Samenvatting Biologie
Het dierlijk lichaam H40
40.1 dierlijke vormen samenhangend met alle levels van organisatie
Stoffen gaan de cel in en uit via het plasmamembraan.
Wat is weefsel?
Verzameling van één of enkele soorten gelijkwaardige gedifferentieerde cellen
Gedifferentieerde = stamcellen kunnen alles worden, wat worden de cellen?
Cellen in geordend verband
Cellen met verschillende mate intercellulaire stof vloeistof tussen de cellen
o Zeer weinig: epitheelweefsel en zenuwweefsel
o Weinig: spierweefsel
o Veel: bindweefsel en bloed
Weefsel groep cellen met dezelfde functie, die samenwerken om een taak uit te voeren
Organen bestaan uit verschillende soorten weefsels
Orgaansystemen groep organen die samenwerken binnen een organisatie
Dus, volgorde is:
Cellen weefsels organen systemen lichaam
4 verschillende weefsels
1. Epitheelweefsel (alle cellen aan het oppervlak)
2. Bindweefsel (houdt alles bij elkaar)
3. Spierweefsel (de spieren)
4. Zenuwweefsel (nodig voor doorgeven van signalen)
Epitheelweefsel
Cellen dicht aan elkaar gehecht via intercellulaire verbindingen tight junctions
Zeer weinig tot geen intercellulaire stof
Cellen dicht aan één gesloten
Opgebouwd uit verschillende soorten typen cellen:
Staat in contact met de buitenkant
Zit in het midden, vanuit hier worden cellen
gevormd en gehecht
dikke laag cellen op elkaar, kan slijtage
weerstaan
Huid
Is opgebouwd uit 3 verschillende lagen, van boven naar beneden, epidermis – dermis –
hypodermis.
, Al deze lagen zijn verbonden met verschillende eiwitten. Deze eiwitten kunnen defect zijn en
een ziektebeeld opleveren.
Verschillende soorten epitheelweefsel
Gestratificeerd
plaveiselepitheel
Pseudogestratificeerd
Cilindrisch epitheel
Kubisch epitheel
Eenlagig cilindrisch Eenlagig plaveisel
epitheel epitheel
Gestratificeerd plaveiselepitheel meerlagig, regenereert snel, nieuwe cellen worden
gevormd dichtbij het basale oppervlak. Vind plaats op plekken met slijtage.
Pseudogestratificeerd cilindrisch epitheel éénlagig van gevarieerde grootte en de plek
van hun celkern. De trilharen bewegen de slijmfilm langs het oppervlak.
Eenlagig plaveisel epitheel éénlagig. Dient voor uitwisseling van materialen door diffusie.
Eenlagig cilindrisch epitheel grote cellen, plek van de celkern is hetzelfde
Kubisch epitheel dobbelsteen vormige cellen
Het dierlijk lichaam H40
40.1 dierlijke vormen samenhangend met alle levels van organisatie
Stoffen gaan de cel in en uit via het plasmamembraan.
Wat is weefsel?
Verzameling van één of enkele soorten gelijkwaardige gedifferentieerde cellen
Gedifferentieerde = stamcellen kunnen alles worden, wat worden de cellen?
Cellen in geordend verband
Cellen met verschillende mate intercellulaire stof vloeistof tussen de cellen
o Zeer weinig: epitheelweefsel en zenuwweefsel
o Weinig: spierweefsel
o Veel: bindweefsel en bloed
Weefsel groep cellen met dezelfde functie, die samenwerken om een taak uit te voeren
Organen bestaan uit verschillende soorten weefsels
Orgaansystemen groep organen die samenwerken binnen een organisatie
Dus, volgorde is:
Cellen weefsels organen systemen lichaam
4 verschillende weefsels
1. Epitheelweefsel (alle cellen aan het oppervlak)
2. Bindweefsel (houdt alles bij elkaar)
3. Spierweefsel (de spieren)
4. Zenuwweefsel (nodig voor doorgeven van signalen)
Epitheelweefsel
Cellen dicht aan elkaar gehecht via intercellulaire verbindingen tight junctions
Zeer weinig tot geen intercellulaire stof
Cellen dicht aan één gesloten
Opgebouwd uit verschillende soorten typen cellen:
Staat in contact met de buitenkant
Zit in het midden, vanuit hier worden cellen
gevormd en gehecht
dikke laag cellen op elkaar, kan slijtage
weerstaan
Huid
Is opgebouwd uit 3 verschillende lagen, van boven naar beneden, epidermis – dermis –
hypodermis.
, Al deze lagen zijn verbonden met verschillende eiwitten. Deze eiwitten kunnen defect zijn en
een ziektebeeld opleveren.
Verschillende soorten epitheelweefsel
Gestratificeerd
plaveiselepitheel
Pseudogestratificeerd
Cilindrisch epitheel
Kubisch epitheel
Eenlagig cilindrisch Eenlagig plaveisel
epitheel epitheel
Gestratificeerd plaveiselepitheel meerlagig, regenereert snel, nieuwe cellen worden
gevormd dichtbij het basale oppervlak. Vind plaats op plekken met slijtage.
Pseudogestratificeerd cilindrisch epitheel éénlagig van gevarieerde grootte en de plek
van hun celkern. De trilharen bewegen de slijmfilm langs het oppervlak.
Eenlagig plaveisel epitheel éénlagig. Dient voor uitwisseling van materialen door diffusie.
Eenlagig cilindrisch epitheel grote cellen, plek van de celkern is hetzelfde
Kubisch epitheel dobbelsteen vormige cellen