Thema 1: Stofwisseling
Basisstof 2: Wat is stofwisseling?
Energie is nodig voor de levensprocessen in cellen
o Nemen voedingsstoffen, water en zuurstof op uit de milieu
o Geven afvalstoffen af
Stofwisseling het totaal van alle chemische processen in de cellen van een
organisme
Chemische energie energie in moleculen
Organische stoffen bevat alleen koolstof (C), waterstof (H) en/of zuurstof (O)
o Relatief grote moleculen
Anorganische stoffen bevat onder andere stikstof (N), zwavel (S) en fosfor (P)
Enzymen stoffen die chemische reacties in cellen mogelijk maken
Assimilatie de opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen
o Kleiner organisch molecuul + energie groter organisch molecuul
o Er worden organische stoffen gevormd waaruit een individu bestaat
o Bijv. fotosynthese lichtenergie wordt omgezet in chemische energie in
glucosemoleculen
6 CO2 + 6 H2O C6H12O6 + 6 O2
o Voortgezette assimilatie bijv. glucose wordt door de cel verder verwerkt
tot grotere moleculen met verschillende functies (zetmeel, vetten en eiwitten)
Dissimilatie de omzetting van energierijke grote organische moleculen tot
kleinere moleculen
o Groter organisch molecuul + energie kleiner organisch molecuul
o Energie komt vrij
o Chemische energie wordt omgezet in
andere energievormen
Bewegingsenergie, warmte,
elektrische energie en lichtenergie
o Chemische energie uit glucose wordt
gebruikt voor de vorming van ATP
Bevat drie fosfaatgroepen, 2e en 3e
zijn energierijk
o ADP ontstaat uit ATP zodra de 3e fosfaatgroep wordt afgesplitst
Chemische energie komt beschikbaar kan worden benut bij
levensprocessen
ADP-molecuul en fosfaatgroep zijn weer beschikbaar om de energie uit
dissimilatie tijdelijk vast te leggen
, HAVO 5, biologie
Verschil assimilatie en dissimilatie Dissimilatie, vorming van ATP en ADP
Assimilatie Dissimilatie
Wat is het effect? Organische stoffen vormen Energie beschikbaar maken
waaruit een organisme
bestaat
Welke reactie vindt Moleculen van organische Moleculen van organische
plaats? stoffen worden opgebouwd stoffen worden afgebroken
Wat gebeurt er met de Energie wordt opgeslagen Energie komt beschikbaar
energie?
Ontstaat er ATP of ADP? Er ontstaat ADP Er ontstaat ATP
Basisstof 3: Dissimilatie
Verbranding is een voor van dissimilatie
o Glucose wordt afgebroken en water en koolstofdioxide ontstaat
In elke cel vindt voortdurend dissimilatie plaats
Aeroob dissimilatie van glucose met zuurstof
o Vindt plaats in mitochondriën
o C6H12O6 + 6 O2 6 CO2 + 6 H2O + energie
Chemische energie die tijdens de fotosynthese opgeslagen is (in
glucosemoleculen) komt nu weer beschikbaar
Wordt tijdelijk omgezet in chemische energie van ATP-moleculen
Daarna wordt de energie gebruikt voor levensprocessen
Anaeroob dissimilatie van glucose zonder zuurstof
o Gisting hierdoor kan melkzuur ontstaan of alcohol
o Alcoholgisting (ethanol)
C6H12O6 2 C2H6O (ethanol) + 2 CO2 + energie
o Melkzuurgisting in een zuurstofarme omgeving breken melkzuurbacteriën
glucose af tot melkzuur
C6H12O6 2 C3H6O3 (melkzuur) + energie
Aerobe dissimilatie van vetten en eiwitten
o Vetten komt meer energie vrij dan bij koolhydraten of eiwitten
o Eiwitten worden eerst gesplitst in aminozuren
Door dissimilatie ontstaat dan ammoniak (bevat stikstof)
Wordt door de mens omgezet in ureum
Wordt door sommige dieren omgezet in urinezuur
Aerobe dissimilatie van Anaerobe dissimilatie van
glucose glucose
Dit proces heet ook wel: Verbranding Gisting
Dit proces vindt plaats: Met zuurstof Zonder zuurstof
Dit proces levert: Veel energie Weinig energie
De eindproducten bevatten: Weinig energie Veel energie