NEUROANATOMIE
aantekeningen
EXAMEN
neuroanatomie ¼
BESCHRIJF ADHV TEKENINGEN / TEKEN ….
tekeningen uit de les kennen
> teken doorsnede door cerebrum en hersenstam
> teken saggitaal door middellijn hersenen
> teken facies superolateralis cerebrul
beschrijf de cortex van de prontale kwab aan de hand van tekenen
> bespreek verloop motorisch neuronenbaan
is gwn de titel boven de tekening
> bespreek de dalende banen die vertrekken vanuit de hersenstam
zijn de banen van de laatste les
> teken doornsede door mesecephalon. Zijn er meerdere doorgeen
verschillende lessen. Combineer die les-schetsen! Ook bij pons en RM
BESPREEK TRIGEMINUSNEURALGIE
(= aandoening trigeminus)
bespreek verschillen tussen ALS en LS
3 KLEINE SUBVRAAGJES
> bespreek kort het cerebellum
> teken de corticale spraakgebieden
kennen wat we in de les zien
cursustekst niet belangrijk
neurofysiologie ¾
,TYPEVRAGEN NEUROANATOMIE TANDHEELKUNDE
2021-2022
1. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de anatomie van de
cortex van de frontale en de parietale kwab
2. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de anatomie van de
cortex van de temporale en de occipitale kwab
3. Teken een sagittale doorsnede van het cerebrum op de
middellijn
4. Teken een coronaire doorsnede door het cerebrum en de
hersenstam
5. Teken de ventrale zijde van de hersenstam
6. Teken de dorsale zijde van de hersenstam
7. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de grijze stof van het
ruggenmerg
8. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de witte stof van het
ruggenmerg
9. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het lemniscale
somatosensorische
systeem
10. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het anterolaterale
somatosensorische
systeem
11. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het trigeminale
somatosensorische
systeem
12. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de piramidale baan
13. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de facies
superolateralis van het cerebrum
14. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de gelijkenissen en
de verschillen tussen
het anterolaterale en het lemniscale somatosensorische systeem
15. Bespreek trigeminusneuralgie
ALS en LS Gelijkenissen en verschillen
Ventrikelsysteem
Tweede neuro van lemniscaal en anterolateraal systeem
Centrale sulci
Primaire visuele en auditieve cortex
Doorsnede pons
Spraakzones
Comissuurbanen
Doorsnede medulla oblongata
,craniale zenuwen
olfactorius S
opticus S
oculomotorius M
trochlearis M
trigeminus S (maxillaris = M/S)
abducens M
facialis M /S
vestibulocochlearis S
glossopharyngeus M
vagus M /S
accessorius M
hypoglossus M
ooo
tt
af
vgv
al hyper
, ZENUWSTELSEL
PERIFEER ZENUWSTELSEL
- spinale zenuwen (vertrekken uit ruggenmerg)
- craniale zenuwen (vertrekken uit hersenstam)
CENTRALE ZENUWSTELSEL
- ruggenmerg (medulla spinalis)
- hersenen
grote hersenen (cerebrum)
kleine hersenen (cerebellum)
achteraan in schedel
meer zenuwcellen dat grote hersenen
functie: coordinatie van informatie
hersenstam (truncus cerebri)
er-rum
cerebellum
- truncus cerebri
[ medulla
spiralis
CENTRALE ZENUWSTELSEL
Grijze stof: nuclei van neuronen
Witte stof: axonen en dendrieten (vult hersenen waar geen grijze stof zit)
aantekeningen
EXAMEN
neuroanatomie ¼
BESCHRIJF ADHV TEKENINGEN / TEKEN ….
tekeningen uit de les kennen
> teken doorsnede door cerebrum en hersenstam
> teken saggitaal door middellijn hersenen
> teken facies superolateralis cerebrul
beschrijf de cortex van de prontale kwab aan de hand van tekenen
> bespreek verloop motorisch neuronenbaan
is gwn de titel boven de tekening
> bespreek de dalende banen die vertrekken vanuit de hersenstam
zijn de banen van de laatste les
> teken doornsede door mesecephalon. Zijn er meerdere doorgeen
verschillende lessen. Combineer die les-schetsen! Ook bij pons en RM
BESPREEK TRIGEMINUSNEURALGIE
(= aandoening trigeminus)
bespreek verschillen tussen ALS en LS
3 KLEINE SUBVRAAGJES
> bespreek kort het cerebellum
> teken de corticale spraakgebieden
kennen wat we in de les zien
cursustekst niet belangrijk
neurofysiologie ¾
,TYPEVRAGEN NEUROANATOMIE TANDHEELKUNDE
2021-2022
1. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de anatomie van de
cortex van de frontale en de parietale kwab
2. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de anatomie van de
cortex van de temporale en de occipitale kwab
3. Teken een sagittale doorsnede van het cerebrum op de
middellijn
4. Teken een coronaire doorsnede door het cerebrum en de
hersenstam
5. Teken de ventrale zijde van de hersenstam
6. Teken de dorsale zijde van de hersenstam
7. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de grijze stof van het
ruggenmerg
8. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de witte stof van het
ruggenmerg
9. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het lemniscale
somatosensorische
systeem
10. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het anterolaterale
somatosensorische
systeem
11. Bespreek (aan de hand van tekeningen) het trigeminale
somatosensorische
systeem
12. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de piramidale baan
13. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de facies
superolateralis van het cerebrum
14. Bespreek (aan de hand van tekeningen) de gelijkenissen en
de verschillen tussen
het anterolaterale en het lemniscale somatosensorische systeem
15. Bespreek trigeminusneuralgie
ALS en LS Gelijkenissen en verschillen
Ventrikelsysteem
Tweede neuro van lemniscaal en anterolateraal systeem
Centrale sulci
Primaire visuele en auditieve cortex
Doorsnede pons
Spraakzones
Comissuurbanen
Doorsnede medulla oblongata
,craniale zenuwen
olfactorius S
opticus S
oculomotorius M
trochlearis M
trigeminus S (maxillaris = M/S)
abducens M
facialis M /S
vestibulocochlearis S
glossopharyngeus M
vagus M /S
accessorius M
hypoglossus M
ooo
tt
af
vgv
al hyper
, ZENUWSTELSEL
PERIFEER ZENUWSTELSEL
- spinale zenuwen (vertrekken uit ruggenmerg)
- craniale zenuwen (vertrekken uit hersenstam)
CENTRALE ZENUWSTELSEL
- ruggenmerg (medulla spinalis)
- hersenen
grote hersenen (cerebrum)
kleine hersenen (cerebellum)
achteraan in schedel
meer zenuwcellen dat grote hersenen
functie: coordinatie van informatie
hersenstam (truncus cerebri)
er-rum
cerebellum
- truncus cerebri
[ medulla
spiralis
CENTRALE ZENUWSTELSEL
Grijze stof: nuclei van neuronen
Witte stof: axonen en dendrieten (vult hersenen waar geen grijze stof zit)