100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Fysiotherapie KENNISTOETS module 2.1 Uitgebreide samenvatting theorie

Beoordeling
4,6
(9)
Verkocht
50
Pagina's
57
Geüpload op
03-04-2022
Geschreven in
2021/2022

Samenvatting van alle theorielessen uit module 2.1 van fysiotherapie gesorteerd per week met aanvulling uit de praktijklessen. Helemaal compleet met afbeeldingen en duidelijke uitleg.













Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
3 april 2022
Aantal pagina's
57
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

KLA/KLB-lessen Module 2.1
Met aanvullingen uit praktijklessen


Week 1
KLA 1
Illness scripts = naam voor ziektebeschrijving. Op een systematische manier aandoeningen
te beschrijven. Dit is onze ‘boekenkennis’ wat in de praktijk verrijkt wordt door ervaringen.
Het Illness script bestaat uit:
- Pathofysiologie/etiologie
- Epidemiologie
- Beloop
- Teken/symptoom
- Diagnostische test gegevens

1. Pathofysiologie/-anatomie
= het ontstaan van aandoeningen. Waar wordt de ziekte/aandoening door veroorzaakt?
Bijvoorbeeld problemen binnen de anatomie, fysiologie, biochemische factoren,
immunologie, gedrag enzovoort.
-Pathofysiologie: onderzoekt de mechanismen die tot gestoorde fysiologie leiden.
Bijvoorbeeld de binding van het covid-19 virus.
-Patho-anatomie: onderzoekt de mechanismen die tot gestoorde anatomie leiden.
Bijvoorbeeld beschrijven van verschillende meniscus veranderingen die kunnen leiden tot
klachten zoals kniepijn, slotklachten of zwelling.
2. Epidemiologie
= wie krijgt deze ziekte/aandoening algemeen genomen? Bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, ras,
hebben van bepaalde risicofactoren, door blootstelling aan…
3. Beloop
= hoe lang duurt deze aandoening? En wat is bekend over hoe lang het aan kan houden?
Verschillende belopen van aandoeningen:
-Chronisch progressief: klachten worden erger in de tijd.
-Acuut: klacht kan acuut beginnen en langzaam afnemen.
-Chronisch intermiterend: klachten zijn af en toe aanwezig en af en toe weg.
4. Tekenen en symptomen
= gaat over de bevindingen na een anamnese of lichamelijk onderzoek. Het gaat over
symptomen (= klachten die de patiënt aangeeft) en tekenen (= een objectief waarneembaar
kenmerk van de ziekte. Dit doen de fysiotherapeuten als waarneming).
5. Diagnostische tests
= wat zou het resultaat van testen zijn? Welke testen zouden uitgevoerd moeten worden?

Diagnostiek = het beschrijven van de kans op aanwezigheid van een aandoening. Vooral
artsen doen dit. Dit kan geordend worden in het ICD (= hoofdstukken waar bepaalde
aandoeningen of ziektes onder geclassificeerd kunnen worden). Een fysiotherapeut houdt
zich meer bezig met het in kaart brengen van de gevolgen van de ziekten/aandoeningen.

,Fysiotherapeutische diagnostiek = het in kaart brengen van de gevolgen van
ziekten/aandoeningen voor het bewegend functioneren van de mensen en van de factoren
die hierop van invloed zijn. Dit doet hij met behulp van het ICF.

Verticale dimensie (in RPS formulier) = invloeden vanuit de
persoonlijke en externe factoren hebben invloed op het fysiek
functioneren.

Er is ook een classificatie naar etiologie (= oorsprong/ontstaan):

Classificatie Betekenis Rode vlaggen
Congenitaal Aangeboren afwijkingen zoals het
syndroom van Down
Degeneratief Veranderingen van het lichaam,
bijvoorbeeld artrose
Traumatisch Ongelukken zoals een voorste - Trauma in voorgeschiedenis
kruisband - Niet kunnen belasten
- Ontstekingsverschijnselen
- Nachtelijke pijn
- Langdurig gebruik corticosteroïden
- Osteoporose
Inflamatoir Ontstekingen. Bijvoorbeeld de ziekte - Nachtelijke pijn
van Crohn - Houdings- bewegingsonafhankelijke pijn
- Zwelling in gewrichten
- Gegeneraliseerde stijfheid
Neoplasmata Nieuwvormingen. Kanker is hier een - Kanker in de voorgeschiedenis
voorbeeld van. - Niet mechanische progressieve pijn
- Onverklaard gewichtsverlies
- Algehele malaise
Infectieus Infecties - Koorts
- Algehele malaise
- Drugsgebruik/HIV
- Gebruik van immunosuppressiva

