Samenvatting Gezondheidsgedrag van jongeren en kinderen
H1. Gezondheid en gezondheidsbevordering
1.1
Gezondheid (volgens WHO): een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere
lichamelijke gebreken.
(volgens Ruwaard): een situatie van evenwicht, die wordt bepaald door de
omstandigheden waarin mensen verkeren en het vermogen dat zijzelf bezitten,
kunnen verwerven om zich te verweren tegen storingen.
1.4 t/m 1.6
Leefstijl: de persoonlijke manier van leven die beïnvloed wordt door iemands
cultuur, levensloop en geschiedenis.
Invloed van een paar soorten drugs:
- Cocaïne en amfetamine: stimulerend, je krijgt het gevoel meer energie te
hebben.
- Heroïne: verdovend, kalmerend en ontspannend.
- Lsd, hasj, wiet, paddo’s: je gaat de wereld anders beleven.
Steeds meer mensen hebben overgewicht.
Lawaaidoofheid: blijvende doofheid door blootstelling aan lawaai.
Epidemiologie verzamelt gegevens over:
- Mortaliteit of sterfte: het aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie
gedurende een bepaalde periode.
- Levensverwachting
- Morbiditeit: ziekte in een populatie, zowel nieuwe als bestaande.
QALY: is een maat voor het aantal jaren dat iemand nog te leven heeft.
DALY: heeft het aantal jaren aan dat iemand verliest. Optelsom van het aantal
verloren jaren en de gezonde jaren die verloren gaan door de bepaalde ziekte.
Hart en vaatziekten komen minder vaak voor door een betere behandeling van een
hoog cholesterolgehalte en te hoge bloeddruk. Ziekenhuisopnamen zijn wel
gestegen doordat het probleem eerder wordt gesignaleerd en behandeld. Roken en
overgewicht hebben hier invloed op.
Kanker komt vaker voor, deels door vergrijzing.
Diabetes komt ook vaker voor, door vooral overgewicht.
, Preventie: alle activiteiten die zijn gericht op het voorkomen of het beperken van
negatieve gevolgen of gebeurtenissen.
Gezondheidsbescherming: maatregelen die, zonder rechtstreekse betrokkenheid
van de burgers, worden genomen. Bv. De luchtkwaliteit, afvalverwijdering etc.
Gezondheidsbevordering: maatregelen die gericht zijn op de fysieke en
maatschappelijke omgeving en de leefwijzen van de individuen en groepen. Bv.
Arbeidsomstandigheden of voorkomen van psychische aandoeningen.
Ziektepreventie: maatregelen specifiek gericht op het voorkomen van bepaalde
gezondheidsproblemen. Bv. Vaccinaties, screening, preventieve medicatie.
Primaire preventie: ziekten en aandoeningen voorkomen. Bv. Reclames over het
stoppen van roken.
Secundaire preventie: vroegtijdige opsporing van ziekte zodat deze verkleind kan
worden. Bv. De hielprik.
Tertiaire preventie: verergering van ziekte voorkomen en nadelige gevolgen
compenseren. Bv. Bij mensen met diabetes ervoor zorgen dat de patiënt goed
ingesteld is op insuline waardoor complicaties kunnen worden voorkomen.
Universele preventie: richt zich op de algemene bevolking die niet gekenmerkt
wordt door het bestaan van een verhoogd risico op ziekte. Bv. Informatie over
gezonde voeding.
Selectieve preventie: richt zich op risicogroepen in de bevolking. Bv. Informatie aan
jongeren over gehoorschade door harde muziek.
Geïndiceerde preventie: richt zich op individuen die veelal nog geen
gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risicofactoren of symptomen hebben. Bv.
Een beweegkuur voor mensen met ernstig overgewicht.
Zorg gerelateerde preventie: richt zich op individuen met een ziekte of
gezondheidsproblemen. Bv. Leefstijladviezen aan hartpatiënten.
Wet publieke gezondheid (WPG): bevorderen algemene gezondheid en voorkomen
van ziekten bij risicogroepen. Om de 4 jaar de gezondheidssituatie onderzoeken.
Gemeenten verantwoordelijk. Regelt een aantal zaken zoals:
- De organisatie van de publieke gezondheidszorg.
- Jeugdgezondheidszorg: vaccinaties, voorlichtingen
- Ouderengezondheidszorg:
- Infectiebestrijding
- Quarantaine van personen
Wet op de jeugdzorg: ouders en kinderen die opgroei- opvoedingsproblemen
hebben. Bureau jeugdzorg regelt alles, maar de provincies zijn verantwoordelijk. Het
gaat om:
- Vrijwillige hulpverlening, aan lichtverstandelijk gehandicapten, jongeren met
psychische problemen.
H1. Gezondheid en gezondheidsbevordering
1.1
Gezondheid (volgens WHO): een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere
lichamelijke gebreken.
(volgens Ruwaard): een situatie van evenwicht, die wordt bepaald door de
omstandigheden waarin mensen verkeren en het vermogen dat zijzelf bezitten,
kunnen verwerven om zich te verweren tegen storingen.
1.4 t/m 1.6
Leefstijl: de persoonlijke manier van leven die beïnvloed wordt door iemands
cultuur, levensloop en geschiedenis.
Invloed van een paar soorten drugs:
- Cocaïne en amfetamine: stimulerend, je krijgt het gevoel meer energie te
hebben.
- Heroïne: verdovend, kalmerend en ontspannend.
- Lsd, hasj, wiet, paddo’s: je gaat de wereld anders beleven.
Steeds meer mensen hebben overgewicht.
Lawaaidoofheid: blijvende doofheid door blootstelling aan lawaai.
Epidemiologie verzamelt gegevens over:
- Mortaliteit of sterfte: het aantal sterfgevallen in een bepaalde populatie
gedurende een bepaalde periode.
- Levensverwachting
- Morbiditeit: ziekte in een populatie, zowel nieuwe als bestaande.
QALY: is een maat voor het aantal jaren dat iemand nog te leven heeft.
DALY: heeft het aantal jaren aan dat iemand verliest. Optelsom van het aantal
verloren jaren en de gezonde jaren die verloren gaan door de bepaalde ziekte.
Hart en vaatziekten komen minder vaak voor door een betere behandeling van een
hoog cholesterolgehalte en te hoge bloeddruk. Ziekenhuisopnamen zijn wel
gestegen doordat het probleem eerder wordt gesignaleerd en behandeld. Roken en
overgewicht hebben hier invloed op.
Kanker komt vaker voor, deels door vergrijzing.
Diabetes komt ook vaker voor, door vooral overgewicht.
, Preventie: alle activiteiten die zijn gericht op het voorkomen of het beperken van
negatieve gevolgen of gebeurtenissen.
Gezondheidsbescherming: maatregelen die, zonder rechtstreekse betrokkenheid
van de burgers, worden genomen. Bv. De luchtkwaliteit, afvalverwijdering etc.
Gezondheidsbevordering: maatregelen die gericht zijn op de fysieke en
maatschappelijke omgeving en de leefwijzen van de individuen en groepen. Bv.
Arbeidsomstandigheden of voorkomen van psychische aandoeningen.
Ziektepreventie: maatregelen specifiek gericht op het voorkomen van bepaalde
gezondheidsproblemen. Bv. Vaccinaties, screening, preventieve medicatie.
Primaire preventie: ziekten en aandoeningen voorkomen. Bv. Reclames over het
stoppen van roken.
Secundaire preventie: vroegtijdige opsporing van ziekte zodat deze verkleind kan
worden. Bv. De hielprik.
Tertiaire preventie: verergering van ziekte voorkomen en nadelige gevolgen
compenseren. Bv. Bij mensen met diabetes ervoor zorgen dat de patiënt goed
ingesteld is op insuline waardoor complicaties kunnen worden voorkomen.
Universele preventie: richt zich op de algemene bevolking die niet gekenmerkt
wordt door het bestaan van een verhoogd risico op ziekte. Bv. Informatie over
gezonde voeding.
Selectieve preventie: richt zich op risicogroepen in de bevolking. Bv. Informatie aan
jongeren over gehoorschade door harde muziek.
Geïndiceerde preventie: richt zich op individuen die veelal nog geen
gediagnosticeerde ziekte hebben, maar wel risicofactoren of symptomen hebben. Bv.
Een beweegkuur voor mensen met ernstig overgewicht.
Zorg gerelateerde preventie: richt zich op individuen met een ziekte of
gezondheidsproblemen. Bv. Leefstijladviezen aan hartpatiënten.
Wet publieke gezondheid (WPG): bevorderen algemene gezondheid en voorkomen
van ziekten bij risicogroepen. Om de 4 jaar de gezondheidssituatie onderzoeken.
Gemeenten verantwoordelijk. Regelt een aantal zaken zoals:
- De organisatie van de publieke gezondheidszorg.
- Jeugdgezondheidszorg: vaccinaties, voorlichtingen
- Ouderengezondheidszorg:
- Infectiebestrijding
- Quarantaine van personen
Wet op de jeugdzorg: ouders en kinderen die opgroei- opvoedingsproblemen
hebben. Bureau jeugdzorg regelt alles, maar de provincies zijn verantwoordelijk. Het
gaat om:
- Vrijwillige hulpverlening, aan lichtverstandelijk gehandicapten, jongeren met
psychische problemen.
