Onderdeel 1: Introductie op het operatiecentrum
1. De medewerkers binnen het operatiecentrum en hun taken benoemen
- OK-manager
- Teamleider OA/AM/CSA
- Operatieassistent 1e en 2e deskundigheid
- Leerling OA
- Anesthesiemedewerker
- Leerling AM
- Praktijkopleider
- Recovery/holding verpleegkundigen
- Secretaresse
- Schoonmakers/interieurverzorgers
- Logistiekmedewerker
- Sterilisatie assistent
- Snijdende specialisten
- Anesthesist
- AIOS/ANIOS (arts in opleiding specialist/arts niet in opleiding specialist)
- Co-assistent
- Röntgenlaborant
- Technische dienst (medische techniek)
2. De benaming en functie van de standaardapparaten en -meubelen en toelichten
- Operatielamp: oplichten operatiegebied en creëren van zicht en diepte
o 2 lampen
o Steriele lampendop
o Lichtintensiteit en focus instellen
o Lichtstralen: convergerend brandpunt divergerend
- Vacuüm zuigsysteem: afzuigen van bloed, vloeistoffen en weefselresten ter
bevordering van het zicht in de operatiewond. Evenals het afzuigen van
diathermie rook
o Centraal geregeld
o Zuigkracht instellen
o Zuigzak vol kans op doorschieten leidingstelsel
- Diathermie: coaguleren (stollen) bloedvaten en diathermisch snijden
o Monopolair vs. bipolair
o Zowel open- als scopischechirurgie
o Geel: snijdende functies
o Blauw: coagulerende functies
o Aardeplaat: stroom die de patiënt in gaat kom via de aardeplaat er weer
uit
o Aardeplaat in de buurt bij operatieplek plakken, nooit in de buurt bij
prothese plakken
- Rookafzuiger diathermie: afzuigen schadelijk diathermierook
- Insufflator: creëren intraperitoneale werkruimte
1
, o Gas is altijd CO2 (niet brandbaar)
o Aanvoer per cilinder of centraal
o Flushen insufflatieslang steriel werken
- Lichtbron en beeld versterker (laparoscopie): oplichten en in beeld brengen van
het operatiegebied, het maken van foto’s en opnames
o White balance kleuren goed weergeven
o Koppeling naar EPD patiënt
- Ligasure/Ultracision/Sonosurg: scopisch (of open) coaguleren bloedbaten en
doornomen weefsel
o Vervangen van klemmen, scharen en touwen
- C-boog: doorlichten operatiekamer
o Altijd loodschort dragen
o Botstructuren en holle organen/vaten (met contrast) oplichten
o Gebruik door röntgenlaborant
- Micorscopen: inzoomen op fijne operatiegebieden
o Voor operatie oculairlens schoonmaken
o Tijdens operatie microscoop niet aanraken
- Chirurgische laser: snijden en doornomen van weefsel en coaguleren
o Laser is gevaarlijk, veilig werken
- Robotchirurgie: nauwkeurigere uitvoering van operatie stappen in kwetsbare
gebieden
o Robot steriel afdekken
o Controleren van instellingen
- Boren en zagen: het bot voorbereiden op de diameter van de te plaatsen schroef
o Hittevorming op bot osteo-necrose (geen bloedtoevoer) veel
spoelen
- Arthroscopie pomp: ruimte in gewrichten creëren om te kunnen scopieëren
o Geen glycerine gaan kraakbeencellen aantasten
o Spoelvloeistof zoutoplossing (Ringer/NaCl)
- Bloedleegteapparaat: preoperatief opereren zonder overmatige bloeddingen
(zicht bevorderen)
o Arteriële toevloed wordt afgesloten
3. Het belang van de dagelijkse controles van de operatieruimtes uitleggen
- Voorkomen van verwisselingen van patiënten en operaties
- Kijken of informatie en gegevens over de interventie corresponderen
4. De routing van de patiënt en van het instrumentatrium beschrijven
- Patiënt
o Consult (huis)arts verwijzing
o Polikliniek afspraak met medische specialist
Anamnese
Lichamelijk onderzoek
Aanvullend onderzoek
Diagnose stelling
o Preoperatieve screening (poli anesthesie)
2
, o Opname verpleegafdeling
Opnamegesprek
Controle lichamelijke functies
Hygiëne- en voorzorgsmaatregelen
Toedienen pré medicatie
Patiënt vervoeren naar operatieve complex
o Opname holding
Verpleegkundig overdracht
Controle gegeven epd
Evt. aanleggen bloeddrukband manchet
Evt. aanbrengen ecg elektroden
Aanleggen intraveneuze toegangsweg (infuus)
Overdracht holding vpk naar anesthesiemedewerker
o Aankomst OK
Time-out procedure
Anesthesiologische inleiding
Overige preoperatieve voorbereidingen
o Recovery (uitslaapkamer)
Postoperatieve controle lichamelijke functies
Verpleegkundige overdracht
Patiënt terug naar de opname afdeling
- Instrumentarium
o OK
o Vuile ruimte
o Wasmachines
o CSA schone ruimte
o Autoclaven
o Steriele ruimte
o Steriele berging
5. Uitleggen hoe een OK bedrijfsklaar gemaakt wordt
- Desinfecteren operatiegebied
- Instrumentarium klaar leggen
- Kwaliteitscontrole
3
, - Afdekken
6. De kledingvoorschriften zijn op het operatiecomplex toelichten en toepassen
- OK kleding
o Muts
o Shirt
o Broek
o Klompen
o Van afdeling af witte jas
- Mondneusmasker
- Handen wassen
- Handen desinfecteren
- Steriele as en handschoenen
- Desinfecteren operatiegebied
- Afdekken operatiegebied
- Houding rondom operatiegebied
- Gebruik steriele materialen
7. Het belang van adembescherming uitleggen
- Waarborgen steriliteit
- Voorkomen dat micro-organismen uit mond/neus regio in de operatie wond
- Bescherming tegen zgn. airogene infecties en ziektes
- Bescherming tegen schadelijks partikels
o Aerosol: praten, niezen, hoesten, spuwen
o Direct: via weefsel, bloed, lichaamsvocht
o Indirect: via instrumenten (boren en zagen etc.)
