100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Aardrijkskunde samenvatting systeem aarde hoofdstuk 3 vwo

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
6
Geüpload op
25-04-2022
Geschreven in
2021/2022

Dit document bevat een samenvatting van hoofdstuk 3 systeem aarde (bovenbouw vwo) inclusief begrippenlijst en plaatjes.










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Geschreven voor

Instelling
Middelbare school
School jaar
5

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 3
Geüpload op
25 april 2022
Aantal pagina's
6
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Aardrijkskunde
Systeem aarde: hoofdstuk 3 §1 Natuurlijke landschappen op aarde

Deelvragen paragraaf 1:
 Hoe kun je een landschap als systeem bekijken?
 Welke landschapszones kun je op aarde onderscheiden en hoe kun je de ligging
ervan verklaren?

Landschapsfactoren
De mens speelt een grote rol in de vorming van landschappen. Vier sferen (lithosfeer,
atmosfeer, hydrosfeer en biosfeer) vormen de basis voor het ontstaan van verschillende
landschappen. Bij beschrijving van een ecosysteem maak je gebruik van de geofactoren:
gesteente en reliëf, klimaat en lucht, bodem, water, flora, fauna, mens en tijd.
- De geofactoren gesteente en reliëf (substraat) behoren tot de lithosfeer.
- Klimaat en lucht = atmosfeer
- Water = hydrosfeer (bepalend voor de biosfeer)
- Mens en dieren = biosfeer
Er is evenwicht binnen een ecosysteem als de veranderingen niet te heftig zijn. De bodem
bestaat uit dat deel van de grond waaruit planten het grootste deel van hun voedingsstoffen
halen. Onder invloed van tijd, klimaat, vegetatie en fauna ontstaan horizonten (lagen).

Landschapszones
De geofactoren vormen zes verschillende landschapszones op wereldschaal. De eerste vijf
zijn gebaseerd op temperatuur, de laatste op neerslag.

Tropische zone
De tropische zone bevindt zich tussen de keerkringen.
 Warm klimaat: temperaturen nooit onder de 18
graden.
 A-klimaten: tropisch oerwoudklimaat en
moessonklimaat.
 Veel neerslag + hoge temperaturen 
dichtbegroeide oerwouden / savannen.
 Bodem: tropische bodem (latosol). Door hoge
temperatuur en vochtige omstandigheden
zitten er veel bacteriën in de grond  zetten
dood plantenmateriaal snel om in mineralen 
mineralen worden direct door de
plantenwortels opgenomen  er blijft niet veel humus achter. Er vindt ook veel
uitspoeling van zouten plaats, door het achterblijven van ijzer en aluminium krijgt de
bodem een rode kleur. De bodems zijn niet vruchtbaar.

Subtropische zone
 Ten minste acht maanden per jaar ligt temperatuur boven de 10 graden.
 Cs klimaat: subtropisch zeeklimaat of Middellandse Zeeklimaat.
 Vochtige gebieden: lichttropisch woud en zomergroene loofwouden.
 Bodem: minder uitspoeling dan tropische bodems, roodgeel, iets vruchtbaarder dan
latosols.

, Gematigde zone
 Temperatuur: matigende invloed of er zijn juist grotere verschillen tussen winter en
zomer. Ten minste vier maanden per jaar warmer dan 10 graden.
 Cf- of Cw- of Df- en Dw- klimaat.
 Zomergroene loofwouden, gemengde loofwouden (kouder: loofbomen en
naaldbomen).
 Bodem: verschillende horizonten. De bruine bosbodem is vruchtbaarder  meer
humus en minder uitspoeling dan podzol.

Boreale zone
 De boreale zone is de overgang tussen de gematigde en de polaire zone: enkele
maanden per jaar warmer dan 10 graden. Weinig neerslag, door lage temperatuur
verdampt er niet veel van de neerslag.
 D-klimaten
 Vegetatie: uitgestrekte dennenbossen (taiga’s).
 Podzolbodem: zure humuslaag door de dennenbossen. De neerslag is groter dan de
verdamping  uitspoeling van zouten en mineralen  askleurige laag. Dieper in de
bodem hopen de zouten zich op in de inspoelingslaag. Zand is het moedermateriaal.
Horizont zure humus - uitspoelingshorizont - horizont met inspoeling – zand

Polaire zone
 Gemiddelde maandtemperatuur nooit boven 10 graden. Neerslag in de vorm van
sneeuw.
 E-klimaten.
 Het is te koud voor bomen, in gematigde gebieden toendra’s.
 Toendrabodems: niet veel horizonten, de grond is meestal bevroren  permafrost.

(Semi)aride zone
 Gebieden zijn droog tot zeer droog door: breedteligging, aflandige winden of ligging in
de regenschaduw van de bergen.
 Steppen en woestijnen afhankelijk van hoeveelheid neerslag. Hete woestijnen met
nauwelijks plantengroei vind je in de subtropen. Noordelijker: gematigde zone met
koelere woestijnen en steppen.
Steppebodem bij steppeklimaten  veel en lang gras, dikke laag humus. De zwarte aarde
is vruchtbaar.
Woestijnbodem bij woestijnklimaten  weinig humus, geen inspoeling en uitspoeling. Door
de kracht van de zon kan het water in de bodem opstijgen en opgeloste zouten meenemen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
jentevanasch
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
50
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
37
Documenten
0
Laatst verkocht
2 maanden geleden

4,0

13 beoordelingen

5
6
4
3
3
3
2
0
1
1

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen