21.1 GEEN INDRINGERS
BARRIÈRES AAN DE BUITENKANT
• Dekweefsels (BINAS 80B: nauw aaneengesloten cellen) vormen als fysieke barrière een mechanische
afweer tegen ziekteverwekkers en gevaarlijke stoffen: ze beschermen het inwendige milieu van het
uitwendige milieu
• Huid (BINAS 87A): vorm van mechanische afweer:
- Opperhuid (: dekweefsel):
o Hoornlaag: dode, verdroogde cellen
o Basale cellenlaag (kiemlaag): vooral stamcellen, waarvan de dode dochtercellen de
nieuwe hoornlaag worden
- Lederhuid (: bindweefsel): elastische vezels met veel zintuigjes
- Onderhuids vetweefsel: warmte-isolatie
BESCHERMING TEGEN ZONLICHT
• Melanocyten: pigmentvormende cellen in de basale cellenlaag met uitlopers met korrels melanine:
korrels hopen zich op om kernen van naburige cellen om DNA te beschermen tegen UV-licht
VOCHTBARRIÈRES
• Longen en darmen zijn bedekt met slijmvlies: dekweefsel waarin slijmbekercellen slijm afscheiden dat
bacteriedodende stoffen bevat;
- In de longen voeren trilharen het slijm af naar de keelholte
• Biochemische barrière beschermt via pH, enzymen, bacteriën en andere chemische factoren
- In de maag overleven de meeste bacteriën de lage pH (1-3) niet
, INVESTEREN IN BESCHERMING
• Mechanische afweer bij planten: bv. stekels en doornen:
- Voordeliger om tegen grotere dieren te beschermen, omdat die meer schade toe kunnen brengen
• Door selectieprocessen en evolutie kan een vorm van mutualisme ontstaan waarbij het ene organisme
de ander beschermt (en daarvoor een beloning krijgt) door gevaarlijke organismen af te weren
CHEMISCHE BESCHERMING
• Chemische afweer bij planten: giftige stoffen (toxines)
AFWEERMAATREGELEN
• Afweermaatregelen van planten bij schimmel kunnen zijn:
- Sluiten huidmondjes
- Maken H2O2 → verdikking celwand
- Schimmelsporen dodende stoffen aanmaken
- Vrijlaten van het schadelijke NO door beschadigde cellen
SIGNAALSTOFFEN EN L OKSTOFFEN
• Waarschuwingssignalen of lokstoffen waarschuwen andere organismen of lokken de vijanden van het
gevaar die dan het gevaar opeten/onschadelijk maken
21.2 NIET-SPECIFIEKE AFWEER
OMRINGD DOOR EENCELLIGE ORGANISMEN
• Bacteriën (eencelligen; BINAS 78, 79A, 92A) bestaan uit:
- Celwand en celmembraan
- Ribosomen (andere organellen ontbrekken)
- Cirkelvormig chromosoom
- Aantal plasmiden (kleine cirkelvormige DNA-moleculen)
o Geen celkern: prokaryoten
• Bacteriën worden ingedeeld op grond van:
- Leefomgeving (aeroob/anaeroob)
- Voedselherkomst (heterotroof/autotroof)
- Celvorm (bolletjes/staafjes)
- Celwandverschillen (reactie op kleurstoffen
• Microbioom: al de bacteriën op en in je lichaam
BACTERIËN ALS ZIEKTEVERWEKKERS
• Bacteriën kunnen ziektes veroorzaken door afgeven van
bepaalde stoffen
- Sommige soorten maken giftige stoffen:
o Bv. microcytines of anatoxine-a
ANDERE EENCELLIGE ZIEKTEVERWEKKERS
• Sommige eencellige ziekteverwekkers zijn eukaryoten: ze hebben een celkern en andere organellen
- Bv. parasieten die een gastheer gebruiken om zich voort te planten