Final team assignment
Title
Seminar teacher:
Study team number:
Student (student ID) and contribution:
Student (student ID) and contribution:
Student (student ID) and contribution:
Student (student ID) and contribution:
, Research questions
1. Is there an effect of gender on the alcohol consumption in adolescents?
2. Is there an effect of gender on the alcohol consumption in adults?
3. Is there a gender difference in risky drinking behavior among adolescents?
1. Translate the research questions (provided to you) into formal statistical
hypotheses, preferably in terms of population parameters. Explain why you have
formulated the hypotheses in this way. (you can answer this in week 3,4)
Onderzoeksvraag 1:
H0: alcoholconsumptie adolescente mannen = alcoholconsumptie adolescente vrouwen
H1: alcoholconsumptie adolescente mannen alcoholconsumptie adolescente vrouwen
De onderzoeksvraag gaat over of geslacht effect heeft op de alcoholconsumptie van adolescenten. Om de
hypotheses hiervoor op te stellen wordt gebruik gemaakt van de parameters van de populatie. Het gaat hier om
de gemiddelden van de 2 groepen die met elkaar vergeleken worden, daarom wordt het ‘ ’ teken
gebruikt. De null-hypothese gaat ervan uit dat er geen sprake is van een effect. De alternatieve
hypothese gaat ervan uit dat zich wel effect voordoet maar dit effect kan zowel positief of negatief zijn.
Daarom is deze hypothese two sided en staat er bij de alternatieve hypothese het volgende teken: .
onderzoeksvraag 2:
H0: alcoholconsumptie volwassen mannen = alcoholconsumptie volwassen vrouwen
H1: alcoholconsumptie volwassen mannen alcoholconsumptie volwassen vrouwen
De onderzoeksvraag gaat erover of geslacht effect heeft op de alcoholconsumptie van volwassenen. Om de
hypotheses hiervoor op te stellen wordt gebruik gemaakt van de parameters van de populatie. Het gaat hier om
de gemiddelden van de 2 groepen die met elkaar vergeleken worden, daarom wordt het ‘ ’ teken gebruikt. De
null-hypothese gaat ervan uit dat er geen sprake is van een effect. De alternatieve hypothese gaat ervan uit dat
zich wel effect voordoet maar dit effect kan zowel positief of negatief zijn. Daarom is deze hypothese two sided en
staat er bij de alternatieve hypothese het volgende teken: .
onderzoeksvraag 3:
H0: π risicovol drinken adolescente mannen = π risicovol drinken adolescente vrouwen
H1: π risicovol drinken adolescente mannen π risicovol drinken adolescente vrouwen
De onderzoeksvraag gaat erover of er een verschil in geslacht is als het gaat over het risicovol drinken bij
adolescenten. Om de hypotheses hiervoor op te stellen wordt gebruik gemaakt van de parameters van de populatie.
Het gaat hier om de kansen van de 2 groepen om risicovol drinkgedrag te vertonen, daarom wordt het ‘ π ’ teken
gebruikt. Deze kansen worden met elkaar vergeleken. De null-hypothese gaat ervan uit dat er geen sprake is van
een verschil. De alternatieve hypothese gaat ervan uit dat zich wel effect voordoet maar dit effect kan zowel positief
of negatief zijn. Daarom is deze hypothese two sided en staat er bij de alternatieve hypothese het volgende teken: .
2. For each research question, what is the dependent (outcome) variable and what
is the independent variable(s)? Determine how the variables where
operationalized and what is their level of measurement (nominal, ordinal,
interval, or ratio). Motivate your answer. (you can answer this in week 2)
1. Is er een effect van geslacht op het alcoholgebruik bij adolescenten?
Bij deze onderzoeksvraag zijn er drie variabelen, waaronder één afhankelijke variabele, en twee
afhankelijke variabelen. De afhankelijke variabele is de alcoholconsumptie met tegenover
geslacht en leeftijd als onafhankelijke variabelen. Dit is namelijk omdat de alcohol consumptie
afhangt van je geslacht en leeftijd, en niet andersom. Gekeken naar het meetniveau van
deze variabelen is er ook onderscheidt. De alcoholconsumptie is een ratio omdat deze nummeraal
is met een natuurlijk nulpunt, dit betekend dat ‘0’ ook echt nul betekent. Je kunt bijvoorbeeld niet -3 glazen
drinken. Geslacht is een nominaal meetniveau en nog specifieker, dichotoom. Nominale meetniveau’s zijn
opgebouwd uit losse categorieën, hiertussen komen ook geen andere waarden meer voor. Men spreekt over
dichotoom wanneer er maar twee categorieën zijn, in dit geval man en vrouw. De variabel ‘adolescent’