Hoofdstuk 1 Anatomie ‘Blik in de mond’
- Lippen
- Wangen
- Elementen
- Regio sublingualis
- Harde, zachte gehemelte en de uvula
- Keelbogen (voorste boog heet arcus palato glossis)
De cavitas kan je in 2 delen anatomie gaat over waar ons lichaam uit bestaat en hoe ons
lichaam is vorm gegeven. Het vormt voor ons beroep de basis.
Verschillende niveaus:
Cel-weefsel-orgaan en organisme
Microscopisch (histologisch en biologisch)
Macroscopisch (met blote oog te zien)
Mannen en vrouwen verschillen qua anatomie bijv. vorm van schedel en bekken.
Conventies; anatomische positie
In 3 vlakken kunnen we het lichaam verdelen
Frontaal (coronaal) scheidt het lichaam dorsaal/posterior (aan de achterkant)
Ventraal/anterior (aan de voorkant/buikzijde)
Mediaan/sagittaal scheiding met links en rechts
Lateraal (aan de zijkant)
Mediaal (dichterbij het midden)
Dexter (rechts), Sinister (links)
Transversaal (axiaal/horizontaal)
Superior/craniaal = aan de
bovenkant/aan de kant van het cranium
(schedel)
Inferior/caudaal= aan de onderkant/aan
de kant van de staart.
,Type structuur
Slagader = arteria
Ader= vena
Zenuw= nervus
Spier= musculus
Bot= os
Vorm, verloop of ligging van een structuur
- Cavitas = holte
- Longus = lang
- Brevius = kort
- Major = groot
- Minor = klein
- Rectus = recht
- Obliquus = schuin
- Superficialis = oppervlakkig
- Profundus = diep
Mondholte = cavitas oris
Wat bevindt zich in de mond?
- Vestibulum oris (ruimte wat zich bevindt in de lippen, wangen en de elementen. Dat
is aan alle vlakken hetzelfde (boven en onderkaak)
- Cavitas oris proprius (ruimte aan de binnenkant van de tong)
,Mondholte
Verbinding met andere ruimtes
Binnenkant lichaam afgesloten van
buitenwereld door de lippen en wangen.
Pharynx (keelholte)
Te verdelen in de nasopharynx ( achter
neusholte), laryngopharynx (ter hoogte
van het strottenhoofd) en oropharynx
(achter de mondholte)
Zacht gehemelte is bewegelijk, vast
gehemelte zit vast met het bot.
Lippen (labia)
Functie; afsluiting buitenwereld
Onderdelen;
Philtrum = kuiltje/geultje tussen neus en lippen
Labium superius - bovenlip
Labium inferius - onderlip
Frenulum – lipbandje ( labii superioris en inferioris)
Wangen (buccae)
Opening van speekselklier, papilla ductus (buis) parotidei is zichtbaar in het wangslijmvlies in
de mond. Achter bijv de 16 kan je die opening zien.
Afvoer van speekselklier – glandula parotis
Andere speekselklieren zowel rechts en links
1. Glandula parotis
2. Glandula submandibularis (ok) (soort banaantje, vouwt om de achterkant)
3. Glandula sublingualis (onder de tong) bevindt zich mediaal
, Regio sublingualis (structuren)
Klieren van 2 en 3 zijn zichtbaar
Rondom lipbandje ok zie je 2 bolletjes dat noem je carunculae sublingualis uitmonding naar
sublingualis. Verder heeft de sublingualis kleine uitmondingen in de OK.
Harde en zachte gehemelte
Het gehemelte (palatum bestaat uit;
Een hard (benig) gedeelte = palatum durum, zie je botstructuur
Een zacht (musculair) gedeelte = palatum molle
Palatum (durum en molle)
Onderscheidt zich door de A-lijn
Sluitingsnaas (raphr palati)
Uvula (huig)
Bestaat uit;
Processus palatini (maxilla)
Os palatinim (achterste gedeelte kaak)
Os incisivum (maxilla)
- Lippen
- Wangen
- Elementen
- Regio sublingualis
- Harde, zachte gehemelte en de uvula
- Keelbogen (voorste boog heet arcus palato glossis)
De cavitas kan je in 2 delen anatomie gaat over waar ons lichaam uit bestaat en hoe ons
lichaam is vorm gegeven. Het vormt voor ons beroep de basis.
