Paragraaf 5.1 Metalen Paragraaf 5.2 Kunststoffen om je heen
Glanzend oppervlak - geleiden warmte & stroom - buigzaam & Waterdicht - beter bestand tegen scheuren -
vervormbaar. kunstoffolie → door- zichtig - scheurt niet -
isolatoren (geleiden slecht)
Chroom = verchromen Edel: Onedel: Zeer onedel:
Polyetheen PE → plastic flesjes/zakjes -
Zilver = verzilveren Platina ijzer natrium
afvalcontainers
Zink = verzinken of Goud lood kalium
Polypropyleen PP → koffers - auto-
galvaniseren Zilver zink
onderdelen - tapijten
IJzer = tin
Polystyreen PS → wegwerpbestek - verpakking - isolatie piepschuim
Metaal gemakkelijk met water en zuurstof reageert → onedel → Polyvinylchloride pvc → regenkleding - riolering - behang (vinyl)
aangetast door stoffen in de lucht → gaat roesten → corrosie
Bioplastics → plastics die worden gemaakt uit natuurlijke producten.
Legering → mengsel samengesmolten metalen → brons (koper & tin)
Natuurlijke producten hernieuwbare
→ messing (koper & zink)
grondstoffen → raken als het goed is
Metalen gemengd om materiaaleigenschappen te verbeteren → niet op.
hardheid of corrosiebestendigheid.
Bepaalde soorten bioplastics zijn
Ertsen = kunnen metalen uit worden gewonnen → verhitting zeer biologisch afbreekbaar→ afgebroken
hoge temperatuur → gesloten oven (hoogovens) → toevoeging door de natuur → enkele weken tot 2
reductor → metaal uit oxide te winnen. jaar.
Composiet → combinatie
eigenschappen van materialen.
Paragraaf 5.3 Kunststoffen in Paragraaf 5.4 Recycling
soorten en maten
Elementenkringloop →
Thermoplast → zacht bij verwarmen atoomsoort circuleert.
→ vervormen of
Stoffenkringloop → stof
samensmelten.
circuleert.
Zachter maken → week-
Zware metalen → hoge
maker → harder maken →
dichtheid → kwik (Hg (l)) →
verstrekken.
lood (Pb (s)) → cadmium
Thermoharder → smelt niet bij verwarmen → verhit wordt zwart en (Cd (s)) → dampen &
komen gassen vrij → ontleed bij verwarmen. Breken sneller. verbindingen schadelijk
Elastomeer → polymeren die elastisch zijn, veerkrachtig → kunnen Paragraaf 4.4 Brandstoffen
ver worden uitgerekt → ontleed bij verwarmen. en milieu
Monomeer → naftafractie kraken → alkenen → kleine koolwaterstof- Lucht samenstelling →
moleculen met dubbele binding → monomeermoleculen → samen-
78% stikstof → 21% zuurstof → 1% koolstof-
gevoegd tot een groot molecuul → polymeriseren.
dioxide, argon, waterdamp
1e generatie biobrandstoffen → geteelde voedselgewassen → maïs
suikerriet, tarwe, gerst
2e generatie biobrandstoffen → biologisch afval → groente, fruit,
tuinafval, dierlijke mest, houtachtig afvalmateriaal
3e generatie biobrandstoffen → algen en zeewier
Glanzend oppervlak - geleiden warmte & stroom - buigzaam & Waterdicht - beter bestand tegen scheuren -
vervormbaar. kunstoffolie → door- zichtig - scheurt niet -
isolatoren (geleiden slecht)
Chroom = verchromen Edel: Onedel: Zeer onedel:
Polyetheen PE → plastic flesjes/zakjes -
Zilver = verzilveren Platina ijzer natrium
afvalcontainers
Zink = verzinken of Goud lood kalium
Polypropyleen PP → koffers - auto-
galvaniseren Zilver zink
onderdelen - tapijten
IJzer = tin
Polystyreen PS → wegwerpbestek - verpakking - isolatie piepschuim
Metaal gemakkelijk met water en zuurstof reageert → onedel → Polyvinylchloride pvc → regenkleding - riolering - behang (vinyl)
aangetast door stoffen in de lucht → gaat roesten → corrosie
Bioplastics → plastics die worden gemaakt uit natuurlijke producten.
Legering → mengsel samengesmolten metalen → brons (koper & tin)
Natuurlijke producten hernieuwbare
→ messing (koper & zink)
grondstoffen → raken als het goed is
Metalen gemengd om materiaaleigenschappen te verbeteren → niet op.
hardheid of corrosiebestendigheid.
Bepaalde soorten bioplastics zijn
Ertsen = kunnen metalen uit worden gewonnen → verhitting zeer biologisch afbreekbaar→ afgebroken
hoge temperatuur → gesloten oven (hoogovens) → toevoeging door de natuur → enkele weken tot 2
reductor → metaal uit oxide te winnen. jaar.
Composiet → combinatie
eigenschappen van materialen.
Paragraaf 5.3 Kunststoffen in Paragraaf 5.4 Recycling
soorten en maten
Elementenkringloop →
Thermoplast → zacht bij verwarmen atoomsoort circuleert.
→ vervormen of
Stoffenkringloop → stof
samensmelten.
circuleert.
Zachter maken → week-
Zware metalen → hoge
maker → harder maken →
dichtheid → kwik (Hg (l)) →
verstrekken.
lood (Pb (s)) → cadmium
Thermoharder → smelt niet bij verwarmen → verhit wordt zwart en (Cd (s)) → dampen &
komen gassen vrij → ontleed bij verwarmen. Breken sneller. verbindingen schadelijk
Elastomeer → polymeren die elastisch zijn, veerkrachtig → kunnen Paragraaf 4.4 Brandstoffen
ver worden uitgerekt → ontleed bij verwarmen. en milieu
Monomeer → naftafractie kraken → alkenen → kleine koolwaterstof- Lucht samenstelling →
moleculen met dubbele binding → monomeermoleculen → samen-
78% stikstof → 21% zuurstof → 1% koolstof-
gevoegd tot een groot molecuul → polymeriseren.
dioxide, argon, waterdamp
1e generatie biobrandstoffen → geteelde voedselgewassen → maïs
suikerriet, tarwe, gerst
2e generatie biobrandstoffen → biologisch afval → groente, fruit,
tuinafval, dierlijke mest, houtachtig afvalmateriaal
3e generatie biobrandstoffen → algen en zeewier