2021 LP1 AFP Werkgroep 1 Bijlage 1 studentversie
Opdracht 1: Koppel de juiste begrippen aan elkaar
Anabole reactie Katabole reactie
Kleine moleculen worden samengevoegd tot Grote moleculen worden afgebroken tot
grotere kleinere
Assimilatie Dissimilatie
Opbouw stofwisseling Afbraak stofwisseling
Kost energie Energie komt vrij
Kies uit: dissimilatie, assimilatie, energie komt vrij, kost energie, kleine moleculen worden
samengevoegd tot grotere, grote moleculen worden afgebroken tot kleinere, afbraak stofwisseling,
opbouw stofwisseling.
Opdracht 2:
A. Wat kan je zien aan een patiënt waarbij er in het lichaam meer anabole reacties plaatsvinden
dan katabole reacties?
Alle energie wordt in lichaam opgeslagen -> dikker/groter worden.
B. Wat kan je zien aan een patiënt waarbij er in het lichaam meer katabole reacties
plaatsvinden dan anabole reacties?
Reserves verbruiken. Patiënt gaat heel erg vermageren.
Opdracht 3:
Koppel de juiste begrippen aan elkaar.
Actief transport Passief transport
Kost energie Kost geen energie
Stoffen gaan van lage concentratie naar hoge Stoffen gaan van hoge concentratie naar lage
Stroomopwaarts Stroomafwaarts
Transport m.b.v. blaasjes Diffusie
(endocytose/exocytose)
Pompeiwitten Osmose
Kies uit: Kost energie, kost geen energie, stoffen gaan van lage concentratie naar hoge, stoffen gaan
van hoge concentratie naar lage, stroomopwaarts, stroomafwaarts, diffusie, transport mbv blaasjes
(endocytose/exocytose), osmose, pompeiwitten
Opdracht 4:
Geef een omschrijving van de begrippen diffusie en osmose:
Opdracht 1: Koppel de juiste begrippen aan elkaar
Anabole reactie Katabole reactie
Kleine moleculen worden samengevoegd tot Grote moleculen worden afgebroken tot
grotere kleinere
Assimilatie Dissimilatie
Opbouw stofwisseling Afbraak stofwisseling
Kost energie Energie komt vrij
Kies uit: dissimilatie, assimilatie, energie komt vrij, kost energie, kleine moleculen worden
samengevoegd tot grotere, grote moleculen worden afgebroken tot kleinere, afbraak stofwisseling,
opbouw stofwisseling.
Opdracht 2:
A. Wat kan je zien aan een patiënt waarbij er in het lichaam meer anabole reacties plaatsvinden
dan katabole reacties?
Alle energie wordt in lichaam opgeslagen -> dikker/groter worden.
B. Wat kan je zien aan een patiënt waarbij er in het lichaam meer katabole reacties
plaatsvinden dan anabole reacties?
Reserves verbruiken. Patiënt gaat heel erg vermageren.
Opdracht 3:
Koppel de juiste begrippen aan elkaar.
Actief transport Passief transport
Kost energie Kost geen energie
Stoffen gaan van lage concentratie naar hoge Stoffen gaan van hoge concentratie naar lage
Stroomopwaarts Stroomafwaarts
Transport m.b.v. blaasjes Diffusie
(endocytose/exocytose)
Pompeiwitten Osmose
Kies uit: Kost energie, kost geen energie, stoffen gaan van lage concentratie naar hoge, stoffen gaan
van hoge concentratie naar lage, stroomopwaarts, stroomafwaarts, diffusie, transport mbv blaasjes
(endocytose/exocytose), osmose, pompeiwitten
Opdracht 4:
Geef een omschrijving van de begrippen diffusie en osmose: