Kernvraag: Hoe vind jij dat mensen met verschillende leefwijzen het beste met elkaar
kunnen omgaan?
Paragraaf 1. Pluriformiteit in Nederland
Deelvraag: Hoe gaan mensen met verschillende leefwijzen met elkaar om in onze pluriforme
samenleving?
Cultuur (nurture) alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die
de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus als
vanzelfsprekend beschouwen
Natuur (nature) aangeboren eigenschappen zoals lichaamsbouw, ritmegevoel,
seksuele voorkeur en agressiviteit
Nature-nurturedebat wordt je gedrag meer bepaald door aangeboren of door
aangeleerde eigenschappen?
Cultuurkenmerken normen en waarden, kennis, gewoonten, kunst, sport,
symbolen en feestdagen
Cultuurgroep mensen met een gemeenschappelijke cultuur
Multicultureel vele verschillen in afkomst in een land
Allochtoon iemand die zelf óf van wie ten minste één van de ouders in het
buitenland geboren is
Autochtonen mensen die wonen in een land waar zij net als hun ouders zijn
geboren en opgegroeid
Pluriforme samenleving (veelvormig) drie belangrijke kenmerken:
o Samenleving met verschillende cultuurgroepen culturele diversiteit
o De cultuurgroepen leven deels naast en deels met elkaar
o Gemeenschappelijke cultuurkenmerken vormen samen de dominante
Nederlandse cultuur
De basis voor de pluriformiteit ligt verankerd in de grondwet
o Artikel 1 geen discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging,
politieke gezindheid, ras, geslacht of welke grond dan ook
o Artikel 6 iedereen heeft recht om zijn godsdienst of levensovertuiging te
belijden
o Artikel 7 iedereen mag gedachten of gevoelens openbaar maken
o Artikel 23 het is mogelijk om eigen scholen op te richten
Dominante cultuur alle kenmerken die geaccepteerd worden door de meeste
mensen binnen een samenleving
o Bijv. de Nederlandse taal spreken, gelijkwaardigheid en Koningsdag vieren
Tolerantie het makkelijk accepteren van andersdenkenden
Subculturen wanneer binnen een groep bepaalde waarden, normen en andere
cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur
o Kleine groep mensen met eigen gewoonten en regels
Bijv. straatcultuur, boeren en kakkers
Tegencultuur (extremisten) groepen die zich duidelijk verzetten tegen (delen
van) de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen
, o De basis van deze tegencultuur is een conflictsituatie
o Vele tegenculturen (bijv. het feminisme) maken nu een deel van de
dominante cultuur
Antiglobalisten verzetten zich tegen de overheersende rol van het westerse
kapitalisme in de wereld en willen dat de welvaart eerlijke verdeeld wordt over de
wereldbevolking
Cultuur is dynamisch telkens in verandering
o We eten niet meer elke dag aardappelen, vrouwen kunnen bedrijf beginnen,
homo’s kunnen trouwen, spijkerbroeken dragen we elke dag etc.
Culturen verschillen niet alleen in de loop van de tijd, maar ook per plaats en per
groep het kan per generatie en per land verschillen
Ontwikkeling van de Nederlandse dominante cultuur + de aandrijving ervan
o Globalisering
o Migratie
o Economische ontwikkelingen
o Technische ontwikkelingen
o Andere rolmodellen/gezagsdragers
Paragraaf 2. Cultuur en identiteit
Deelvraag: Hoe verloopt de overdracht van cultuurkenmerken en wat is het gevolg daarvan voor
onze identiteit?
Socialisatie het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere
cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert
o Een mens kan zich niet ontwikkelen zonder mensen om zich heen
o Zonder socialisatie kan een cultuur niet overleven en dreigt een samenleving
uit elkaar te vallen
Socialiserende instituties instellingen, organisaties en collectieve
gedragspatronen waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt
o Collectieve gedragspatronen gemeenschappelijke gebeurtenissen
Bijv. carnaval, Prinsjesdag, Kerstmis, ramadan, verkiezingen etc.
o Belangrijkste socialiserende instituties gezin, school, werk, sportclubs etc.
De manieren waarop cultuurkenmerken worden overgedragen zijn:
o Imitatie vooral bij kleine kinderen, naarmate ze ouder worden krijgt
informatie een grotere rol in het socialisatieproces
o Informatie dingen leren en te weten komen
o Sociale controle soms gaat socialisatie niet vanzelf dwang van
buitenaf
Sociale controle bestaat uit de manieren waarop mensen andere mensen stimuleren
of dwingen zich aan de geldende normen te houden
o Zorgt ervoor dat mensen zich niet onmaatschappelijk gedragen
o Socialisatie en sociale controle zorgen dus voor orde en mate van zekerheid
en rust in een samenleving
Formele sociale controle wanneer het gebaseerd op geschreven regels
Informele sociale controle beleefdheidsvormen en andere ongeschreven regels