Richtingenvlakkenenassen
t.b.vrichtingen
Termen
Termen
t.b.vvlakkenendoorsneden
Eerste vierkantje
groene
jek ktvanoadeonderkantnaarhetbovenstegedeelte
Relatiegewrichtbewegingsasbewegingbewegingsvan
• Er zit een as in je heupen. Er moet een beweging
gemaakt worden in het sagittale vlak. Dit gebeurd door
de transversale as. De bewegingen heten ante exie,
retro exie en/of extensie, je kunt naar voren en naar
achteren bewegen of recht gaan staan
• Een as in je hoofd, transversale vlak bewegen. Je kunt je
alleen naar links en naar rechts draaien. Rotatie naar
rechts of naar links. Dit kan door de longitudinale as
• As door navel. Van voor naar achter. Je kunt naar links of
naar rechts buigen, laterore ex rechts en laterore ex
links. Je beweegt in het frontale vlak. Met de transversale
as.
, Beenderstelsel
enspierstelsel
beenderstelsel
juncties
Beenderstelsel spierstelsel
steun staatzaktniet
tegenzwaartekracht asje mee
sina.am steunaanweredoen de buik
Beschermingvande
zachteinwendigeorganen net
hoonherseninhoud beschermenvanin enuitgangen bde mond mondholte
de
longenarmen
behouden Beweging vanhetskelet spieren hebben hierin
directerol
ten Behoudvanhoudingenlichaamspositie energier ke
Hesboomweningvoorspierbewegingen
h
gewrichtenvormen boom o pzichte jaarbindingen
ernaarspieren
van aanbeenderenvast om
zitten onderarmtebewegenhebjeeen opgeslagenDit de
is b randstoe nodigvoorcontractie
bot die
nodig daarboven want
ligt daar vast2bot
despierenaan
zitten deunbewegen doorde nemen
spieren de verbandaspieren
bottenonderling trekken
tenopzichtevanernaar aisjebicepssamentrentbeweegtjeonderarm samen omjewww.aominde juistehoudingtekr genmenjeniet
opslagabottenonskindergexiber doorweinigcalcium carciumsoso.cn
behoudlichaamstemperatuur door
samentrekkingenvandsepieren
het
manen
envetten bot
stevig wordt
warmtegeproduceerd
Breda
productieinbeenmerg beenmergin dae
beenderen acentrale
grote
breed bloedcellenwitte
g eproduceerd arode bloeddenbloedplaatjesen
l mogen
Botvormen
kenmerken bot
lang
• Uiteinde aan de ene
kant en een uiteinde
aan de andere kant.
Proximale epifyse en
distale epifyse. Er
tussen in, de schacht
heet diafyse. De overgang daartussen is een schijf. Bij
kinderen kraakbeen en bij volwassene gaat het sluiten. Aan
de randen kraakbeen, waardoor het een gewricht vormt met
schouder of elleboog.
• Gatenkaas is een sponsachtig botweefsel, je kunt er niet in
knijpen.
• In diafyse is een holte, beenmerg. Bloedvaten via compact beenweefsel het bot in naar beenmerg.
• Bloedvaten naar epifyse om kalk af te zetten en bot steviger te maken.
• Periost-> buitenste beenvlies. Zitten zenuwen in -> pijnlijk
• Endost -> binnenste beenvlies
• Diafyse van binnen naar buiten: endost, klein laagje spongieus, dikke laag compact beenweefsel
en buiten periost
• Epifyse van buiten naar binnen” gewrichtskraakbeen, klein laagje compact bot, hele grote laag
spongieus beenweefsel, de schijf, bloedvaten
t.b.vrichtingen
Termen
Termen
t.b.vvlakkenendoorsneden
Eerste vierkantje
groene
jek ktvanoadeonderkantnaarhetbovenstegedeelte
Relatiegewrichtbewegingsasbewegingbewegingsvan
• Er zit een as in je heupen. Er moet een beweging
gemaakt worden in het sagittale vlak. Dit gebeurd door
de transversale as. De bewegingen heten ante exie,
retro exie en/of extensie, je kunt naar voren en naar
achteren bewegen of recht gaan staan
• Een as in je hoofd, transversale vlak bewegen. Je kunt je
alleen naar links en naar rechts draaien. Rotatie naar
rechts of naar links. Dit kan door de longitudinale as
• As door navel. Van voor naar achter. Je kunt naar links of
naar rechts buigen, laterore ex rechts en laterore ex
links. Je beweegt in het frontale vlak. Met de transversale
as.
, Beenderstelsel
enspierstelsel
beenderstelsel
juncties
Beenderstelsel spierstelsel
steun staatzaktniet
tegenzwaartekracht asje mee
sina.am steunaanweredoen de buik
Beschermingvande
zachteinwendigeorganen net
hoonherseninhoud beschermenvanin enuitgangen bde mond mondholte
de
longenarmen
behouden Beweging vanhetskelet spieren hebben hierin
directerol
ten Behoudvanhoudingenlichaamspositie energier ke
Hesboomweningvoorspierbewegingen
h
gewrichtenvormen boom o pzichte jaarbindingen
ernaarspieren
van aanbeenderenvast om
zitten onderarmtebewegenhebjeeen opgeslagenDit de
is b randstoe nodigvoorcontractie
bot die
nodig daarboven want
ligt daar vast2bot
despierenaan
zitten deunbewegen doorde nemen
spieren de verbandaspieren
bottenonderling trekken
tenopzichtevanernaar aisjebicepssamentrentbeweegtjeonderarm samen omjewww.aominde juistehoudingtekr genmenjeniet
opslagabottenonskindergexiber doorweinigcalcium carciumsoso.cn
behoudlichaamstemperatuur door
samentrekkingenvandsepieren
het
manen
envetten bot
stevig wordt
warmtegeproduceerd
Breda
productieinbeenmerg beenmergin dae
beenderen acentrale
grote
breed bloedcellenwitte
g eproduceerd arode bloeddenbloedplaatjesen
l mogen
Botvormen
kenmerken bot
lang
• Uiteinde aan de ene
kant en een uiteinde
aan de andere kant.
Proximale epifyse en
distale epifyse. Er
tussen in, de schacht
heet diafyse. De overgang daartussen is een schijf. Bij
kinderen kraakbeen en bij volwassene gaat het sluiten. Aan
de randen kraakbeen, waardoor het een gewricht vormt met
schouder of elleboog.
• Gatenkaas is een sponsachtig botweefsel, je kunt er niet in
knijpen.
• In diafyse is een holte, beenmerg. Bloedvaten via compact beenweefsel het bot in naar beenmerg.
• Bloedvaten naar epifyse om kalk af te zetten en bot steviger te maken.
• Periost-> buitenste beenvlies. Zitten zenuwen in -> pijnlijk
• Endost -> binnenste beenvlies
• Diafyse van binnen naar buiten: endost, klein laagje spongieus, dikke laag compact beenweefsel
en buiten periost
• Epifyse van buiten naar binnen” gewrichtskraakbeen, klein laagje compact bot, hele grote laag
spongieus beenweefsel, de schijf, bloedvaten