jeugdcriminaliteit
Barbara Boendermaker-Merkelbag
660095
,Inhoud
Inleiding................................................................................................................................................... 2
De casus .................................................................................................................................................. 3
Hoofdstuk 1: theoretische inzichten achter jeugdcriminaliteit ............................................................ 4
Achtergronden en vormen .................................................................................................................. 4
Jeugd en adolescentenstrafrecht ........................................................................................................ 7
Verklaringen criminologie ................................................................................................................... 8
Hoofdstuk 2: het ontstaan of verminderen van crimineel gedrag...................................................... 10
Criminogene factoren........................................................................................................................ 10
Casuïstiek en criminogene factoren .................................................................................................. 11
Casuïstiek en protectieve factoren.................................................................................................... 12
Hoofdstuk 3: Interventies, preventie en resocialisatie ....................................................................... 13
What Works-principes ....................................................................................................................... 13
Plan van aanpak................................................................................................................................. 14
Hoofdstuk 4: Kansrijke interventies ..................................................................................................... 16
Erkende interventies ......................................................................................................................... 16
Behandelen en straffen ..................................................................................................................... 16
Kansrijke interventie ......................................................................................................................... 17
Bibliografie ............................................................................................................................................ 19
1
, Inleiding
In dit verslag staat het ontstaan, verminderen en aanpakken van jeugdcriminaliteit centraal. In elk
hoofdstuk is er naast de aandacht voor theoretische inzichten, stromingen, onderzoeken en
onderbouwingen over de verschillende aspecten rondom jeugdcriminaliteit ook aandacht vanuit de
casuïstiek. Daartoe heb ik na deze inleiding een casusbeschrijving bijgevoegd van een jongere die ik
tijdens mijn werk op het Uitwijkhuis WF van Parlan begeleid.
In het eerste hoofdstuk verdiep ik me in de definitie van jeugdcriminaliteit, de vormen en het
ontstaan van delinquent gedrag, het jeugd- en adolescentenstrafrecht en de criminologische
theorieën die verklaringen proberen te vinden voor crimineel gedrag. Ook probeer ik in dit hoofdstuk
het criminele gedrag van de jongere uit de casus vanuit één van deze theorieën te verklaren.
Hoofdstuk 2 staat in het teken van criminogene- en protectieve factoren die invloed hebben op het
wel of niet ontstaan van delictgedrag. Vanuit de theorie maar ook vanuit de casuïstiek.
In hoofdstuk 3 schijn ik mijn licht op ik de What Works-principes om daarna op basis van deze
beginselen een plan van aanpak voor de jongere uit de casus te maken.
Hoofdstuk 4 gebruik ik om de uitgangspunten en verschillen tussen een kansrijke residentiële en niet-
residentiële interventie te beschrijven. Aansluitend verdiep ik me in de effecten en rechtvaardiging
van behandelen versus straffen en deel mijn visie hierover waarna ik dit verslag afsluit met het
uitwerken van een kansrijke interventie voor de jongere uit de casus.
Nog even dit: tijdens het werken aan dit verslag zijn er wat ontwikkelingen omtrent de casus van de
jongere geweest. Ik heb ervoor gekozen deze waar mogelijk steeds mee te nemen in de onderdelen
waar ik op dat moment mee bezig was. Dat vond ik soms ingewikkeld maar uiteindelijk denk ik dat
het goed is gelukt. Verder ben ik me ervan bewust dat mijn verslag wat aan de lange kant is. Ik heb
echter mijn uiterste best gedaan één en ander in te korten zonder daarmee aan kwaliteit in te
boeten.
Veel leesplezier!
2