In het screeningsproces wordt gebruik gemaakt van rode vlaggen. Dit zijn
waarschuwingssignalen/alarmsignalen/risicofactoren voor onderliggende ernstige
aandoeningen. Deze zijn ook gegroepeerd en geclassificeerd (staan in de tabel).

Diagnostiek gaat over kansen. Als er een patiënt binnenkomt die met voetbal een tackel
heeft gekregen waardoor zijn been een andere positie aangenomen heeft, is er veel kans op
een fractuur. Wanneer er veel procent kans is, is het zo dat er gelijk behandeld wordt.
Wanneer er bijvoorbeeld een patiënt binnenkomt met een pijnlijke enkel en een
enkelfractuur in de geschiedenis heeft gehad is de kans op een nieuwe fractuur tussen de 30
en 70%. Dan zijn er eerst meer testen (bijvoorbeeld röntgenonderzoek) nodig voordat het
behandeld wordt. De kans op een fractuur is nog kleiner wanneer iemand bij de
fysiotherapeut komt met het idee dat ze gehoord heeft dat het mogelijk is dat ze met wat
steken pijn heeft met het hardlopen. De kans op een fractuur is heel klein en dus is de actie

,dat je de patiënt moet informeren waarom behandelen niet zinvol is. Bovenstaande
informatie is onder te verdelen in een testdrempel en een behandeldrempel zoals op de
afbeelding hieronder is te zien.




Voorafkans = de kans die je opstelt wanneer iemand bij jou de praktijk inkomt met enkelpijn
dat er bijvoorbeeld een fractuur is. Dit is hierboven in de afbeelding te zien. Als de
informatie de diagnose die jij in je hoofd hebt ondersteund dan verhoogt dat de voorafkans.
Als de info de diagnose juist niet ondersteund verlaagd dat de voorafkans. Een anamnese is
belangrijk om hier informatie voor in te winnen.

Stel dat de voorafkans op een
enkelaandoening 30-40% zoals in de
afbeelding is te zien. Dan is het handig om
een test uit te voeren. Als de test positief
is, kan dat de kans op een enkelaandoening
verhogen waardoor er over de
behandeldrempel heengegaan wordt en er
dus direct behandeld moet worden. Het
kan daarentegen ook zo zijn dat de test
negatief is waardoor de kans op een
enkelaandoening nog lager wordt.
Je kan verschillende testen uitvoeren. In de
afbeelding is test A bijvoorbeeld specifieker
dan test B omdat door test A uit te voeren
de achterafkans hoger is dan bij test B. Test A kan dus beter een aandoening aantonen dan
test B. Omgekeerd kan dit ook, stel dat test A negatief is dan blijft het percentage gelijk als
bij de voorafkans, maar bij een negatieve test B uitslag wordt de achterafkans wel lager.
Hierdoor is test B sensitiever dan test A.
SpPIN-SnNout regel = als de test hoog specifiek is, kan je daarmee de aandoening beter
aantonen. Als een test sensitief is en hij is negatief dan kan je daarmee de aandoening beter
uitsluiten. Dit laat ook zien dat de voorafkans op een aandoening erg bepalend is hoe een
test scoort in de praktijk. Het kan de patient namelijk net over de drempel brengen om juist
wel of niet te behandelen. Dit is hetzelfde als bij bijvoorbeeld een Coronatest. Deze wordt
gedaan als iemand klachten heeft (dus de voorafkans op Corona is best hoog).