Verschillende niveaus:
Cel-weefsel-orgaan en organisme
Microscopisch (histologisch en biologisch)
Macroscopisch (met blote oog te zien)
Mannen en vrouwen verschillen qua anatomie bijv. vorm van schedel en bekken.
Conventies; anatomische positie
In 3 vlakken kunnen we het lichaam verdelen
Frontaal (coronaal) scheidt het lichaam dorsaal/posterior (aan de achterkant)
Ventraal/anterior (aan de voorkant/buikzijde)
Mediaan/sagittaal scheiding met links en rechts
Lateraal (aan de zijkant)
Mediaal (dichterbij het midden)
Dexter (rechts), Sinister (links)
Transversaal (axiaal/horizontaal)
Superior/craniaal = aan de
bovenkant/aan de kant van het cranium
(schedel)
Inferior/caudaal= aan de onderkant/aan
de kant van de staart.
,Type structuur
Slagader = arteria
Ader= vena
Zenuw= nervus
Spier= musculus
Bot= os
Vorm, verloop of ligging van een structuur
- Cavitas = holte
- Longus = lang
- Brevius = kort
- Major = groot
- Minor = klein
- Rectus = recht
- Obliquus = schuin
- Superficialis = oppervlakkig
- Profundus = diep
Mondholte = cavitas oris
Wat bevindt zich in de mond?
- Vestibulum oris (ruimte wat zich bevindt in de lippen, wangen en de elementen. Dat
is aan alle vlakken hetzelfde (boven en onderkaak)
- Cavitas oris proprius (ruimte aan de binnenkant van de tong)
,Mondholte
Verbinding met andere ruimtes
Binnenkant lichaam afgesloten van
buitenwereld door de lippen en wangen.
Pharynx (keelholte)
Te verdelen in de nasopharynx ( achter
neusholte), laryngopharynx (ter hoogte
van het strottenhoofd) en oropharynx
(achter de mondholte)
Zacht gehemelte is bewegelijk, vast
gehemelte zit vast met het bot.
Lippen (labia)
Functie; afsluiting buitenwereld
Onderdelen;
Philtrum = kuiltje/geultje tussen neus en lippen
Labium superius - bovenlip
Labium inferius - onderlip
Frenulum – lipbandje ( labii superioris en inferioris)
Wangen (buccae)
Opening van speekselklier, papilla ductus (buis) parotidei is zichtbaar in het wangslijmvlies in
de mond. Achter bijv de 16 kan je die opening zien.
Afvoer van speekselklier – glandula parotis
Andere speekselklieren zowel rechts en links
1. Glandula parotis
2. Glandula submandibularis (ok) (soort banaantje, vouwt om de achterkant)
3. Glandula sublingualis (onder de tong) bevindt zich mediaal
, Regio sublingualis (structuren)
Klieren van 2 en 3 zijn zichtbaar
Rondom lipbandje ok zie je 2 bolletjes dat noem je carunculae sublingualis uitmonding naar
sublingualis. Verder heeft de sublingualis kleine uitmondingen in de OK.
Harde en zachte gehemelte
Het gehemelte (palatum bestaat uit;
Een hard (benig) gedeelte = palatum durum, zie je botstructuur
Een zacht (musculair) gedeelte = palatum molle
Palatum (durum en molle)
Onderscheidt zich door de A-lijn
Sluitingsnaas (raphr palati)
Uvula (huig)
Bestaat uit;
Processus palatini (maxilla)
Os palatinim (achterste gedeelte kaak)
Os incisivum (maxilla)
