Samenvatting WFT Vermogen

Vermogen
In het kader van de zorgplicht gelden 3 zaken:
 Ken de klant qua financiële doelstelling, kennis en ervaring, doelen en
risicobereidheid.
 Informatie informatie moet duidelijk en deugdelijk zijn. De financiële
bijsluiter is verplicht. De commissie de ruiter stelde dat consumenten niet
duidelijk geïnformeerd werden over het feit dat er kosten waren verbonden
aan de verzekering. De wabek-norm stelt dat deze kostennorm niet hoger
kan zijn dan 2.5% van de premie.
 Vastleggen informatie over de klant wordt vastgelegd in zijn dossier

De financiële bijsluiter geeft informatie over het product, de risico’s, het
rendement en het voortijdig beëindigen van de overeenkomst. Het rendement is
het belangrijkste. Er zijn 3 scenario’s:
 Historisch rendement gemiddeld behaalde rendement in het verleden
 Bruto rendement een voorspelling van 4% per jaar. deze informatie
brengt geen risico’s naar voren maar laat de verschillen zien met andere
producten en aanbieders
 Pessimistisch rendement rendement in het slechtste geval

De essentiële belegginsinformatie gaat over de doelstellingen en het
beleggingsbeleid, het risico profiel, de kosten van het beleggingsfonds, de
behaalde resultaten en de praktisch informatieert

Compliance een interne toezichthouder die regels naleeft over koersgevoelige
informatie, koersmanipulatie, belegginsconflicten en privé beleggingstransacties
in het kader van handel met voorkennis. Hierbij gelden ook regels van het MIFID.
Voor kantoren die alleen bemiddelen is geen MIFID nodig.
Integriteit dit is ongeschondenheid. Vaak komt het voor bij
belangenconflicten. Een klant kan een ander belang hebben dan de uitvoerder.
Om dit te voorkomen is er een scheiding van de beleggingsactiviteiten ten
behoeven van de eisen organisatie. Er zijn 3 soorten integriteit:
 Persoonlijke integriteit geschiktheid van de personen die werkzaam
zijn
 Organisatorische integriteit bescherming van klantgegevens
 Relationele integriteit omgang met relaties: heldere en juiste
informatie wordt gegeven

Provisieverbod voor het afsluiten van verschillende financiële producten mag
de dienstverlener geen provisie meer in rekening brengen. De kosten mogen niet
meer verwerkt worden in prijzen van producten. Hierdoor wordt meer gebruik
gemaakt van beloningen per transactie en uurtarieven.

Fiscale partners zij kunnen gemeenschappelijk inkomsten en aftrekposten
naar eigen inzicht onderling verdelen. Er zijn 3 soorten fiscale partners:
 Gehuwden
 Geregistreerd partnerschap
 Ouder met kind beide zijn boven de 27 jaar
 Ongehuwd samenwonenden indien zijn voldoen aan 1 van de
volgende voorwaarden: samenlevingscontract, een kind, nieuwe
partner erkent kind, zij hebben samen een pensioenregeling of ze zijn
allebei eigenaar van een woning als hoofdverblijf

, Voor bepaalde rechtshandelingen moet een echtgenoot toestemming vragen aan
de andere echtgenoot met betrekking tot de echtelijke woning:
 Vervreemding van de eigen woning
 Bezwaren (hypotheken) op de eigen woning
 In gebruik geven van de woning (verhuur)

Ook voor giften moet toestemming gevraagd worden indien deze ongebruikelijk
zijn. handeling zonder toestemming zorgt voor vernietigbaarheid
Gemeenschap van goederen ontstaat uit rechtswegen. 3 dingen vallen niet in de
gemeenschap:
 Uitsluitingsclausule bij schenkingen en erflatingen die zijn verkregen
met deze clausule geldt dat de partner geen recht heeft op zijn deel
 Verknochte goederen goederen die nadrukkelijk te maken hebben met
een bedrijf
 Pensioenrecht indien deze vallen onder de nabestaandepensioen of
verneveling pensioen

In onderstaande 3 gevallen wordt vaak gekozen voor huwelijke voorwaarden:
 Een echtgenoot heeft een eigen bedrijf
 Een van de echtgenoten heeft een groter vermogen dan de andere
 Er zijn kinderen uit een vorig huwelijk in verband met erfgenamen

Bij echtscheiding wordt er een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank. Als de
parters er niet samen uit komen doet de rechter uitspraak.

Bij schulden waarvan één van beide partners niet voor heeft getekend wordt die
partner 100% aansprakelijk. De schuld kan verhaald worden op hetgeen uit
hoofde van de verdeling van de gemeenschap is verkregen.

Wet vererving pensioenrecht bij echtscheiding de partner heeft recht op
50% van het opgebouwde pensioen van de partner. Hiervan kan worden
afgeweken als:
 Dit is vastgelegd bij de huwelijkse voorwaarden of de
echtscheidingsconvenant
 Dit schriftelijk is vastgelegd bij de pensioenuitvoerder

Het erfrecht wordt geregeld middels het testament of middels het versterfrecht.
Het versterfrecht betekent dat de regels in de wet worden toegepast. Het
versterfrecht zegt dat er 5 groepen erfgenamen zijn:
 Groep 1- kinderen en partner hebben allemaal recht op een even
groot deel. Kinderen ontstaat zonder familierechtelijke betrekkingen
moeten erkend worden. In echtgenoot krijgt de helft + het kindsdeel. De
andere helft is nog van haarzelf indien sprake is van gemeenschap van
goederen.
 Groep 2- ouders, broers en zussen en hun kinderen,
halfbroer/halfzus een ouder erft altijd minimaal een kwart. Halfbroers
of halfzussen erven de helft van het bedrag dat een volle broer of zus zou
krijgen
 Groep 3 - Grootouders en hun kinderen
 Groep 4 - overgrootouders en hun kinderen tot de 6e graad
 Groep 5- de staat