100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Inleiding tot de rechtswetenschap 2021 Radboud Universiteit

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
33
Geüpload op
29-05-2022
Geschreven in
2021/2022

Dit document bevat alle benodigde informatie voor het tentamen Inleiding tot de rechtswetenschap deel A. De samenvatting is opgedeeld per week en bevat alle voorgeschreven stof (hoorcolleges, werkgroepen, literatuur, arresten).












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Onbekend
Geüpload op
29 mei 2022
Aantal pagina's
33
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Week 1

Recht als systeem van prescriptieve gedragsregels


1.1 Hoorcollege en werkgroep

Descriptieve gedragsregels = de werkelijkheid beschrijvend, empirisch toetsbaar

Normatieve/prescriptieve gedragsregels = hoe het hoort/zou moeten zijn (normen en
waarden), niet empirisch toetsbaar  rechtsregels
- godsdienst  religieuze regels
- moraal  samenleving
- fatsoen  samenleving
- recht (naleving wordt door de overheid afgedwongen!)

Rechtszekerheid: door iedereen gelijk te straffen / zelfde sociale zekerheid

Rechtsbronnen:
1. Wet (geschreven)
2. Verdrag (geschreven)
3. Jurisprudentie (ongeschreven)
4. Gewoonterecht (ongeschreven)
Dit is het positieve recht

In de wettenbundels:
Sr = materieel
Sv = formeel
BW = materieel
Rv (burgerlijke rechtsvordering) = formeel
Gw = materieel
Awb = mix (zie je aan titel)
EVRM = mix

1.2 Verheugt

Het recht heeft de taak om – zo mogelijk – conflicten te voorkomen en bestaande
conflicten op te lossen (overheid heeft belangrijke rol).

Functies recht:

1. Ordening van gedrag: rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te
ordenen en daarmee ook te uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van
kracht zijn. (materieel recht)
2. Handhaving rechtsregels: de regels moeten worden gehandhaafd, dat wil zeggen
dat er toezicht wordt uitgeoefend op de niet-naleving ervan en dat conflicten
daarover aan een rechter kunnen worden voorgelegd. (formeel recht)

,De inhoud van de meeste rechtsregels vloeit voort uit algemeen aanvaarde opvattingen
over goed en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige ordening van de maatschappij
 gerechtigheid en doelmatigheid.

Natuurrecht = universele waarden en normen die zijn voortgekomen uit de natuur
zonder dat de mens daaraan te pas is gekomen

De rechtsregels van het objectieve recht ordenen de verhouding tussen personen door
aan hen bevoegdheden en verplichtingen toe te kennen.
Subjectief recht = de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een regel van
objectief recht ontleent (vb: recht stemmen als je 18 bent, recht op betaling)

Twee betekenissen ‘recht’: algemene regel(s) en individuele bevoegdheid

Het staat ieder land in beginsel vrij zijn wetgeving te regelen wat het nodig acht, en te
bepalen welke bevoegdheden aan het bestuur en de rechtelijke macht toekomen 
soevereiniteit.

Volkenrecht = verkeer tussen staten onderling

Verdrag = een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling en
volkenrechtelijke organisaties  wederzijdse verplichtingen

Verdragen met rechtstreekse werking: rechtsregels gelden rechtstreeks binnen de
nationale rechtsorde van een staat (Unierecht)

Monisme = rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het nationale recht
zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is

Verdragen met een eigen rechtsorde: VwEU

Voorrangsregel: Europees Unierecht heeft voorrang boven de nationale regel bij
verdragsbepalingen die voor iedereen kunnen gelden

Het staatsrecht bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en
zijn organen en op de bevoegdheden van die organen.
 Grondwet, grondrechten (gelijkheidsbeginsel), organieke opbouw, organieke wetten =
over een bepaald onderwerp moeten nadere regels worden gemaakt in een wet,
gewoonterecht

In het bestuursrecht staat de rechtsverhouding tussen overheid en burger centraal 
beschikking: overheidsbesluiten die slechts gelden voor één persoon

Strafrecht: bedreigt bepaalde gedragingen met straf
Materiële strafrecht: geeft aan welke gedragingen strafbaar zijn, wie de dader is en welke
straffen voor het plegen van strafbare feiten kunnen worden opgelegd.
Formele strafrecht/strafprocesrecht: bevat voorschriften omtrent de gang van zaken bij
de opsporing van strafbare feiten, het onderzoek, ter terechtzitting en de
tenuitvoerlegging van de straf.

