Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 inleiding in de ontwikkeling van het kind....................................................................................3
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie.............................................................................................3
1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst.........................................................................................................3
Hoofdstuk 2 Theoretische perspectieven en onderzoek..................................................................................4
2.1 Perspectieven bij het kijken naar kinderen....................................................................................................4
Hoofdstuk 6 De cognitieve ontwikkeling in de babytijd...................................................................................6
6.1 Cognitieve ontwikkeling volgens Piaget.........................................................................................................6
Hoofstuk 7 De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de babytijd................6
7.1 De basis van sociaal gedrag...........................................................................................................................6
7.2 Relaties aangaan............................................................................................................................................7
7.3 Verschillen tussen baby’s...............................................................................................................................8
Hoofdstuk 8 De fysieke ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd...................................................................8
8.1 Fysieke groei...................................................................................................................................................8
Hoofdstuk 9 De cognitieve ontwikkeling in de peuter- en kleutertijd..............................................................9
9.1 De intellectuele ontwikkeling.........................................................................................................................9
Hoofdstuk 10 De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de peuter- en
kleutertijd.................................................................................................................................................... 10
10.1 Een antwoord op de vraag ‘Wie ben ik’.....................................................................................................10
10.2 Vrienden en familie: het sociale leven van peuters en kleuters.................................................................11
10.3 Morele ontwikkeling en zelfbeheersing.....................................................................................................12
Hoofdstuk 13 De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de schooltijd.......13
13.1 De ontwikkeling van eigen ik......................................................................................................................13
13.2 Psychische problemen en gedragsproblemen............................................................................................14
13.3 Relaties: vriendschappen in de schooltijd..................................................................................................14
13.4 Het gezin in de schooltijd...........................................................................................................................14
Hoofdstuk 14 De fysieke ontwikkeling in de adolescentie.............................................................................15
14.1 Fysieke rijping.............................................................................................................................................15
14.2 Stress en manieren om ermee om te gaan................................................................................................15
14.3 Bedreigingen voor het welzijn van adolescenten.......................................................................................16
Hoofdstuk 15 De cognitieve ontwikkeling in de adolescentie........................................................................17
15.2 De morele ontwikkeling.............................................................................................................................17
,Hoofdstuk 16 De sociaal-emotionele ontwikkeling en de persoonlijkheidsontwikkeling in de adolescentie...17
16.1 Identiteit: een antwoord op de vraag: ‘wie ben ik?’..................................................................................17
16.2 Problemen in de adolescentie....................................................................................................................18
16.3 Relaties: familie en vrienden......................................................................................................................19
16.4 Verkering, seksueel gedrag en tienerzwangerschap..................................................................................19
2
, Hoofdstuk 1 inleiding in de ontwikkeling van het kind
1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie (levenslooppsychologie) – de wetenschappelijke studie naar
groei, verandering en stabiliteit bij mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een
accent op de jaren tot de volwassenheid
Fysieke ontwikkeling – ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan
eten, drinken en slaap
Cognitieve ontwikkeling – ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens,
zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossing
Sociaal-emotionele ontwikkeling – ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
interacties met anderen en omgaan met emoties
Persoonlijkheidsontwikkeling – ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)-
eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden
Cohort – een groep mensen die rond dezelfde tijd of dezelfde plek zijn geboren
1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst
Continue verandering – geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een
bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus (heeft te maken met hoeveelheid)
Discontinue verandering – ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en
waarbij elk stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia
(qua inhoud en hoedanigheid)
Kritieke periode – een specifieke tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde
gebeurtenis de grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen heeft
Stimuli – prikkels, oftewel veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop
een organisme reageert
Plasticiteit – de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is
Gevoelige periode – een afgebakende tijdsspanne, meestal vroeg in het leven, waarin
mensen extra gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn
voor het leren van specifieke vaardigheden
Nature-nurturedebat – de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze
eigenschappen; in hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze
opvoeding en leefomgeving?
3