Medische (patho)fysiologie deel B samenvatting
Nieren (H14)
Functie nieren:
1. regulatie van water, niet-organische ionen evenwicht, zuur-base evenwicht
2. verwijdering van afvalstoffen uit het bloed en afscheiding van deze stoffen in de urine
urea, uric acid, creatinine en afbraakproducten van hemoglobine
3. gluceogenese: syntheze van glucose uit aminozuren en geven dit af aan het bloed
4. klieren die hormonen (erythropoietin en 1,25-dihydroxyvitamine D) en een enzym
(renine) uitscheiden
Structuur van de nieren
nieren ureters blaas urethra (plasbuisje)
cortex: buitenste laag van de nier
medulla: binnenste laag van de nier
calyx: vaat dat urine verzameld uit de medullas
papilla: verbinding van de medulla en calyx
pelvis: alle calysen verzamelen in de pelvis en dit
verandert in de ureter
capsule: vlies van bindweefsel om de nier heen
nefron: een nier-eenheid die urine uit het bloed
scheidt
bestaat uit een corpusculum Malpighii
bestaat uit de capsule van
Bowman en de glomerulus
filtreert het bloed tot een filtraat
zonder cellen, grote polypeptiden en eiwitten
bevindt zich in de cortex
bestaat uit een tubulus
een cylindrische vaat met als wand 1 laag epitheelcellen
de lus van Henle bevindt zich in de medulla
oplopende tubulus in de lus van Henle loopt door de afferente en
efferente arteriolen door naar de macula densa
de tubulus in de macula densa bestaat uit
juxtaglomerulaire cellen
kunnen renin uitscheiden naar het bloed
wordt omringt door peritubulaire capillairen voor terugresorptie
brengen het bloed naar de efferente arteriole en uiteindelijk naar
de ader
twee soorten nefronen
juxtamedullaire nefronen: corpusculum Malpighii bevindt zich vlak bij de
medulla in de cortex, waardoor de lus van Henle diep in de medulla zit
peritubulaire capillairen rijken diep de medulla in en heten
daarom de vasa recta
corticale nefronen: corpusculum Malpighii bevindt zich in het buitenste
deel van de cortex, waardoor de lus van Henle niet diep de medulla in kan
sommigen hebben geen lus van Henle
functie: voornamelijk reabsorptie en secretie
In de corpusculum wordt een opgepropt deel van het afferente bloedvat, de glomerulaire
capillairen, de capsule van Bowman ingedrukt. Hierdoor ontstaat de ruimte van Bowman. De
glomerulaire capillairen hebben een wand van epitheelcellen, met grote filtratie poriën.
Vervolgens is er een eiwitmembraan (basal lamina) en als laatst worden de glomerulaire
1
, capillairen omringd door de epitheelcellen van de capsule van Bowman, de prodocytes (alleen in
deze regio). De glomerulaire capillairen loops worden omringd door mesangial cellen.
Afferente slagader glomerulaire capillairen capsule van Bowman (bloed gaat verder in
de efferente slagader) proximal tubulus aflopende tubulus in de lus van Henle oplopende
tubulus in de lus van Henle distal convoluted tubulus
In de tubulus worden stoffen soms via
metabolisme verwijderd, waardoor ze
verdwijnen uit het lichaam. Ook kunnen de
cellen stoffen produceren, zoals amonnium
ionen (NH4+), waterstof ionen (H+) en
waterstofcarbonaar (HCO3_).