, Voorkomen dat die gedragingen worden verricht, beveiligen van de maatschappij, leed
toevoeging aan de dader (!)
Sancties: gevangenisstraf, hechtenis, taakstraf, geldboete

In het burgerlijk recht heeft de juridische betrekkingen tussen personen onderling tot
onderwerp. Twee gebieden regels betreffende de persoon: het personen- en familierecht
(persoonlijke betrekkingen binnen en buiten het gezin) en het rechtspersonenrecht (BV,
NV, publiekrechtelijke rechtspersonen).

Vermogen = optelsom van alle rechten en verplichtingen van een persoon die op geld
waardeerbaar zijn en in beginsel ook overdraagbaar zijn.

Het arbeidsrecht wordt omschreven als het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft
op de arbeidsverhouding van personen die in loondienst werkzaam zijn.
Collectieve voorzieningen  sociale zekerheid

Publiekrecht: staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht, volkenrecht
Privaatrecht: onderlinge betrekkingen tussen personen

3 opvattingen over onderscheid publiek- en privaatrecht:
1. Verschil in beschermde belangen (publiek: algemeen belang, privaat: individueel)
2. Verschil in rechtshouding (publiek: staat en individu, privaat: individuen onderling)
3. Verticaal/horizontaal
publiek: verticaal – inrichting van de overheid en de wijze waarop exclusief aan de
overheid toegekende bevoegdheden worden uitgeoefend naar de burger toe
privaat: horizontaal – gebaseerd op een in beginsel gelijkwaardige rechtsverhouding
tussen personen

Klassieke indelingen recht: deelgebieden
Andere indeling: bijzonder recht

Precedentwerking = rechters richten zich bij hun uitspraak doorgaans naar eerdere
rechterlijke uitspraken in soortgelijke gevallen

1.3 Tekstbundel

Natuurrechtsaanhangers menen:
Geldend recht = natuurrecht + positief recht
 positief recht mag niet in strijd zijn met de natuurlijke rechtvaardigheid

Normale omstandigheden:
Geldend recht = positief recht

Synoniemen = verschillende benamingen voor hetzelfde verschijnsel
Homoniemen = één dezelfde benaming voor twee verschillende verschijnselen

, Week 2

Rechtssubjecten, overheden en hun bevoegdheden


2.1 Hoorcollege en werkgroep

Rechtssubjecten = entiteiten die rechten en plichten kunnen hebben
 Natuurlijke personen
 Rechtspersonen
- privaatrechtelijke rechtspersonen (art. 2:3 BW): verenigingen, coöperaties, owm, NV’s,
BV’s met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen (wel bestuur, geen leden)
- kerkgenootschappen (art. 2:2 BW)
- publiekrechtelijke rechtspersonen/overheden (art. 2:1 BW): staat, provincies,
gemeenten, waterschappen

Rechtsfeit  rechtsgevolg
Rechtshandeling: verander bewust rechten en plichten (vb: contract sluiten, testament)

Privaatrechtelijke rechtshandelingen:
- ieder rechtssubject
- gericht op: zelfbinding, autonomie (burgers zijn vrij en autonoom)
- let op handelingsbekwaamheid (minderjarigen, curatelen)

Publiekrechtelijke rechtshandelingen:
- overheid is verdeeld in ambten/organen
- trias politica
- eenzijdige binding van anderen (vb: beschikking)

Een rechtspersoon heeft rechten en plichten en een ambt voert deze uit.

Een overheidsambt kan alleen publiekrechtelijke bevoegdheden dragen, maar is geen
rechtspersoon (overheid wel).
Vb: de Staat kan iemand inhuren om een brug te bouwen, oftewel publiekrechtelijke
rechten en plichten dragen. Staat kan je opdelen in kleinere delen: regering, Eerste
Kamer, Tweede Kamer (maar zij kunnen los niet een brug bouwen o.i.d.)

2.2 Verheugt

Privaatrechtelijke rechtspersonen: vereniging, stichting, BV, NV
vb: de Staat, provincies, de gemeenten en de waterschappen (art. 2:1 BW)

Als een natuurlijk persoon optreedt namens een rechtspersoon is sprake van
vertegenwoordiging. Elk rechtspersoon heeft een eigen vermogen.

Rechtsfeiten: feiten met een rechtsgevolg
- Blote rechtsfeiten: worden niet door menselijk gedrag veroorzaakt (vb: geboorte, dood,
naburigheid).

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Jennifer2022 Radboud Universiteit Nijmegen
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
21
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
10
Documenten
13
Laatst verkocht
1 week geleden

4,5

2 beoordelingen

5
1
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen