Lore De Ceulaer
Toegepaste verpleegkundige zorgen
1. Zuigeling
• Pasgeborene/ neonaat: 0-1 maand
• Zuigelingenperiode: 1ste levensjaar
Normale ontwikkeling
• Eerste levensjaar is turbulente periode (van pasgeborenen (reflexen,
instincten) tot zuigeling (die kan lopen, zitten, etc.) naar peuter
o Lichamelijke ontwikkeling
§ Groei en motorische ontwikkeling
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
§ Hier spelen gedrag en relaties een belangrijke rol. Belangrijkste
periode voor hechting!
o Cognitieve ontwikkeling
§ Wijze van denken en de taalontwikkeling
• Belangrijke taak van de ouders is deze ontwikkeling zo goed mogelijk volgen.
Belangrijk is ook basis van vertrouwen geven aan baby
Lichamelijke ontwikkeling
• Periode van ongekende groei
o Gewicht: X 3
o Lengte: X 1,5
o Schedelomtrek: + 10 cm
à lichamelijke verhoudingen zullen steeds wijzigen
• Toename omvang borstkas
o Groei van hart en longen
o Verschuiving normaalwaarden HR, AH, BD
• Maagdarmstelsel = nog niet volgroeid
o Nog niet in staat om alles te resorberen
o Maag moet stilaan groter worden om steeds grotere porties op te
kunnen vangen
o Dikke darm nog niet in staat om voedsel adequaat in te dikken
o Resorptie is moeilijk
o Specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding
• Samenstelling bloed ≠
o ↓ RBC + WBC rond 3 maand à blekere kleur
1
,Lore De Ceulaer
Bepalen van psychomotorische ontwikkeling
• Van Wiechenschema (0-54 maand)
o Fijne motoriek
o Persoonlijkheid en sociaal gedrag
o Communicatie
o Grove motoriek
Gezichtsvermogen
• 1ste week
o Omtrekken waarnemen, geen gehelen
o Met vluchtige oogbewegingen kan bewegend gevolg worden
o Korte afstand (ongeveer 20m)
• 2 maanden
o Fovussen op voorwerken
o Meer soepele oogbewegingen
• 3 maandne
o Bewegend object à groter gezichtsveld
o Oefenen oog-handcoördinatie
o Kijken naar eigen handjes
• Op 26 weken
o Toename gezichtsscherpte
o Toename gezichtsveld
o Primaire kleuren (vanaf 4 maanden)
Ontwikkeling gehoor
• Belangrijke functie bij ontwikkeling van de taal
• Eerste dag: weinig tot geen gehoor (vervorming door vruchtwater in
middenoor)
• Verschillende geluiden leren onderscheiden
• Vanaf 6 tot 9 manaden:
o Hoofd draaien in de richting van geluid
2
,Lore De Ceulaer
Spraak -en taalontwikkeling
= alle manieren waarop het jonge kind (zuigeling) communiceert met medemensen
• Communicatie d.m.v.:
o Geluidjes
o Lachen
§ Eerste bewuste lache en echt oogcontact rond 6 weken
o Fronsen
o Verhoogde beweeglijkheid
• 0-6 maand: reacitie op stem
• 1 maand: oorgelen en koeren
• 6 maand: geluiden als ‘ba-ba’
• + 1 jaar: éénwoordzinnen
• Ouders/verzorgers passen hun taal aan het jonge kind aan = functioneel voor
ontwikkeling van de taal
o Verhoging van de stem
o Klemtonen worden duidelijk gelegd
o Verkleinwoorden worden gebruikt
o Naam van het kind wordt vermeld
o Belangrijkste woord komt vooraan in de zin
o Stijgende intonatie op het einde van de zin
Voorwaarden voor het leren spreken
1. Goed functioneel spraakorgaan: longen, strottenhoofd, neus, wangen,
lippen, tong en gehemelte
2. Goed functionerend gehoororgaan
3. Aandacht hebben voor omgeving
• is bv. afwezig bij een autistisch kind
4. Goed functioneren van geheugen
5. imitatiegedrag
Scoiaal-emotionele ontwikkeling
• Een mens leeft niet alleen, hij staat in contact met anderen
• Diverse stoornissen in persoonlijkheidsontwikkeling:
o Vaak ontstaan in eerste levensjaren
§ = door regelmatig en liefdevol contact krijgt de baby een eerste
besef van de mensen om hen heen
o Maaken van contact niet goed verlopen
o Regelmatig liefdevol contact geeft eerste besef van mensen om ons
heen
o Veilige hechting!
§ Bv. ziekenhuisopname, peleggezin, afwezigheid ouders
• Door vertrouwen (reageren op zuigeling) ontstaat interacite
(hechtingsgedrag)
o Schept veiligheid
o Zorg voor verdere ontplooiing
• Voldoen aan basisbehoeften geeft basisvertrouwen
3
, Lore De Ceulaer
• Hechting (attachment)
o = de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meerdere
opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de
nabijheid zoeken van personen aan wij zij zijn gehecht
§ Goede hechting:
• Vaste gedragspatronen
• Experimenteren met gedrag en anderen
§ Slechte hechting:
• Onbeantwoord gedrag
• Geen liefde en geborgenheid
• à kind zoekt ander gedrag voor aandacht
• à nog geen aandacht = onthechting (kind ziet ouder
niet meer als opvoeder)
• à toekomst: slechte contactname, onverschilligheid,
“bezzitingsgedrag”
• Jonge zuigeling is egocentrisch
o Geen besef van de mensen op zich heen
• Dit verandert tussen de 1-4 maand:
o Eerste 2 maand: niet kieskeurig in contacten
o Vanaf 2 maanden niet zomaar naar iedereen lachen
o Vanaf 6de maand: vaste verzorgers nodig om zich “veilig” te voelen
o Ontstaan “scheidingsangst”
§ + 8 maand
§ Dit verdwijnt als kind besef heeft van “terug komen”
§ Met het doen van kiekeboespelletjes leert men het kind dit
spelenderwijs
Cognitieve ontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling vertrekt vanuit reflexen
• Gaandeweg ontwikkeling eigen karakter
• 3 typen gedrag:
o De drukke, beweeglijke zuigeling
§ Bewegen is het leukste wat er is
§ Meestal tengere baby
§ Snelle motorische ontwikkeling
§ Vroeg staan en lopen
o De slaperige, langzaam reagerende zuigeling
§ Goedlachs en vriendelijk mits tijdig krijgen van voeding
§ Door goed eten, weinig bewegen, wolk van een baby
§ Ontwikkeling verloopt langzamer
§ Niet dwingen maar stimuleren met spelletjes
o De prikkelgevoelige zuigeling
§ Staat zeer open voor indrukken
§ Hoort en ziet alles
§ Kan hierdoor heftig schrikken
§ Snel afgeleid
§ Voelt spanning en emoties goed aan
§ Raakt bij onverwachte gebeurtenissen snel van de kook
§ Lange smalle lichaamsbouw met relatief groot hoofd
§ Snelle cognitieve ontwikkeling omwille van snel oppikken van
informatie
4
Toegepaste verpleegkundige zorgen
1. Zuigeling
• Pasgeborene/ neonaat: 0-1 maand
• Zuigelingenperiode: 1ste levensjaar
Normale ontwikkeling
• Eerste levensjaar is turbulente periode (van pasgeborenen (reflexen,
instincten) tot zuigeling (die kan lopen, zitten, etc.) naar peuter
o Lichamelijke ontwikkeling
§ Groei en motorische ontwikkeling
o Sociaal-emotionele ontwikkeling
§ Hier spelen gedrag en relaties een belangrijke rol. Belangrijkste
periode voor hechting!
o Cognitieve ontwikkeling
§ Wijze van denken en de taalontwikkeling
• Belangrijke taak van de ouders is deze ontwikkeling zo goed mogelijk volgen.
Belangrijk is ook basis van vertrouwen geven aan baby
Lichamelijke ontwikkeling
• Periode van ongekende groei
o Gewicht: X 3
o Lengte: X 1,5
o Schedelomtrek: + 10 cm
à lichamelijke verhoudingen zullen steeds wijzigen
• Toename omvang borstkas
o Groei van hart en longen
o Verschuiving normaalwaarden HR, AH, BD
• Maagdarmstelsel = nog niet volgroeid
o Nog niet in staat om alles te resorberen
o Maag moet stilaan groter worden om steeds grotere porties op te
kunnen vangen
o Dikke darm nog niet in staat om voedsel adequaat in te dikken
o Resorptie is moeilijk
o Specifieke eisen in de zorg voor voeding en uitscheiding
• Samenstelling bloed ≠
o ↓ RBC + WBC rond 3 maand à blekere kleur
1
,Lore De Ceulaer
Bepalen van psychomotorische ontwikkeling
• Van Wiechenschema (0-54 maand)
o Fijne motoriek
o Persoonlijkheid en sociaal gedrag
o Communicatie
o Grove motoriek
Gezichtsvermogen
• 1ste week
o Omtrekken waarnemen, geen gehelen
o Met vluchtige oogbewegingen kan bewegend gevolg worden
o Korte afstand (ongeveer 20m)
• 2 maanden
o Fovussen op voorwerken
o Meer soepele oogbewegingen
• 3 maandne
o Bewegend object à groter gezichtsveld
o Oefenen oog-handcoördinatie
o Kijken naar eigen handjes
• Op 26 weken
o Toename gezichtsscherpte
o Toename gezichtsveld
o Primaire kleuren (vanaf 4 maanden)
Ontwikkeling gehoor
• Belangrijke functie bij ontwikkeling van de taal
• Eerste dag: weinig tot geen gehoor (vervorming door vruchtwater in
middenoor)
• Verschillende geluiden leren onderscheiden
• Vanaf 6 tot 9 manaden:
o Hoofd draaien in de richting van geluid
2
,Lore De Ceulaer
Spraak -en taalontwikkeling
= alle manieren waarop het jonge kind (zuigeling) communiceert met medemensen
• Communicatie d.m.v.:
o Geluidjes
o Lachen
§ Eerste bewuste lache en echt oogcontact rond 6 weken
o Fronsen
o Verhoogde beweeglijkheid
• 0-6 maand: reacitie op stem
• 1 maand: oorgelen en koeren
• 6 maand: geluiden als ‘ba-ba’
• + 1 jaar: éénwoordzinnen
• Ouders/verzorgers passen hun taal aan het jonge kind aan = functioneel voor
ontwikkeling van de taal
o Verhoging van de stem
o Klemtonen worden duidelijk gelegd
o Verkleinwoorden worden gebruikt
o Naam van het kind wordt vermeld
o Belangrijkste woord komt vooraan in de zin
o Stijgende intonatie op het einde van de zin
Voorwaarden voor het leren spreken
1. Goed functioneel spraakorgaan: longen, strottenhoofd, neus, wangen,
lippen, tong en gehemelte
2. Goed functionerend gehoororgaan
3. Aandacht hebben voor omgeving
• is bv. afwezig bij een autistisch kind
4. Goed functioneren van geheugen
5. imitatiegedrag
Scoiaal-emotionele ontwikkeling
• Een mens leeft niet alleen, hij staat in contact met anderen
• Diverse stoornissen in persoonlijkheidsontwikkeling:
o Vaak ontstaan in eerste levensjaren
§ = door regelmatig en liefdevol contact krijgt de baby een eerste
besef van de mensen om hen heen
o Maaken van contact niet goed verlopen
o Regelmatig liefdevol contact geeft eerste besef van mensen om ons
heen
o Veilige hechting!
§ Bv. ziekenhuisopname, peleggezin, afwezigheid ouders
• Door vertrouwen (reageren op zuigeling) ontstaat interacite
(hechtingsgedrag)
o Schept veiligheid
o Zorg voor verdere ontplooiing
• Voldoen aan basisbehoeften geeft basisvertrouwen
3
, Lore De Ceulaer
• Hechting (attachment)
o = de duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meerdere
opvoeders. Veilig gehechte kinderen zullen in perioden van stress de
nabijheid zoeken van personen aan wij zij zijn gehecht
§ Goede hechting:
• Vaste gedragspatronen
• Experimenteren met gedrag en anderen
§ Slechte hechting:
• Onbeantwoord gedrag
• Geen liefde en geborgenheid
• à kind zoekt ander gedrag voor aandacht
• à nog geen aandacht = onthechting (kind ziet ouder
niet meer als opvoeder)
• à toekomst: slechte contactname, onverschilligheid,
“bezzitingsgedrag”
• Jonge zuigeling is egocentrisch
o Geen besef van de mensen op zich heen
• Dit verandert tussen de 1-4 maand:
o Eerste 2 maand: niet kieskeurig in contacten
o Vanaf 2 maanden niet zomaar naar iedereen lachen
o Vanaf 6de maand: vaste verzorgers nodig om zich “veilig” te voelen
o Ontstaan “scheidingsangst”
§ + 8 maand
§ Dit verdwijnt als kind besef heeft van “terug komen”
§ Met het doen van kiekeboespelletjes leert men het kind dit
spelenderwijs
Cognitieve ontwikkeling
• Cognitieve ontwikkeling vertrekt vanuit reflexen
• Gaandeweg ontwikkeling eigen karakter
• 3 typen gedrag:
o De drukke, beweeglijke zuigeling
§ Bewegen is het leukste wat er is
§ Meestal tengere baby
§ Snelle motorische ontwikkeling
§ Vroeg staan en lopen
o De slaperige, langzaam reagerende zuigeling
§ Goedlachs en vriendelijk mits tijdig krijgen van voeding
§ Door goed eten, weinig bewegen, wolk van een baby
§ Ontwikkeling verloopt langzamer
§ Niet dwingen maar stimuleren met spelletjes
o De prikkelgevoelige zuigeling
§ Staat zeer open voor indrukken
§ Hoort en ziet alles
§ Kan hierdoor heftig schrikken
§ Snel afgeleid
§ Voelt spanning en emoties goed aan
§ Raakt bij onverwachte gebeurtenissen snel van de kook
§ Lange smalle lichaamsbouw met relatief groot hoofd
§ Snelle cognitieve ontwikkeling omwille van snel oppikken van
informatie
4