Opgave 1:
1. methyl-acetyleen: propyn
propadieen:
2. l
3. Stel x = acrylzuur en y = etheen
32 x
=0,432 x=28,8 x+11,2 y3,2 x=11,2 y x=3,5 y x : y =3,5Dusde
72 x +28 y
verhouding is ongeveer acrylzuur : ethaan 3,5 : 1
4. De COOH groep reageert met de OH- groep tot COO-. En negatieve deeltjes stoten elkaar
af, waardoor de stof opzwelt
5. Omdat de witte stof een polymeer is en dus zijn de vanderwaalsbindingen heel sterk en
dus kan de stof niet oplossen
Opgave 2:
, 6. Zetmeel/amylose: C6O5H10 (67F)
M(C6O5H10) = 162,1 gmol-1
3,7∗10 7
Aantal monomeren = =2,3∗105 monomeren
162,1
m 3,7 ·107
7. n= = =19,47 ol TPS mol zetmeel zonder water
M 1,9 ·106
m 100
n= = =2,703∗10−5 mol zetmeel met water
M 3,7 ·10 7
Water: 19,47−1=18,47 mol (vanwege n – 1)
m 100
Zetmeel n= = =2,7∗10−6mol water=2,7∗10−6∗18,47=4,99∗10−5
M 3,7 ·107
−5 −4
m=n∗M =4,99∗10 ∗18,105=9,0∗10 gram water
8.
9. Doordat de glycerolmoleculen tussen de ketens komen, wordt de gemiddelde afstand
tussen de ketens groter. De vanderwaalsbindingen tussen de ketens worden hierdoor
zwakker, waardoor de ketens makkelijker langs elkaar kunnen bewegen (en het
materiaal beter te vervormen wordt).
10. Polystereen monomeer: C8H8
Reactie vergelijking:
(C8H8)n + 10n O2 8n CO2 + 4n H2O
1. methyl-acetyleen: propyn
propadieen:
2. l
3. Stel x = acrylzuur en y = etheen
32 x
=0,432 x=28,8 x+11,2 y3,2 x=11,2 y x=3,5 y x : y =3,5Dusde
72 x +28 y
verhouding is ongeveer acrylzuur : ethaan 3,5 : 1
4. De COOH groep reageert met de OH- groep tot COO-. En negatieve deeltjes stoten elkaar
af, waardoor de stof opzwelt
5. Omdat de witte stof een polymeer is en dus zijn de vanderwaalsbindingen heel sterk en
dus kan de stof niet oplossen
Opgave 2:
, 6. Zetmeel/amylose: C6O5H10 (67F)
M(C6O5H10) = 162,1 gmol-1
3,7∗10 7
Aantal monomeren = =2,3∗105 monomeren
162,1
m 3,7 ·107
7. n= = =19,47 ol TPS mol zetmeel zonder water
M 1,9 ·106
m 100
n= = =2,703∗10−5 mol zetmeel met water
M 3,7 ·10 7
Water: 19,47−1=18,47 mol (vanwege n – 1)
m 100
Zetmeel n= = =2,7∗10−6mol water=2,7∗10−6∗18,47=4,99∗10−5
M 3,7 ·107
−5 −4
m=n∗M =4,99∗10 ∗18,105=9,0∗10 gram water
8.
9. Doordat de glycerolmoleculen tussen de ketens komen, wordt de gemiddelde afstand
tussen de ketens groter. De vanderwaalsbindingen tussen de ketens worden hierdoor
zwakker, waardoor de ketens makkelijker langs elkaar kunnen bewegen (en het
materiaal beter te vervormen wordt).
10. Polystereen monomeer: C8H8
Reactie vergelijking:
(C8H8)n + 10n O2 8n CO2 + 4n H2O