College, PowerPoint, Opname, Aantekeningen
Vaatziekten:
Atherosclerose
Claudicatio intermittens
Hartziekten:
Angina pectoris (hartkramp)
Acuut myocardinfarct (hartinfarct)
Hartfalen
Geleidings- en ritmestoornissen
Circulatiestilstand
Afwijkingen van de hartkleppen
Cerebrovasculair accident -CVA- (beroerte):
Herseninfarct
Hersenbloeding
Vaatziekten 9.2 Brand
ATHEROSCLEROSE
Atherosclerose = slagaderverkalking (vorming
plaque vernauwing bloedvaten)
Atherosclerose kan leiden tot hart- en
vaatziekten:
Angina pectoris
Hartinfarct
Herseninfarct
Vernauwingen van de beenslagaders
Cholesterol = vetachtige stof
Speelt belangrijke rol in het proces van
atherosclerose
Bouwsteen van celmembranen,
steroïdhormonen, vitamine D en gal
Productie door lichaam (lever) en opname uit voeding (2%)
Transport van cholesterol door lichaam door lipoproteïnen:
VLDL (very low density lipoprotein):
o Bevat cholesterol (meer dan HDL) en triglyceriden
o Transport cholesterol vanaf lever
o Afgifte triglyceriden aan weefsels VLDL verkleint hierdoor ontstaan
LDL
LDL (low density lipoprotein) slechte cholesterol
o Bevat met name cholesterol
o Opname vanuit bloedbaan door cellen in bloedvatwand
HDL (high density lipoprotein) goede cholesterol
o Gevormd in lever
, o Verzorgt transport van cholesterol terug naar de lever
wel deeltje wordt bepaald door de dichtheid.
Atherosclerose, hoe zit dat? (zie plaatje. Start = begin)
1. Schade aan het endotheel schade (celllen rondom de plaque
(bloedvatwand) gaan kapot)
2. LDL met het cholesterol gaat de 16. Bloodstelling van de matrix
bloedvatwand in aan bloedplaatjes activatie
3. Oxidatie van LDL met zuurstof bloedstolling)
( chemische reactie met zuurstof) 17. Vorming “mural thrombus”
4. Ontstaan geoxideerd LDL op de plaque
5. Geoxideerd LDL zorgt ervoor dat
er bepaalde receptoren aan de
endotheel laag tot expressie
komen.
6. Monocyten gaan binden aan
bloedvatwand en gaan het
weefsel in.
7. Monocyten gaan differentiëren tot
macrofagen.
8. Macrofagen worden
geïmmobiliseerd (ze blijven in het
weefsel)
9. Macrofagen brengen bepaalde
receptor tot expressie (Scavenger
receptor)
10. Aan de Scavenger receptor
kan het geoxideerde LDL binden
en wordt opgenomen door de
macrofagen. Een macrofaag die
een geoxideerde LDL op kan
nemen en opneemt wordt
schuimcel genoemd.
(Schuimcel = macrofaag vol met
LDL)
11. Cellen hopen zich op in
de bloedvatwand
12. Er ontstaat een “pool”
van vet (cholesterol)
13. Macrofagen zorgen voor
cytokines en die cytokines die
stimuleren de gladde
spiercellen.
14. Die gladde spiercellen
gaan zich vermenigvuldigen
en vormen een manden om de
“pool” van vet (cholesterol)
plaque is gevormd bloedvat
is vernauwd.
15. Het kan gebeuren (bijv. Bij
hoge bloeddruk) dat bloed
constant tegen zo’n plaque aan
wordt gepompt waardoor
scheurtje in plaque ontstaat.