Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)
Samenvatting CMI-3 2021-2022
Week 4
ZSA: Shock (fysiologie van massaal bloedverlies)
De definitie van shock is: In het hele lichaam onvoldoende circulatie of weefselperfusie. Dit
leidt onbehandeld tot multiple orgaanfalen. Er zijn over het algemeen 3 soorten shock:
- Distributief
- Obstructief
- Cardiogeen
- Hypovolemisch
o Niet door bloeding à dehydratie
o Door bloeding (1 liter bloed kan hypovolemische shock veroorzaken)
§ Minder circulerend volume à minder eind diastolisch volume à
minder stroke volume à minder cardic output à lagere bloeddruk
o De eerste mechanismen om hypovolemische shock tegen te gaan zijn stoffen
ADH (vocht heropname) en angiotensine II, adrenaline en noradrenaline
(vasoconstrictie, verhoogde hartslag à verhoogde CO à verhoogde
bloeddruk)
Bron: https://youtu.be/n77OH16wztk
Initiele compensatiemechanismen van hypovolemische shock zijn:
- Hypoperfusie zorgt voor anaerobe verbranding in cellen met als gevolg minder ATP
waardoor meer cellen sterven. Daarnaast is er een opbouw van lactaatzuur waardoor
er een metabole acidose kan ontstaan (en ook CO2 kan opbouwen) waardoor er een
metabole acidose kan ontstaan.
, Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)
- Bij hypovolemische shock is er een verlaagde mean arterial pressure waardoor de
baroreceptoren minder vuren. Via de n. vagus (vanaf de aortaboog) en de n.
glossofaryngeus (vanaf de carotiden) gaan er signalen naar de medulla. Hier liggen
cardioregulatoire en vasomotor gebieden. De cardioregulatoire kern heeft een
inhibitie (parasympatische) en stimulatie (sympatische) kant. De inhibitoire kant
verlaagt de hartslag via de efferente n. vagus. De activerende kant stimuleert het
hart via het CZS (ruggenmerg) waardoor de hartslag en het ‘stroke volume’ meer
wordt. Tijdens een hypovolemische shock wordt het inhibitoire deel geremd en het
activerende deel en het vasomotorgebied gestimuleerd. Dit vasomotor gebied wordt
sympatisch gestimuleerd waardoor er via het CZS naar de bijnieren een signaal komt
waardoor adrenaline en noradrenaline uitgescheiden worden.
- Adrenaline en noradrenaline zorgen voor vasoconstrictie waardoor de bloeddruk
(MAP) stijgt. Echter wil het lichaam juist meer bloed naar de hersenen en het hart
dus hier zie je veel minder vasoconstrictie.
Latere reacties op hypovolemische shock zijn:
- Renine productie door de bijnier. Renine samen met angiotensinogeen vanuit de
lever vormen angiotensine I. Angiotensine I wordt door ACE in de longen omgevormd
tot angiotensine II. Angiotensine II maakt je dorstiger, zorgt voor vasoconstrictie en in
de bijnier zorgt dit voor meer aldosteron productie
- Aldosteron in de nieren zorgt voor:
o Na reabsorptie à water reabsorptie
o Verhoogd plasma volume en MAP (bloeddruk) à meer pre-load in het hart à
beter circulerend volume
- Door hogere osmolaliteit zal de hypofyse meer ADH produceren wat nog meer Na zal
behouden en dus nog meer water met als resultaat nog beter circulerend volume
Hypovolemische shock
Gecompenseerd Gedecompenseerd
Stadium 1 stadium 2 stadium 3 stadium 4
Verlies bloedvolume
<750 750-1500 1500-2000 >2000
(ml)
Verlies bloedvolume
<15% 15-30% 30-40% >40%
(%)
Hartfrequentie ¯ 100 100 120 140
Bloeddruk ~ ~ ¯ ¯¯
Polsdruk ~ of ¯ ¯ ¯¯ ¯¯
Ademhalingsfrequentie 14-20 20-30 30-40 40+
Zeer angstig
Mentale status Licht angstig Mild angstig Verward of lethargisch
of verward
Urine productie 30+ ml/uur 20-30 ml/uur 5-10 ml/uur (bijna) 0
Huid (capilary refil) ¯ 2 sec 2-3 sec 3-4 sec 5+ sec
Hart-minuut-volume
~ ~ of ¯ ¯ ¯¯
(Cardic Output)
Samenvatting CMI-3 2021-2022
Week 4
ZSA: Shock (fysiologie van massaal bloedverlies)
De definitie van shock is: In het hele lichaam onvoldoende circulatie of weefselperfusie. Dit
leidt onbehandeld tot multiple orgaanfalen. Er zijn over het algemeen 3 soorten shock:
- Distributief
- Obstructief
- Cardiogeen
- Hypovolemisch
o Niet door bloeding à dehydratie
o Door bloeding (1 liter bloed kan hypovolemische shock veroorzaken)
§ Minder circulerend volume à minder eind diastolisch volume à
minder stroke volume à minder cardic output à lagere bloeddruk
o De eerste mechanismen om hypovolemische shock tegen te gaan zijn stoffen
ADH (vocht heropname) en angiotensine II, adrenaline en noradrenaline
(vasoconstrictie, verhoogde hartslag à verhoogde CO à verhoogde
bloeddruk)
Bron: https://youtu.be/n77OH16wztk
Initiele compensatiemechanismen van hypovolemische shock zijn:
- Hypoperfusie zorgt voor anaerobe verbranding in cellen met als gevolg minder ATP
waardoor meer cellen sterven. Daarnaast is er een opbouw van lactaatzuur waardoor
er een metabole acidose kan ontstaan (en ook CO2 kan opbouwen) waardoor er een
metabole acidose kan ontstaan.
, Christiaan Winkelmeijer (Student geneeskunde, UvA Amsterdam)
- Bij hypovolemische shock is er een verlaagde mean arterial pressure waardoor de
baroreceptoren minder vuren. Via de n. vagus (vanaf de aortaboog) en de n.
glossofaryngeus (vanaf de carotiden) gaan er signalen naar de medulla. Hier liggen
cardioregulatoire en vasomotor gebieden. De cardioregulatoire kern heeft een
inhibitie (parasympatische) en stimulatie (sympatische) kant. De inhibitoire kant
verlaagt de hartslag via de efferente n. vagus. De activerende kant stimuleert het
hart via het CZS (ruggenmerg) waardoor de hartslag en het ‘stroke volume’ meer
wordt. Tijdens een hypovolemische shock wordt het inhibitoire deel geremd en het
activerende deel en het vasomotorgebied gestimuleerd. Dit vasomotor gebied wordt
sympatisch gestimuleerd waardoor er via het CZS naar de bijnieren een signaal komt
waardoor adrenaline en noradrenaline uitgescheiden worden.
- Adrenaline en noradrenaline zorgen voor vasoconstrictie waardoor de bloeddruk
(MAP) stijgt. Echter wil het lichaam juist meer bloed naar de hersenen en het hart
dus hier zie je veel minder vasoconstrictie.
Latere reacties op hypovolemische shock zijn:
- Renine productie door de bijnier. Renine samen met angiotensinogeen vanuit de
lever vormen angiotensine I. Angiotensine I wordt door ACE in de longen omgevormd
tot angiotensine II. Angiotensine II maakt je dorstiger, zorgt voor vasoconstrictie en in
de bijnier zorgt dit voor meer aldosteron productie
- Aldosteron in de nieren zorgt voor:
o Na reabsorptie à water reabsorptie
o Verhoogd plasma volume en MAP (bloeddruk) à meer pre-load in het hart à
beter circulerend volume
- Door hogere osmolaliteit zal de hypofyse meer ADH produceren wat nog meer Na zal
behouden en dus nog meer water met als resultaat nog beter circulerend volume
Hypovolemische shock
Gecompenseerd Gedecompenseerd
Stadium 1 stadium 2 stadium 3 stadium 4
Verlies bloedvolume
<750 750-1500 1500-2000 >2000
(ml)
Verlies bloedvolume
<15% 15-30% 30-40% >40%
(%)
Hartfrequentie ¯ 100 100 120 140
Bloeddruk ~ ~ ¯ ¯¯
Polsdruk ~ of ¯ ¯ ¯¯ ¯¯
Ademhalingsfrequentie 14-20 20-30 30-40 40+
Zeer angstig
Mentale status Licht angstig Mild angstig Verward of lethargisch
of verward
Urine productie 30+ ml/uur 20-30 ml/uur 5-10 ml/uur (bijna) 0
Huid (capilary refil) ¯ 2 sec 2-3 sec 3-4 sec 5+ sec
Hart-minuut-volume
~ ~ of ¯ ¯ ¯¯
(Cardic Output)