o Via laser- en diathermierook
- Bescherming tegen diathermische rook
8. De verschillende soorten adembescherming en hun toepassingen toelichten
- Chirurgisch mondneusmasker
o Filtert lucht die jij uitademt (beschermt patiënt)
o Vloeistofafstotend
o Niet irriterend
o Lage ademhalingsweerstand
o Toepassing: verplicht tijdens operatie en opdekken
- Adembeschermingsmasker
o Filtert lucht die jij uitademt en inademt (beschermt patiënt en drager)
o Verminderd risico op contaminatie van de patiënt
o Bescherming drager tegen diathermie rook (FFP 3)
o Hoge ademhalingsweerstand
o Toepassing: verplicht bij MRSA, HIV, TBC, HPV etc.
Aantekeningen
Klasse 1: beperken dat micro-organismen uit de omgeving de operatieafdeling kunnen
bereiken
- Zone A: steriel (operatiekamer en opdekruimten)
4
, - Zone B: schoon (holding, recovery, berging, gangen en kantine)
- Zone C: niet schoon (patiëntensluizen en kleedkamer)
- Overgang naar zones per sluis reguleren van overdruk
Rollen operatieassistent
Steriliteit
- Definities (WIP)
o Een product wordt als steriel beschouwd als de kans dat op of in het
product nog levende micro-organismen voorkomen, kleiner is dan 1 op 1
miljoen
o Steriliteit is de (aantoonbare) absolute afwezigheid van levende micro-
organismen en hun eventuele sporen
- Infecties
o Kruisinfecties: bezoekers, ziekenhuismedewerkers, medische
hulpmiddelen en directe omgeving patiënt (vooral via handen)
o Auto-infecties: micro-organismen draagt patiënt zelf mee en worden
versleept van vuil naar schoon gebied (mond, neus, perineaal en
urogenitaal)
- Meest voorkomende infecties
o Postoperatieve infectie in operatiegebied (POWI)
o Bloedvergiftiging (sepsis, bloedbaaninfectie)
o Lage luchtweginfectie (pneumonie) en infecties van de hoge luchtwegen
o Urineweginfectie
o Gevolgen: lange opnameduur, hogere kosten en verhoogde mortaliteit
5
, Onderdeel 2: Bloed overdraagbare aandoeningen
1. De besmettingswegen van HIV en van hepatitis B, C, D en de preventie ervan,
beschrijven
- HIV
o Besmettingswegen
Via slijmvliezen en beschadigde huid
Seksueel onveilig contact
Parenteraal: bloedcontact
Transfusie
Delen van naalden
Verticaal: moeder op kind
Placenta
Geboorte
Moedermelk
o Preventie
Condoom
Handschoenen
Spatbril
- Hepatitis B en D
o Besmettingsweg
Hematogene besmetting (besmet bloed)
Seksueel onveilig contact
Van moeder op kind
o Preventie
Vaccin
Condoom, handschoenen, spatbril etc.
- Hepatitis C
o Besmettingsweg
Besmet bloed
Injectie van drugs
o Preventie
Condoom, handschoenen, spatbril, schone injectienaalden,
naalden in naaldencontainer etc.
Geen vaccin
2. De gevolgen van een infectie met HIV en met hepatitis B herkennen en verklaren
- HIV
o T-helper cellen werken minder goed immuunsysteem faalt bij
ziekteverwekkers die het lichaam normaal wel aan kan
o Opportunistische infecties (infectie die het lichaam normaal wel aan kan)
Pneumocystis jirovecci
Candidiasis
Toxoplasmose
Hiv-dementie
Kaposi sarcoom (bepaalde huidkanker)
- Hepatitis B
o Levercirrose
6