Biologie H2 Samenvatting – Emma van Gog – 4Vc
Basisstof 1
- Cellen kunnen zich voortplanten door celdeling
Celdeling: hierdoor ontstaan uit een moedercel twee identieke dochtercellen die
dezelfde eigenschappen bevatten (de moedercel verdwijnt dan)
Ongeslachtelijke voortplanting: Reproductie waarbij 1 ouder is betrokken, hierdoor
ontstaan door celdeling nakomelingen die genetisch identiek zijn aan de ouder
- De eencellige deelt zich, waarna beide cellen uitgroeien tot volledige organismen
- Schimmels, planten en sommige dieren kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten
- Uit poliepen (dieren) kunnen nieuwe poliepen ontstaan door knopvorming
Ongeslachtelijke voortplanting door knollen
Stekken
❖ Ongeslachtelijke voortplanting
❖ Op kunstmatige wijze
❖ Je snijdt een stuk van een stengel/blad af
❖ Hier ontwikkelen zich wortels
❖ Hieruit ontwikkeld een nieuwe plant
Weefselkweek
❖ Speciale manier van stekken
❖ Stukjes weefsel van een goed groeiende plant worden op een voedingsbodem
met groeistoffen gebracht
❖ De cellen delen zich
❖ Er is een hoeveelheid ongedifferentieerd weefsel ontstaan (Callus)
❖ Dit weefsel wordt in stukjes verdeeld en op een andere bodem gelegd
Kloon: Een organisme dat door ongeslachtelijke voortplanting uit één organisme is
ontstaan
- Voordat een cel deelt, wordt het DNA in de chromosomen gekopieerd. Elke nieuwe
cel ontvangt dezelfde set chromosomen
- Helft 1: Oorspronkelijk materiaal van de moedercel, Helft 2: Kopie daarvan
, Spiraliseren: Het oprollen van de chromosomen waarbij ze veel korter en dikker
worden, aan het begin van een celdeling.
- Na een celdeling ontrollen ze weer
Mitose: Kerndeling, hierdoor ontstaan er 2 kernen (bij planten, dieren en schimmels)
- na mitose snoert de cel tussen de kernen in en ontstaan er 2 nieuwe cellen
Plasmagroei: nieuw cytoplasma dat is gevormd na mitose
- het aantal celorganellen neemt toe
De Celcyclus:
M-fase: de periode waarin de kerndeling en celdeling plaatsvinden
Interfase: de periode tussen 2 celdelingen
DNA-replicatie/synthese: het kopie van elk DNA-molecuul dat halverwege de
interfase wordt gemaakt
S-fase: fase waarin de DNA-replicatie gebeurd
- de kopie blijft tijdelijk vastzitten aan het DNA (waarvan kopie is gemaakt)(nu bestaat
een chromosoom uit twee chromatiden)
Centromeer: de plaats waar de kopie vastzit aan het DNA
Chromatiden: Benaming als de DNA-moleculen nog aan elkaar vastzitten
G1-fase: de periode tussen de M-fase en S-fase
G2-fase: de periode tussen de S-fase en M-fase
G0-fase: als de cellen in rust zijn, geen delingen
Basisstof 1
- Cellen kunnen zich voortplanten door celdeling
Celdeling: hierdoor ontstaan uit een moedercel twee identieke dochtercellen die
dezelfde eigenschappen bevatten (de moedercel verdwijnt dan)
Ongeslachtelijke voortplanting: Reproductie waarbij 1 ouder is betrokken, hierdoor
ontstaan door celdeling nakomelingen die genetisch identiek zijn aan de ouder
- De eencellige deelt zich, waarna beide cellen uitgroeien tot volledige organismen
- Schimmels, planten en sommige dieren kunnen zich ongeslachtelijk voortplanten
- Uit poliepen (dieren) kunnen nieuwe poliepen ontstaan door knopvorming
Ongeslachtelijke voortplanting door knollen
Stekken
❖ Ongeslachtelijke voortplanting
❖ Op kunstmatige wijze
❖ Je snijdt een stuk van een stengel/blad af
❖ Hier ontwikkelen zich wortels
❖ Hieruit ontwikkeld een nieuwe plant
Weefselkweek
❖ Speciale manier van stekken
❖ Stukjes weefsel van een goed groeiende plant worden op een voedingsbodem
met groeistoffen gebracht
❖ De cellen delen zich
❖ Er is een hoeveelheid ongedifferentieerd weefsel ontstaan (Callus)
❖ Dit weefsel wordt in stukjes verdeeld en op een andere bodem gelegd
Kloon: Een organisme dat door ongeslachtelijke voortplanting uit één organisme is
ontstaan
- Voordat een cel deelt, wordt het DNA in de chromosomen gekopieerd. Elke nieuwe
cel ontvangt dezelfde set chromosomen
- Helft 1: Oorspronkelijk materiaal van de moedercel, Helft 2: Kopie daarvan
, Spiraliseren: Het oprollen van de chromosomen waarbij ze veel korter en dikker
worden, aan het begin van een celdeling.
- Na een celdeling ontrollen ze weer
Mitose: Kerndeling, hierdoor ontstaan er 2 kernen (bij planten, dieren en schimmels)
- na mitose snoert de cel tussen de kernen in en ontstaan er 2 nieuwe cellen
Plasmagroei: nieuw cytoplasma dat is gevormd na mitose
- het aantal celorganellen neemt toe
De Celcyclus:
M-fase: de periode waarin de kerndeling en celdeling plaatsvinden
Interfase: de periode tussen 2 celdelingen
DNA-replicatie/synthese: het kopie van elk DNA-molecuul dat halverwege de
interfase wordt gemaakt
S-fase: fase waarin de DNA-replicatie gebeurd
- de kopie blijft tijdelijk vastzitten aan het DNA (waarvan kopie is gemaakt)(nu bestaat
een chromosoom uit twee chromatiden)
Centromeer: de plaats waar de kopie vastzit aan het DNA
Chromatiden: Benaming als de DNA-moleculen nog aan elkaar vastzitten
G1-fase: de periode tussen de M-fase en S-fase
G2-fase: de periode tussen de S-fase en M-fase
G0-fase: als de cellen in rust zijn, geen delingen