Inhoudsopgave
1 Begripsbepalingen...................................................................................................................................... 2
2 Algemene bepalingen.................................................................................................................................. 3
3 Alcohol, geneesmiddelen en drugs.............................................................................................................. 5
4 Verkeerslichten........................................................................................................................................... 7
5 Verkeerstekens op de weg.......................................................................................................................... 8
6 gevaarherkenning....................................................................................................................................... 9
7 Plaats op de weg....................................................................................................................................... 10
9 inhalen...................................................................................................................................................... 10
10 Oprijden van kruispunten en verlenen van voorrang................................................................................11
11 Afslaan.................................................................................................................................................... 12
12 maximumsnelheid................................................................................................................................... 12
13 Autowegen............................................................................................................................................. 14
14 Autosnelwegen....................................................................................................................................... 14
, 1 Begripsbepalingen
Bromfiets: motorrijtuig op twee of drie wielen, herkenbaar aan een gele kentekenplaat.
- Max snelheid van niet meer dan 45 km per uur.
- Verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3.
- Elektromotor van niet meer dan 4kW.
Snorfiets: een bromfiets met een maximum snelheid van 25km per uur. Herkenbaar aan een
blauwe kentekenplaat.
Speed-pedelec: een elektrische bromfiets met trapondersteuning.
- Moeten verplicht een helm dragen
- Maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur
- Geel kentekenplaat
Segway:
- Zelfde regels snorfiets
- Max 25 km per uur
Militaire colonne:
- Eerste wagen heeft zowel links als rechts een blauwe vlag
- De volgende wagens hebben rechts een blauwe vlag
- De laatste wagen heeft links een groene vlag
- De koplampen geven rechts blauw licht en bij de achterste groen.
Weefstrook: een strook waarin een invoegstrook en een uitrijstrook worden gecombineerd.
Verdrijvingsvlak: een gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen zijn aangebracht.
Bestuurders mogen hier geen gebruik van maken.
Puntstrook: een punt (of meer hoekig) vlak bij splitsingen of samenvoegingen.
Het bevoegd gezag: de wegbeheerder. (het ministerie)
1 Begripsbepalingen...................................................................................................................................... 2
2 Algemene bepalingen.................................................................................................................................. 3
3 Alcohol, geneesmiddelen en drugs.............................................................................................................. 5
4 Verkeerslichten........................................................................................................................................... 7
5 Verkeerstekens op de weg.......................................................................................................................... 8
6 gevaarherkenning....................................................................................................................................... 9
7 Plaats op de weg....................................................................................................................................... 10
9 inhalen...................................................................................................................................................... 10
10 Oprijden van kruispunten en verlenen van voorrang................................................................................11
11 Afslaan.................................................................................................................................................... 12
12 maximumsnelheid................................................................................................................................... 12
13 Autowegen............................................................................................................................................. 14
14 Autosnelwegen....................................................................................................................................... 14
, 1 Begripsbepalingen
Bromfiets: motorrijtuig op twee of drie wielen, herkenbaar aan een gele kentekenplaat.
- Max snelheid van niet meer dan 45 km per uur.
- Verbrandingsmotor met een cilinderinhoud van niet meer dan 50 cm3.
- Elektromotor van niet meer dan 4kW.
Snorfiets: een bromfiets met een maximum snelheid van 25km per uur. Herkenbaar aan een
blauwe kentekenplaat.
Speed-pedelec: een elektrische bromfiets met trapondersteuning.
- Moeten verplicht een helm dragen
- Maximumsnelheid van niet meer dan 45 km per uur
- Geel kentekenplaat
Segway:
- Zelfde regels snorfiets
- Max 25 km per uur
Militaire colonne:
- Eerste wagen heeft zowel links als rechts een blauwe vlag
- De volgende wagens hebben rechts een blauwe vlag
- De laatste wagen heeft links een groene vlag
- De koplampen geven rechts blauw licht en bij de achterste groen.
Weefstrook: een strook waarin een invoegstrook en een uitrijstrook worden gecombineerd.
Verdrijvingsvlak: een gedeelte van de rijbaan waarop schuine strepen zijn aangebracht.
Bestuurders mogen hier geen gebruik van maken.
Puntstrook: een punt (of meer hoekig) vlak bij splitsingen of samenvoegingen.
Het bevoegd gezag: de wegbeheerder. (het ministerie)