‘Portfolio schuldhulpverlening’
Situatie van armoede, sociale
uitsluiting en de armoedeval
Hogeschool Leiden Opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
, Situatie van armoede, sociale uitsluiting en de
armoedeval
Armoede
Het is voor iedereen van belang om in zijn/haar primaire levensbehoeften te
kunnen voorzien. Om dit te kunnen betalen hebben we inkomen nodig. Het
bedrag dat de overheid denkt dat een persoon nodig heeft om in deze primaire
levensbehoeften te voorzien, wordt ook wel sociaal minimum genoemd. 1 Het
sociaal minimum dat geldend is voor Jan en Nelleke is die van 1 januari 2020.
Hierbij geldt voor gehuwden een sociaal minimum van €1.653,65 bruto per
maand.2 Jan en Nelleke komen met hun inkomen onder dit sociaal minimum. Zo
verdient Jan €1.435,- netto per maand. Dit is omgerekend €1.556,50 bruto per
maand.
Er wordt gesproken van armoede als iemand niet het inkomen/vermogen heeft
om te voorzien in zijn/haar primaire levensbehoeften. 3 Er zijn twee soorten
armoede, namelijk tijdelijke armoede en structurele armoede. 4 We spreken van
tijdelijke armoede, als mensen door middel van hulp verbetering kunnen geven
aan hun situatie.5 Structurele armoede is een vorm van armoede, waarbij de
mensen voor een hele lange tijd onder het sociaal minimum leven. Zij kunnen
moeilijk uit de situatie komen, zelfs als ze hulp krijgen.6
Zo kan geconcludeerd worden dat bij Jan en Nelleke sprake is van tijdelijke
armoede. Jan heeft een inkomen dat onder het sociaal minimum ligt, namelijk
€1.556,50 bruto per maand. Op dit moment kunnen Jan en Nelleke niet meer
voorzien in hun primaire levensbehoeften, omdat ze niet genoeg geld over
hebben voor hun boodschappen. Wanneer Jan en Nelleke niks afbetalen, zullen
er steeds meer kosten bijkomen. Hierdoor kan het zijn dat er beslag wordt
gelegd op bijvoorbeeld het inkomen, maar er kan ook een uithuiszetting dreigen.
1
Haster 2013, p. 26.
2
UWV > home > particulieren > actuele bedragen > sociaal minimum vanaf 1 januari 2020, bekeken op 16 april 2020.
3
Haster 2013, p. 26.
4
Haster 2013, p. 26.
5
Haster 2013, p. 26.
6
Haster 2013, p. 26.
Situatie van armoede, sociale
uitsluiting en de armoedeval
Hogeschool Leiden Opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening
, Situatie van armoede, sociale uitsluiting en de
armoedeval
Armoede
Het is voor iedereen van belang om in zijn/haar primaire levensbehoeften te
kunnen voorzien. Om dit te kunnen betalen hebben we inkomen nodig. Het
bedrag dat de overheid denkt dat een persoon nodig heeft om in deze primaire
levensbehoeften te voorzien, wordt ook wel sociaal minimum genoemd. 1 Het
sociaal minimum dat geldend is voor Jan en Nelleke is die van 1 januari 2020.
Hierbij geldt voor gehuwden een sociaal minimum van €1.653,65 bruto per
maand.2 Jan en Nelleke komen met hun inkomen onder dit sociaal minimum. Zo
verdient Jan €1.435,- netto per maand. Dit is omgerekend €1.556,50 bruto per
maand.
Er wordt gesproken van armoede als iemand niet het inkomen/vermogen heeft
om te voorzien in zijn/haar primaire levensbehoeften. 3 Er zijn twee soorten
armoede, namelijk tijdelijke armoede en structurele armoede. 4 We spreken van
tijdelijke armoede, als mensen door middel van hulp verbetering kunnen geven
aan hun situatie.5 Structurele armoede is een vorm van armoede, waarbij de
mensen voor een hele lange tijd onder het sociaal minimum leven. Zij kunnen
moeilijk uit de situatie komen, zelfs als ze hulp krijgen.6
Zo kan geconcludeerd worden dat bij Jan en Nelleke sprake is van tijdelijke
armoede. Jan heeft een inkomen dat onder het sociaal minimum ligt, namelijk
€1.556,50 bruto per maand. Op dit moment kunnen Jan en Nelleke niet meer
voorzien in hun primaire levensbehoeften, omdat ze niet genoeg geld over
hebben voor hun boodschappen. Wanneer Jan en Nelleke niks afbetalen, zullen
er steeds meer kosten bijkomen. Hierdoor kan het zijn dat er beslag wordt
gelegd op bijvoorbeeld het inkomen, maar er kan ook een uithuiszetting dreigen.
1
Haster 2013, p. 26.
2
UWV > home > particulieren > actuele bedragen > sociaal minimum vanaf 1 januari 2020, bekeken op 16 april 2020.
3
Haster 2013, p. 26.
4
Haster 2013, p. 26.
5
Haster 2013, p. 26.
6
Haster 2013, p. 26.
