ENKEL = art. talocruralis
OSTEOLOGIE
Tibia en Talus
1. Malleolus (onderaanzicht)
A. Lateralis
B. Medialis
2. Trochlea tali (bovenaanzicht rechts)
3. Caput tali
VOET
Antetarsus (ossa digitorum)
A. Phalanges proximale (I t/m V)
B. Phalanges mediale (II t/m V)
C. Phalanges distale (I t/m V)
Metatarsus
D. Ossa metatarsalia (I t/m V)
Enkelvoud: ossa metatarsale I
Tarsus (=voetworetelbeenderen)
1. Calcaneus
2. Talus
3. Os naviculare
4. Os cuboideum
Ossa cuneiformia: (behoort tot de tarsus)
5. Os cuneiforme mediale
, 6. Os cuneiforme intermedium
7. Os cuneiforme laterale
ARTROLOGIE ONDERBEEN, ENKEL & VOET
Proximaal: art. tibiofibularis proximalis (Vlak gewricht)
Kop: Tibia
Kom: Fibula
Bewegingen: geen actieve beweging, beweegt licht mee met de beweging van de
enkel
“Midden”: membrana interossea cruris (syndesmose) = bindweefselplaat
waaraan spieren hechten.
Distaal: art. tibiofibularis distalis = syndesmosis tibiofibularis
Syndesmosis gewricht = onbeweegbaar gefixeerd gewricht dmv het
lig. tibiofibulare anterius en posterius
Art. talocruralis = enkel = bovenste spronggewricht (BSG) is anatomisch een
zadelgewricht, functioneel een scharniergewricht
→ 1 as.
Bewegingen:
plantairflexie – dorsaalflexie Sagittale vlak om
transversale as
Kop: talus
Kom: tibia en fibula (= cruris = (onder)been)
Onderste sprong gewricht (OSG) = subtalaire systeem bestaat uit art. talocalcaneonavicularis en
het art. subtalaris.
Art. talocalcaneonavicularis is een complex gewricht
tussen: Talus (niet op plaatje), os naviculare en de
calcaneus
Bewegingen:
inversie – eversie combinatie van vlakken, assen
staan nl niet loodrecht op de vlakken (zie afbeeldingen)
In- en eversie-as→ compromis-as
Bewegingen in OSG en BSG treden ALTIJD tezamen
op!!! (talus kan nl niet gefixeerd worden)
Art. subtalaris = gewricht tussen de talus en calcaneus. →
Art. talocalcaneonavicularis = voorste
kamer onderste spronggewricht bestaat
uit: pars talocalcaneare en pars
talonaviculare
Art. subtalaris = achterste kamer onderste
spronggewricht
OSTEOLOGIE
Tibia en Talus
1. Malleolus (onderaanzicht)
A. Lateralis
B. Medialis
2. Trochlea tali (bovenaanzicht rechts)
3. Caput tali
VOET
Antetarsus (ossa digitorum)
A. Phalanges proximale (I t/m V)
B. Phalanges mediale (II t/m V)
C. Phalanges distale (I t/m V)
Metatarsus
D. Ossa metatarsalia (I t/m V)
Enkelvoud: ossa metatarsale I
Tarsus (=voetworetelbeenderen)
1. Calcaneus
2. Talus
3. Os naviculare
4. Os cuboideum
Ossa cuneiformia: (behoort tot de tarsus)
5. Os cuneiforme mediale
, 6. Os cuneiforme intermedium
7. Os cuneiforme laterale
ARTROLOGIE ONDERBEEN, ENKEL & VOET
Proximaal: art. tibiofibularis proximalis (Vlak gewricht)
Kop: Tibia
Kom: Fibula
Bewegingen: geen actieve beweging, beweegt licht mee met de beweging van de
enkel
“Midden”: membrana interossea cruris (syndesmose) = bindweefselplaat
waaraan spieren hechten.
Distaal: art. tibiofibularis distalis = syndesmosis tibiofibularis
Syndesmosis gewricht = onbeweegbaar gefixeerd gewricht dmv het
lig. tibiofibulare anterius en posterius
Art. talocruralis = enkel = bovenste spronggewricht (BSG) is anatomisch een
zadelgewricht, functioneel een scharniergewricht
→ 1 as.
Bewegingen:
plantairflexie – dorsaalflexie Sagittale vlak om
transversale as
Kop: talus
Kom: tibia en fibula (= cruris = (onder)been)
Onderste sprong gewricht (OSG) = subtalaire systeem bestaat uit art. talocalcaneonavicularis en
het art. subtalaris.
Art. talocalcaneonavicularis is een complex gewricht
tussen: Talus (niet op plaatje), os naviculare en de
calcaneus
Bewegingen:
inversie – eversie combinatie van vlakken, assen
staan nl niet loodrecht op de vlakken (zie afbeeldingen)
In- en eversie-as→ compromis-as
Bewegingen in OSG en BSG treden ALTIJD tezamen
op!!! (talus kan nl niet gefixeerd worden)
Art. subtalaris = gewricht tussen de talus en calcaneus. →
Art. talocalcaneonavicularis = voorste
kamer onderste spronggewricht bestaat
uit: pars talocalcaneare en pars
talonaviculare
Art. subtalaris = achterste kamer onderste
spronggewricht