Glomerulaire filtratie
glomerulair filtraat (de vloeistof in Bowmann’s ruimte) bestaat uit alle moleculen van
het bloed in dezelfde concentratie als in het bloed
berust op het feit dat water het bloedvat uitgedrukt wordt en allerlei stoffen met
zich meeneemt
geen eiwitten, omdat
er geen grote en zware moleculen door het renal corpuscle kunnen
filtratiegaten zijn negatief geladen, waardoor eiwitten (zijn vaak negatief
geladen) hier niet doorheen kunnen
geen kleine moleculen die gebonden zijn aan eiwitten (zoals calcium en
vetzuren)
netto glomerulaire filtratiedruk (mmHg) ¿ PGC −P BS−π GC
2
Nieren (H14)
Functie nieren:
1. regulatie van water, niet-organische ionen evenwicht, zuur-base evenwicht
2. verwijdering van afvalstoffen uit het bloed en afscheiding van deze stoffen in de urine
urea, uric acid, creatinine en afbraakproducten van hemoglobine
3. gluceogenese: syntheze van glucose uit aminozuren en geven dit af aan het bloed
4. klieren die hormonen (erythropoietin en 1,25-dihydroxyvitamine D) en een enzym
(renine) uitscheiden
Structuur van de nieren
nieren ureters blaas urethra (plasbuisje)
cortex: buitenste laag van de nier
medulla: binnenste laag van de nier
calyx: vaat dat urine verzameld uit de medullas
papilla: verbinding van de medulla en calyx
pelvis: alle calysen verzamelen in de pelvis en dit
verandert in de ureter
capsule: vlies van bindweefsel om de nier heen
nefron: een nier-eenheid die urine uit het bloed
scheidt
bestaat uit een corpusculum Malpighii
bestaat uit de capsule van
Bowman en de glomerulus
filtreert het bloed tot een filtraat
zonder cellen, grote polypeptiden en eiwitten
bevindt zich in de cortex
bestaat uit een tubulus
een cylindrische vaat met als wand 1 laag epitheelcellen
de lus van Henle bevindt zich in de medulla
oplopende tubulus in de lus van Henle loopt door de afferente en
efferente arteriolen door naar de macula densa
de tubulus in de macula densa bestaat uit
juxtaglomerulaire cellen
kunnen renin uitscheiden naar het bloed
wordt omringt door peritubulaire capillairen voor terugresorptie
brengen het bloed naar de efferente arteriole en uiteindelijk naar
de ader
twee soorten nefronen
juxtamedullaire nefronen: corpusculum Malpighii bevindt zich vlak bij de
medulla in de cortex, waardoor de lus van Henle diep in de medulla zit
peritubulaire capillairen rijken diep de medulla in en heten
daarom de vasa recta
corticale nefronen: corpusculum Malpighii bevindt zich in het buitenste
deel van de cortex, waardoor de lus van Henle niet diep de medulla in kan
sommigen hebben geen lus van Henle
functie: voornamelijk reabsorptie en secretie
In de corpusculum wordt een opgepropt deel van het afferente bloedvat, de glomerulaire
capillairen, de capsule van Bowman ingedrukt. Hierdoor ontstaat de ruimte van Bowman. De
glomerulaire capillairen hebben een wand van epitheelcellen, met grote filtratie poriën.
Vervolgens is er een eiwitmembraan (basal lamina) en als laatst worden de glomerulaire
1
, capillairen omringd door de epitheelcellen van de capsule van Bowman, de prodocytes (alleen in
deze regio). De glomerulaire capillairen loops worden omringd door mesangial cellen.
Afferente slagader glomerulaire capillairen capsule van Bowman (bloed gaat verder in
de efferente slagader) proximal tubulus aflopende tubulus in de lus van Henle oplopende
tubulus in de lus van Henle distal convoluted tubulus
In de tubulus worden stoffen soms via
metabolisme verwijderd, waardoor ze
verdwijnen uit het lichaam. Ook kunnen de
cellen stoffen produceren, zoals amonnium
ionen (NH4+), waterstof ionen (H+) en
waterstofcarbonaar (HCO3_).
Glomerulaire filtratie
glomerulair filtraat (de vloeistof in Bowmann’s ruimte) bestaat uit alle moleculen van
het bloed in dezelfde concentratie als in het bloed
berust op het feit dat water het bloedvat uitgedrukt wordt en allerlei stoffen met
zich meeneemt
geen eiwitten, omdat
er geen grote en zware moleculen door het renal corpuscle kunnen
filtratiegaten zijn negatief geladen, waardoor eiwitten (zijn vaak negatief
geladen) hier niet doorheen kunnen
geen kleine moleculen die gebonden zijn aan eiwitten (zoals calcium en
vetzuren)
netto glomerulaire filtratiedruk (mmHg) ¿ PGC −P BS−π GC
2
