Macht en Afhankelijkheid
Samenvatti ng gemaakt door Jente Nobel
, Samenvatting gemaakt door Jente Nobel
Week 1 – Ellemers
Macht = het vermogen of het middel om anderen zijn wil op te leggen, ook als deze het niet
willen.
Doelen bereiken door het opleggen van bindende beslissingen, met als sancties
dwangmiddelen.
Kenmerken van macht:
Relatief: macht is relatief. Er is altijd meer of minder macht. Het is niet uit te drukken
in absolute getallen.
Relationeel: macht is altijd binnen een bepaalde relatie (overheid onderling, burgers
vs. overheid, burgers onderling etc.).
Reciproque: mensen hebben altijd meer macht ten opzichte van elkaar, dit is niet
symmetrisch.
Vormen van macht:
Traditioneel: het wordt gevormd door gewoontes en gebruiken. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de macht van ouders over een kind.
Charismatisch: een bepaalde karakter uitstraling die sterke aantrekkingskracht op
mensen uitoefent. Dit kan zowel positief (denk bijvoorbeeld aan Nelson Mandela) of
negatief (bijvoorbeeld Hitler of Poetin).
Rationeel-Legaal: macht wordt gelegitimeerd door algemeen geldende regels.
Bijvoorbeeld de macht die een rechter heeft.
Aanvullende kenmerken:
Functioneel
Formeel/ informeel
Manifest (onmiskenbaar)/ latent (verborgen, op de achtergrond)
Uitoefenen van macht:
“Beiden partijen aanvaarden een en ander: 1. Recht op gehoorzaamheid, 2. De plicht om te
gehoorzamen”.
Bijzondere vormen van macht:
Definitiemacht = het vermogen om te bepalen welke betekenis wordt gegeven aan
een verschijnsel. De media of experts hebben een grote mate van deze macht.
Hindermacht = de macht om bepaalde beslissingen tegen te houden. Met
hindermacht kan het machtshebbers lastig gemaakt worden om hun macht
daadwerkelijk te gebruiken. Bijvoorbeeld burgers die besluitvorming van de overheid
verhinderen.
Bij invloed gaat het om suggesties of overreding om te handelen in overeenstemming met
de beïnvloeder.
Berust op argumenten, positieve sancties (beloningen) en normen en waarden.
Samenvatti ng gemaakt door Jente Nobel
, Samenvatting gemaakt door Jente Nobel
Week 1 – Ellemers
Macht = het vermogen of het middel om anderen zijn wil op te leggen, ook als deze het niet
willen.
Doelen bereiken door het opleggen van bindende beslissingen, met als sancties
dwangmiddelen.
Kenmerken van macht:
Relatief: macht is relatief. Er is altijd meer of minder macht. Het is niet uit te drukken
in absolute getallen.
Relationeel: macht is altijd binnen een bepaalde relatie (overheid onderling, burgers
vs. overheid, burgers onderling etc.).
Reciproque: mensen hebben altijd meer macht ten opzichte van elkaar, dit is niet
symmetrisch.
Vormen van macht:
Traditioneel: het wordt gevormd door gewoontes en gebruiken. Denk hierbij
bijvoorbeeld aan de macht van ouders over een kind.
Charismatisch: een bepaalde karakter uitstraling die sterke aantrekkingskracht op
mensen uitoefent. Dit kan zowel positief (denk bijvoorbeeld aan Nelson Mandela) of
negatief (bijvoorbeeld Hitler of Poetin).
Rationeel-Legaal: macht wordt gelegitimeerd door algemeen geldende regels.
Bijvoorbeeld de macht die een rechter heeft.
Aanvullende kenmerken:
Functioneel
Formeel/ informeel
Manifest (onmiskenbaar)/ latent (verborgen, op de achtergrond)
Uitoefenen van macht:
“Beiden partijen aanvaarden een en ander: 1. Recht op gehoorzaamheid, 2. De plicht om te
gehoorzamen”.
Bijzondere vormen van macht:
Definitiemacht = het vermogen om te bepalen welke betekenis wordt gegeven aan
een verschijnsel. De media of experts hebben een grote mate van deze macht.
Hindermacht = de macht om bepaalde beslissingen tegen te houden. Met
hindermacht kan het machtshebbers lastig gemaakt worden om hun macht
daadwerkelijk te gebruiken. Bijvoorbeeld burgers die besluitvorming van de overheid
verhinderen.
Bij invloed gaat het om suggesties of overreding om te handelen in overeenstemming met
de beïnvloeder.
Berust op argumenten, positieve sancties (beloningen) en normen en waarden.
