Mr. O.A.P. van der Roest (red.) 16e druk
Samenvatting OE45b Arbeidsrecht
Dit is een samenvatting van hoofdstuk 8 uit Basisboek Recht. In deze samenvatting zijn paragraaf
1 tot en met 8 opgenomen.
, 8. Arbeidsrecht
Bij arbeidsrecht gaat het om werk, loon, ontslag, vakbonden, werkgevers, cao’s, stakingen enzv.
8.1 Kennismaking met het arbeidsrecht
8.1.1 Bronnen van het arbeidsrecht
Sociaal recht: Arbeidsrecht + medezeggenschapsrecht + socialezekerheidsrecht.
Bronnen van het arbeidsrecht zijn:
- Internationale regelingen en verdragen
- De Grondwet
- Andere wetten in formele zin
- Wetten in materiële zin
- Rechtspraak
- Collectieve en individuele (kwestie van interpretatie) arbeidsovereenkomsten
- Gebruik en gewoonte
Hiërarchie tussen de rechtsbronnen, in volgorde van belangrijkheid:
1. Internationale normen;
2. Grondwet, wetten in formele en wetten in materiële zin;
3. Collectieve arbeidsovereenkomsten;
4. Individuele arbeidsovereenkomsten; hieronder vallen tevens de geïncorporeerde
arbeidsvoorwaarden die opgenomen zijn in bijvoorbeeld een personeelsgids, waarvan in de
arbeidsovereenkomst uitdrukkelijk gesteld is dat deze daar deel van uitmaken;
5. Gebruik en gewoonte.
Gunstigheidsbeginsel: Als de lagere norm gunstiger is dan de hogere, gaat de lagere meestal toch
boven de hogere.
8.1.2 Dwingendheid van het recht
Er zijn vijf soorten te onderscheiden:
1. Dwingend recht: Rechtsregels waar partijen niet van mogen afwijken, op straffe van
nietigheid. (afwijken niet mogelijk of niet ten nadele van de werknemer)
2. Driekwart (3/4) dwingend recht: Recht waarvan partijen slechts bij cao of regeling door of
namens een publiekrechtelijk orgaan mogen afwijken. (afwijken slechts bij cao mogelijk)
3. Vijfachste (5/8) dwingend recht: Recht waarbij partijen zowel bij cao als o.b.v. schriftelijke
overeenstemming met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging van de wet
mogen afwijken. (afwijking slechts bij cao of schriftelijke overeenstemming met or of pv)
4. Semidwingend recht: Tussenvorm tussen dwingend recht en regelend recht. Partijen hebben
binnen de door de wet gestelde grenzen vrijheid zelf een regeling te treffen. In het
arbeidsrecht: recht waarvan partijen slechts bij schriftelijke overeenkomst mogen afwijken.
(afwijken is bij schriftelijke overeenkomst of reglement mogelijk)
5. Regelend recht: Rechts dat slecht geldt als partijen niet iets anders zijn overeengekomen.
(afwijken is steeds mogelijk)
8.2 Individuele en collectieve arbeidsovereenkomsten
8.2.1 Diverse overeenkomsten die betrekking hebben op arbeid
In het Burgerlijk Wetboek kunnen drie soorten overeenkomsten vinden die betrekking hebben op het
verrichten van arbeid: