Week 1
Column HC + WK
Week Week 1
Onderwerp Fiscale totaal-winst
Stof
done
Dia's + aantekeningen
Dia's
Winstbepaling bij ondernemingen
Winstbepaling → gelijk voor IB-ondernemingen art. 3.8 en art 8-1 VpB
Bv/NV
Regels staan (toevallig) in de IB maar gelden dus ook in de VpB
Winstbepaling → onderscheid totaal winst (gedurende het gehele
bestaan/taart) (art. 3.8 IB) = eind - begin + onttrekkingen is objectief <->
jaarwinst (3.25 IB)(toerekenen aan elk jaar/stukje)
‘Bij ondernemingen’
Activiteiten uit andere hoofde dus niet belast met winst
Onderscheid wel/niet uit onderneming
Vermogen(s)etikettering
Ontstaan van (een bron van) winst uit onderneming
Natuurlijke persoon:
De binnenlands belastingplichtige (art. 2.9?) die in binnen-en/of
buitenland voor eigen risico en rekening een onderneming begint te
drijven (belastbare winst = art. 3.2 / waneer ondernemer = 3.4 IB)
Als medegerechtigde winst gaan geniet (art. 3.3-1-a)
Week 1 1
, De buitenlands belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een
onderneming (of gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting /
vaste vertegenwoordiger in Nederland wordt gedreven
Een in het buitenland wonende persoon die reeds een onderneming in
het buitenland drijft en zich in Nederland vestigt
Rechtspersoon:
De binnenlands belastingplichtige die in binnen- en/of buitenland voor
eigen risico en rekening een onderneming begint te drijven (art. 2-1
vpb)
De buitenland belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een
onderneming (of gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting /
vaste vertegenwoordiger in Nederland wordt gedreven
Een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die reeds een
onderneming in het buitenland drijft en zich in Nederland vestigt
Een rechtspersoon die aanvankelijk subjectief was vrijgesteld, maar
door wetswijziging belastingplichtig wordt (bijv.
overheidsondernemingen)
Totaalwinst (art. 3.8 IB)
Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig)
verkregen uit onderneming
Totaalwinst gaat dus over de ‘omvang’ van de winst
Totaalwinst = ‘alles’ is belast en ‘alles is aftrekbaar’ mits maar voortvloeiend
uit onderneming
Totaalwinst =
Ook niet beoogde voordelen
Ook voordelen buiten doel onderneming, maar wel door onderneming
opgekomen
Geen etnische oordelen → in beginsel ook voordelen verkregen uit
onwettig of onzedelijk handelen (tenzij dit explicite wettelijk anders is
geregeld art. 3.14 IB (bijv. boetes, wapens, dieren))
Week 1 2
, Totaalwinst = belast dus ook ‘inflatie’-winst (euro=euro-regel) → dus
nominalistisch
Totaalwinst =/= gemiste winst, tenzij gemist door onzakelijke redenen
(waardoor persoonlijk relatie wel voordeel krijgt, dat onderneming anders
zelf zou hebben gekregen
Totaalwinst =/= ingebrachte kapitaal/vermogen
=/= onttrokken kapitaal/vermogen (immers niet
verkregen/verloren door onderneming maar door aandeelhouderschap)
Totaalwinst/vermogen(s)etikettering
Vermogen(s)etikettering gaat dus over de ‘wat’ → vloeit nu voort uit
onderneming? = want alleen die voordelen worden belast
Aangezien voordelen veelal voortvloeien uit iets (iets = juridisch een
vermogensbestanddeel) → eerst bepalen of vermogensbestanddeel
wel/niet bij onderneming hoort
3 x mogelijkheden:
Vermogensbestanddeel → verplicht ondernemingsvermogen (geldt
voor vennootschappen, geldt niet voor stichting etc.)
Naar haar (aard/) functie slechts t.b.v. onderneming
Vermogensbestanddeel → verplicht privé-vermogen
Naar haar (aard/) functie slechts privé
Vermogensbestanddeel → keuzevermogen
Gemengd gebruik vermogensbestanddeel (bijv auto/onsplitbaar
pand)
Bij 90% wel verplicht privé of zakelijk
In uitzonderlijke situaties → geen vermogensbestanddeel aanwijsbaar
waaruit het voordeel voortvloeit
Vermogen(s)etikettering dan geen oplossing, daarom aan de hand van met
name milieu maar ook causaliteit en finaliteit
‘Persoonlijke/privé’-sfeer <-> ondernemings-sfeer
Week 1 3
Column HC + WK
Week Week 1
Onderwerp Fiscale totaal-winst
Stof
done
Dia's + aantekeningen
Dia's
Winstbepaling bij ondernemingen
Winstbepaling → gelijk voor IB-ondernemingen art. 3.8 en art 8-1 VpB
Bv/NV
Regels staan (toevallig) in de IB maar gelden dus ook in de VpB
Winstbepaling → onderscheid totaal winst (gedurende het gehele
bestaan/taart) (art. 3.8 IB) = eind - begin + onttrekkingen is objectief <->
jaarwinst (3.25 IB)(toerekenen aan elk jaar/stukje)
‘Bij ondernemingen’
Activiteiten uit andere hoofde dus niet belast met winst
Onderscheid wel/niet uit onderneming
Vermogen(s)etikettering
Ontstaan van (een bron van) winst uit onderneming
Natuurlijke persoon:
De binnenlands belastingplichtige (art. 2.9?) die in binnen-en/of
buitenland voor eigen risico en rekening een onderneming begint te
drijven (belastbare winst = art. 3.2 / waneer ondernemer = 3.4 IB)
Als medegerechtigde winst gaan geniet (art. 3.3-1-a)
Week 1 1
, De buitenlands belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een
onderneming (of gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting /
vaste vertegenwoordiger in Nederland wordt gedreven
Een in het buitenland wonende persoon die reeds een onderneming in
het buitenland drijft en zich in Nederland vestigt
Rechtspersoon:
De binnenlands belastingplichtige die in binnen- en/of buitenland voor
eigen risico en rekening een onderneming begint te drijven (art. 2-1
vpb)
De buitenland belastingplichtige die voordeel verkrijgt uit een
onderneming (of gedeelte daarvan) die m.b.v. een vaste inrichting /
vaste vertegenwoordiger in Nederland wordt gedreven
Een in het buitenland gevestigde rechtspersoon die reeds een
onderneming in het buitenland drijft en zich in Nederland vestigt
Een rechtspersoon die aanvankelijk subjectief was vrijgesteld, maar
door wetswijziging belastingplichtig wordt (bijv.
overheidsondernemingen)
Totaalwinst (art. 3.8 IB)
Totaalwinst = bedrag van alle gezamenlijke voordelen (rekenkundig)
verkregen uit onderneming
Totaalwinst gaat dus over de ‘omvang’ van de winst
Totaalwinst = ‘alles’ is belast en ‘alles is aftrekbaar’ mits maar voortvloeiend
uit onderneming
Totaalwinst =
Ook niet beoogde voordelen
Ook voordelen buiten doel onderneming, maar wel door onderneming
opgekomen
Geen etnische oordelen → in beginsel ook voordelen verkregen uit
onwettig of onzedelijk handelen (tenzij dit explicite wettelijk anders is
geregeld art. 3.14 IB (bijv. boetes, wapens, dieren))
Week 1 2
, Totaalwinst = belast dus ook ‘inflatie’-winst (euro=euro-regel) → dus
nominalistisch
Totaalwinst =/= gemiste winst, tenzij gemist door onzakelijke redenen
(waardoor persoonlijk relatie wel voordeel krijgt, dat onderneming anders
zelf zou hebben gekregen
Totaalwinst =/= ingebrachte kapitaal/vermogen
=/= onttrokken kapitaal/vermogen (immers niet
verkregen/verloren door onderneming maar door aandeelhouderschap)
Totaalwinst/vermogen(s)etikettering
Vermogen(s)etikettering gaat dus over de ‘wat’ → vloeit nu voort uit
onderneming? = want alleen die voordelen worden belast
Aangezien voordelen veelal voortvloeien uit iets (iets = juridisch een
vermogensbestanddeel) → eerst bepalen of vermogensbestanddeel
wel/niet bij onderneming hoort
3 x mogelijkheden:
Vermogensbestanddeel → verplicht ondernemingsvermogen (geldt
voor vennootschappen, geldt niet voor stichting etc.)
Naar haar (aard/) functie slechts t.b.v. onderneming
Vermogensbestanddeel → verplicht privé-vermogen
Naar haar (aard/) functie slechts privé
Vermogensbestanddeel → keuzevermogen
Gemengd gebruik vermogensbestanddeel (bijv auto/onsplitbaar
pand)
Bij 90% wel verplicht privé of zakelijk
In uitzonderlijke situaties → geen vermogensbestanddeel aanwijsbaar
waaruit het voordeel voortvloeit
Vermogen(s)etikettering dan geen oplossing, daarom aan de hand van met
name milieu maar ook causaliteit en finaliteit
‘Persoonlijke/privé’-sfeer <-> ondernemings-sfeer
Week 1 3
