Brandverschijnselen zijn waarnemingen waaraan je brand kunt herkennen. Voor elke
verbranding heb je drie dingen nodig (branddriehoek):
- Brandbare stof
- Zuurstof
- Ontbrandingstemperatuur
Er zijn nog 2 factoren die het ontstaan van brand mogelijk maken (brandvijfhoek):
- Katalysator | maakt een reactie mogelijk die normaal niet zou gebeuren.
- Mengverhouding
Een explosie is een snelle verbranding met een grote toename van het volume van de
verbrandingsgassen.
Een mengsel van gassen is explosief als de mengverhouding binnen binnen de
explosiegrenzen valt.
Elk blusmiddel werkt door het wegnemen van een of meer brandvoorwaarden.
Brandvertragers voorkomen het ontbranden en het uitbreiden van een brand.
Scheikunde 4.2 verbrandingsproducten
Bij een brand zie je vlammen, vonken en rook. Er ontstaan een of meerdere oxiden bij een
verbranding.
Met een reagens toon je een bepaalde stof aan. Een goed reagens is selectief en gevoelig.
Custard en wit kopersulfaat zijn reagentia voor water. Kalkwater is het reagens voor
koolstofdioxide. Een joodoplossing is het reagens voor zwaveldioxide en voor zetmeel.
Rodekoolsap is een reagens voor een zure oplossing.
Bij een volledige verbranding van een koolwaterstof is voldoende zuurstof aanwezig. Er
ontstaan waterdamp en koolstofdioxide. Bij een onvolledige verbranding van een
koolwaterstof is te weinig zuurstof aanwezig. Er ontstaat behalve koolstofdioxide en water
ook koolstofmonooxide en/roet. Koolstofmonooxide is giftig.
De TGG-waarde is de maximaal toelaatbare concentratie van een giftige stof in mg/m³ lucht.
Scheikunde 4.3 brandstof en milieu
Bij de trage koolstofkringloop gaat het om de vorming en verbranding van fossiele
brandstoffen. Daardoor neemt de emissie van koolstofdioxide toe. Dit is een oorzaak van het
versterkt broeikaseffect. De snelle koolstofkringloop vindt plaats bij de vorming en
verbranding van biomassa en is CO2-neutraal.
Planten zijn de grondstof voor biobrandstoffen als bioalcohol en biodiesel.
De zuurgraad of pH geeft aan hoe zuur een oplossing is. Zure oplossingen hebben een pH
kleiner dan 7. Met een indicator of pH-papier bepaal je de pH. Zure regen ontstaat door de
verbrandingsgassen zwaveldioxide en stikstofoxiden. Zure regen is de oorzaak van de
verzuring van de bodem en het oppervlaktewater.
Door het versterkt broeikaseffect neemt de gemiddelde temperatuur op aarde toe.