Wanneer de oorzaak niet wordt verholpen kan hij ineens erg pijnlijk worden
Bij een symptomatische irreversibele pulpitis:
- Heftige pijn, straalt uit langs gehele kaak, niet duidelijk welk element
- Pijn begint spontaan, wordt s avonds erger
- De pijnreactie die door prikkel van warmte en koud ontstaat, houd lange tijd aan
Bij een tumor (zwelling) is pulpitis praktisch onmogelijk; het pulpaweefsel kan niet uitzetten
in de pulpakamer. Er ontstaat verstoring van bloedcirculatie, wanneer patiënt naar bed gaat
of gaat liggen word het erger. Dit leidt tot necrose (afsterven van weefsel).
Een irreversibele pulpitis geneest nooit spontaan en het pulpaweefsel wordt altijd necrotisch.
Het element moet altijd een zenuwkanaalbehandeling krijgen.
Parodontitis apicalis = pulpitis gepaard met een ontsteking in het weefsel van het
parodontale ligament rond het apicale gebied (de punt van de wortel).
Het element is pijnlijk bij percussie (tikken) en kauwdruk.
voorkomen aan de structuren of zo te behandelen dat het element functioneel blijft
Endodontium:
- Tandpulpa
- Uitlopers van de odontoblasten in dentinetubuli
- Parodontale weefsel
Het pulpaweefsel:
- Zenuwvaten
- Af- en aanvoerende bloedvaten
- Lymfevaten
- Cellen
- Fibroblasten, over gehele pulpaholte. Produceren tussencelstof en
vezels.
- Odontoblasten, dunne laag tegen dentine. Uitlopers in dentinetubuli
oftewel kanaaltjes van Tomes. Vormt dentine.
- Macrofagen (afweercellen), liggen tegen bloedvaten en komen in actie
wanneer ontsteking ontstaan
- Bindweefsel
De pulpaholte wordt onderverdeeld in de pulpakamer en het wortelkanaal. Bij elementen met
1 kanaal is dit meestal niet zo duidelijk.
De bodem van de pulpakamer bevindt zich altijd apicaal van de glazuur-cementgrens.
Het wortelkanaal is het deel van de pulpaholte dat zich in de wortel bevindt. Hij kan
aftakkingen en bochten hebben = laterale kanalen.
Apicaal is er meestal een hoofd opening = foramen apicale, hierdoor komen een lymfevat,
bloedvat en zenuwstreng het element binnen vanaf de nervus trigeminus.
Furcatie (accessorisch kanaal) = ruimte tussen wortels van een kies. Is normaal gevuld met
bot en bedekt met tandvlees. Bij parodontitis wordt deze ruimte toegankelijk.
Dentikels (pulpa steentjes) = Dit zijn groepjes pulpa cellen die verkalkt zijn. Komt voor in
oudere pulpa’s.
Functie tandpulpa:
- Vormende (formatieve) functie = cellen van pulpa vormen vezels en spelen rol bij
dentine.
- Voedende functie = bestaat uit levend weefsel.
- Sensorische functie = registratie en regulering van de kauwdruk.
- Afweerfunctie = Bij een ontsteking verzorgen macrofagen en lymfecellen de afweer.
Eruptie = Nog niet geheel volgroeide pulpaholte.
Wanneer het element ouder wordt (3jr), zal de pulpakamer kleiner worden en de
wortelkanalen smaller worden of zelfs geheel dichtslibben (obliteren). Dit gebeurd door
afzetting van secundair dentine en algehele verkalking.
, 6.3
De oorzaken (etiologie) van pulpa-aandoeningen:
- Bacteriële irritatie:
- Bacteriën die pulpa bereiken door bijv cariës of fractuur.
- Mechanische irritatie:
- Trauma
- Preparatie en restauratie
- Bruxisme (knarsen)
- Thermische irritatie:
- De hitte die kan ontstaan door onvoldoende koeling tijdens behandeling
- Diepe restauratie zonder isolerende cementlaag
- Chemische irritatie:
- Gevolge van bepaalde vulmaterialen
Reversibele pulpitis
Bij een asymptomatische (pijnloze) reversibele pulpitis:
- Geen klachten
- Geen duidelijke afwijking te zien, pulpa is zacht weefsel
Bij een symptomatische (pijnlijke) reversibele pulpitis:
- Klachten bij koud- of wartme prikkel
- De pijn van de prikkel is heftig, maar trekt snel weer weg
- Klachten gaan meestal snel over nadat de oorzaak verholpen is, bijv. diepe cariës
Bij een asymptomatische irreversibele pulpitis:
- Weinig klachten
- Wanneer de oorzaak niet wordt verholpen kan hij ineens erg pijnlijk worden
Bij een symptomatische irreversibele pulpitis:
- Heftige pijn, straalt uit langs gehele kaak, niet duidelijk welk element
- Pijn begint spontaan, wordt s avonds erger
- De pijnreactie die door prikkel van warmte en koud ontstaat, houd lange tijd aan
Bij een tumor (zwelling) is pulpitis praktisch onmogelijk; het pulpaweefsel kan niet uitzetten
in de pulpakamer. Er ontstaat verstoring van bloedcirculatie, wanneer patiënt naar bed gaat
of gaat liggen word het erger. Dit leidt tot necrose (afsterven van weefsel).
Een irreversibele pulpitis geneest nooit spontaan en het pulpaweefsel wordt altijd necrotisch.
Het element moet altijd een zenuwkanaalbehandeling krijgen.
Parodontitis apicalis = pulpitis gepaard met een ontsteking in het weefsel van het
parodontale ligament rond het apicale gebied (de punt van de wortel).
Het element is pijnlijk bij percussie (tikken) en kauwdruk.