,Ottawa ankle rules: regels wanneer er een indicatie is voor rontgendiagnostiek van de enkel
of de middenvoet.
- Onvermogen de enkel te belasten (vier stappen 2x2 lopen zonder hulp)
- Pijn bij palpatie van dosale of caudale zijde van de laterale malleolus (6 cm)
- Pijn bij palpatie van dorsale of caudale zijde van de mediale malleolus (6 cm)
- Pijn bij palpatie van de basis van het os metatarsale V
- Pijn bij palpatie van het os naviculare




Fractuur = wanneer er sprake is van een onderbreking van de normale samenhang van het
botweefsel. De oorzaak hangt met veel samen zoals botmassa, botkwaliteit, leeftijd
enzovoort. Fracturen kunnen onderverdeeld worden in drie categorieën:
1. Traumatische fractuur
2. Vermoeidheidsfractuur
3. Spontane fractuur: hierbij is het niet duidelijk of het door een trauma of
vermoeidheid komt.

Rode vlaggen:
- (Recent) trauma
- Al langer bestaande (onverklaarbare) koorts
- Recent onverklaarbaar gewichtsverlies (>5 kg/maand)
- Langdurig gebruik corticosteroiden
- Constante pijn die niet afneemt in rust of bij verandering van positie
- Kanker in voorgeschiedenis
- Algemeen onwelbevinden
- Nachtelijke pijn
- Uitgebreide neurologische tekenen en symptomen

KLB week 1, les 1
Ezelsbruggetje VALTIS
V = voorgeschiedenis. (Welke manier/welke beweging is er gemaakt? Is iemand al eerder
door de enkel gegaan?)
A = aard van de pijn. (Wat voor soort pijn?)
L = locatie van de pijn. (Waar zit te pijn?)
T = tijdverloop. (Is het erger geworden, hoe lang al?)
I = intensiteit. (Op een schaal van 0-10 hoeveel pijn doet het?)
S = samenhang/samenvatting (PSK Patient specifiek klachten. Hoe moeilijk is bijvoorbeeld de
activiteit lopen. Hoe beperkt is iemand?). Je hebt een bepaald beeld/verwachting, past dat
bij wat je ziet?

, Verschillen in- en eversietrauma
Inversietrauma:
- Plantairflexie
- Hydrops en blauwe verkleuring laterale zijde van de enkel, na een paar dagen kan het
naar de voet afzakken.
- De meeste pijn is ter hoogte van de TFA (lig tibiofibulaire anterior. Ligt aan de
laterale zijde) CFL (calcaneofibulaire lateraal)
- Verminderde ROM
- Na trauma is belasten meestal wel mogelijk
Voor inversietrauma’s zijn de volgende testen: anterior drawer test (schuifladetest).

Syndesmosis (eversietrauma):
- Eversie/exorotatie trauma
- Weinig hydrops aanwezig
- Pijn meestal aangegeven bij AITFL (anterior inferior tibiafibulare ligament)
- Na trauma belasten meestal wel mogelijk.
Voor een eversietrauma zijn de volgende testen: exorotatie-stresstest, squeezetest

KLA week 1, les 2
Hoofdstuk 2, organisatieniveaus
Het lichaam kan gezien worden als een structuur met verschillende organisatieniveaus.
Circulatiestelsel: bestaat uit het hart, bloedvaten en bloed. Een orgaan bevat verschillende
weefsels. Het hart bevat bijvoorbeeld spierweefsel, dekweefsel en bindweefsel. Een weefsel
bestaat weer uit cellen van hetzelfde type en een cel bestaat uit verschillende celorganellen
zoals een celkern en mitochondriën. En celorganellen bestaan weer uit moleculen zoals
eiwitten of DNA.




Moleculen
Naast water bestaat het lichaam vooral uit moleculen van organische stoffen. Dit zijn ketens
van koolstofatomen die verbonden zijn met atomen van waterstof, zuurstof en stikstof.
Er zijn drie groepen oplosbare stoffen:
1. Stoffen die goed oplossen in water (hydrofiele stoffen)
€9,59
Krijg toegang tot het volledige document:
Gekocht door 50 studenten

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Beoordelingen van geverifieerde kopers

7 van 9 beoordelingen worden weergegeven
2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

2 jaar geleden

4,6

9 beoordelingen

5
5
4
4
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
julia19 Hogeschool van Amsterdam
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
255
Lid sinds
8 jaar
Aantal volgers
156
Documenten
17
Laatst verkocht
1 maand geleden

4,2

63 beoordelingen

5
31
4
20
3
6
2
3
1
3

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen