Onderzoek
H1
Bij marketing dien je:
- Kerncompetenties te definiëren die mogelijk een concurrentievoordeel opleveren.
- Potentiële klanten benoemen die baat hebben bij deze kerncompetenties.
- Relaties met deze klanten cultiveren.
- Feedback uit de markt peilen.
Service-dominant logic for marketing:
Benefits van een product zijn niet het product zelf, maar ook service, garantie en imago.
Marketing gaat over (3):
Waardecreaties, klantrelaties en ruil.
Marketingconcept:
Consument staat voorop.
Marketingstrategie:
Het kiezen van een marktsegment als doelmarkt en het ontwerpen van een juiste mix van
product/dienst, prijs, promotie en distributiesysteem om aan de wensen en behoeften te voldoen
van de afnemers van de doelmarkt.
Marktonderzoek:
Proces van ontwerpen, verzamelen, analyseren en rapporteren van informatie die gebruikt kan
worden om een specifiek marketingprobleem op te lossen.
Toepassingsmogelijkheden:
- Kansen en problemen opsporen
- Potentiële marketingacties opstarten, verfijnen en evalueren
- Het marketingresultaat nauwgezet volgen
- Marketing als proces verbeteren (fundamenteel)
Tracking research:
Het volgen van hoe goed producten het doen van bedrijven als Unilever in de supermarkten.
Fundamenteel onderzoek:
Wordt verricht om onze kennis te vergroten, niet om een specifiek probleem op te lossen.
Toegepast onderzoek:
Wordt gedaan om specifieke problemen op te lossen en vormt het overgrote deel van
marktonderzoek.
,MIS:
Een mis is een structuur die bestaat uit mensen, apparatuur en procedures die als doel hebben om
voor marketingbeleidsmakers tijdig de noodzakelijke en juiste informatie te verzamelen, te sorteren,
te analyseren, te evalueren en te distribueren.
- Interne rapportages
- Marketinginlichtingen
- Onderbouwing van marketing besluiten
- Marktonderzoek
Interne rapportagesysteem:
Verzamelt informatie afkomstig van interne rapporten, zoals bestellingen, nota’s, tegoeden, de
inventaris, voorraadlijsten enzv. Wordt ook wel boekhouding genoemd.
Het marketinginlichting systeem:
Een aantal procedures en bronnen die managers gebruiken om informatie te krijgen over bepaalde
ontwikkelingen in de omgeving.
Informele procedures:
Zijn activiteiten als het doornemen van kranten, tijdschriften en vakbladen.
Formele activiteiten:
Worden vaak uitgevoerd door personeelsleden die opdracht hebben gekregen om op zoek te gaan
naar alles wat belang lijkt voor het bedrijf of de bedrijfstak. Vervolgens wordt deze informatie
herschreven.
Ondersteuningssysteem voor marketingbesluitvorming:
De verzamelde data die met behulp van bepaalde instrumenten en technieken beschikbaar gemaakt
en geanalyseerd kan worden zodat managers die data kunnen gebruiken bij het nemen van
beslissingen.
Zo kunnen zij wat als vragen stellen.
Marktonderzoekssysteem:
Levert informatie voor besluitvorming. Dit wordt niet door de andere onderdelen verzameld. Wordt
verricht vanwege een specifieke situatie waarmee het bedrijf wordt geconfronteerd.
Ad-hoc onderzoek:
Met betrekking tot een specifiek doel.
Marktonderzoek heeft een begin en een eind.
Ethiek:
Welk gedrag wordt passend geacht onder bepaalde omstandigheden.
Passieve misleiding:
Achterhouden van informatie.
, Actieve misleiding:
Respondent wordt met onjuiste informatie verstrekt.
Vertrouwelijk:
De onderzoeker weet wie de respondent is maar maakt de identiteit e informatie niet bekend.
Anoniem:
Weten niet wie het is.
Spam:
Ongewenste e-mails.
-geen toestemming
-mail past niet bij ontvanger
-heeft een disproportioneel voordeel voor zender
Opt-outnorm:
Deze norm regelt dat mensen de mogelijkheid hebben om verder medewerking op te zeggen en
grenen te stellen aan de manier waarop informatie wordt gebruikt. Passief
Opt-innorm:
Mensen moet verplicht toestemming verlenen voor een bepaalde activiteit. Zoals het toegestuurd
krijgen van een bepaalde survey. Actief
H5
Databasemarketing:
Het opbouwen, onderhouden en gebruiken van interne klantendatabases en andere interne
databases voor contacten, transacties e het opbouwen van relaties.
Database:
Het verzameling van informatie en gegevens die interessant geachte items beschrijven.
Record:
Informatie-eenheid
Velden:
Informatieonderdelen
Data mining:
Een software die ontwikkeld is om managers te helpen wijs te worden uit een enorme brij aan
informatie in databases.
GIS:
H1
Bij marketing dien je:
- Kerncompetenties te definiëren die mogelijk een concurrentievoordeel opleveren.
- Potentiële klanten benoemen die baat hebben bij deze kerncompetenties.
- Relaties met deze klanten cultiveren.
- Feedback uit de markt peilen.
Service-dominant logic for marketing:
Benefits van een product zijn niet het product zelf, maar ook service, garantie en imago.
Marketing gaat over (3):
Waardecreaties, klantrelaties en ruil.
Marketingconcept:
Consument staat voorop.
Marketingstrategie:
Het kiezen van een marktsegment als doelmarkt en het ontwerpen van een juiste mix van
product/dienst, prijs, promotie en distributiesysteem om aan de wensen en behoeften te voldoen
van de afnemers van de doelmarkt.
Marktonderzoek:
Proces van ontwerpen, verzamelen, analyseren en rapporteren van informatie die gebruikt kan
worden om een specifiek marketingprobleem op te lossen.
Toepassingsmogelijkheden:
- Kansen en problemen opsporen
- Potentiële marketingacties opstarten, verfijnen en evalueren
- Het marketingresultaat nauwgezet volgen
- Marketing als proces verbeteren (fundamenteel)
Tracking research:
Het volgen van hoe goed producten het doen van bedrijven als Unilever in de supermarkten.
Fundamenteel onderzoek:
Wordt verricht om onze kennis te vergroten, niet om een specifiek probleem op te lossen.
Toegepast onderzoek:
Wordt gedaan om specifieke problemen op te lossen en vormt het overgrote deel van
marktonderzoek.
,MIS:
Een mis is een structuur die bestaat uit mensen, apparatuur en procedures die als doel hebben om
voor marketingbeleidsmakers tijdig de noodzakelijke en juiste informatie te verzamelen, te sorteren,
te analyseren, te evalueren en te distribueren.
- Interne rapportages
- Marketinginlichtingen
- Onderbouwing van marketing besluiten
- Marktonderzoek
Interne rapportagesysteem:
Verzamelt informatie afkomstig van interne rapporten, zoals bestellingen, nota’s, tegoeden, de
inventaris, voorraadlijsten enzv. Wordt ook wel boekhouding genoemd.
Het marketinginlichting systeem:
Een aantal procedures en bronnen die managers gebruiken om informatie te krijgen over bepaalde
ontwikkelingen in de omgeving.
Informele procedures:
Zijn activiteiten als het doornemen van kranten, tijdschriften en vakbladen.
Formele activiteiten:
Worden vaak uitgevoerd door personeelsleden die opdracht hebben gekregen om op zoek te gaan
naar alles wat belang lijkt voor het bedrijf of de bedrijfstak. Vervolgens wordt deze informatie
herschreven.
Ondersteuningssysteem voor marketingbesluitvorming:
De verzamelde data die met behulp van bepaalde instrumenten en technieken beschikbaar gemaakt
en geanalyseerd kan worden zodat managers die data kunnen gebruiken bij het nemen van
beslissingen.
Zo kunnen zij wat als vragen stellen.
Marktonderzoekssysteem:
Levert informatie voor besluitvorming. Dit wordt niet door de andere onderdelen verzameld. Wordt
verricht vanwege een specifieke situatie waarmee het bedrijf wordt geconfronteerd.
Ad-hoc onderzoek:
Met betrekking tot een specifiek doel.
Marktonderzoek heeft een begin en een eind.
Ethiek:
Welk gedrag wordt passend geacht onder bepaalde omstandigheden.
Passieve misleiding:
Achterhouden van informatie.
, Actieve misleiding:
Respondent wordt met onjuiste informatie verstrekt.
Vertrouwelijk:
De onderzoeker weet wie de respondent is maar maakt de identiteit e informatie niet bekend.
Anoniem:
Weten niet wie het is.
Spam:
Ongewenste e-mails.
-geen toestemming
-mail past niet bij ontvanger
-heeft een disproportioneel voordeel voor zender
Opt-outnorm:
Deze norm regelt dat mensen de mogelijkheid hebben om verder medewerking op te zeggen en
grenen te stellen aan de manier waarop informatie wordt gebruikt. Passief
Opt-innorm:
Mensen moet verplicht toestemming verlenen voor een bepaalde activiteit. Zoals het toegestuurd
krijgen van een bepaalde survey. Actief
H5
Databasemarketing:
Het opbouwen, onderhouden en gebruiken van interne klantendatabases en andere interne
databases voor contacten, transacties e het opbouwen van relaties.
Database:
Het verzameling van informatie en gegevens die interessant geachte items beschrijven.
Record:
Informatie-eenheid
Velden:
Informatieonderdelen
Data mining:
Een software die ontwikkeld is om managers te helpen wijs te worden uit een enorme brij aan
informatie in databases.
GIS: